Diagnostisch onderzoek
De NVWA registreert de meldingen en beoordeelt per geval of diagnostisch onderzoek nodig is. Doel van dit onderzoek is om meer te weten te komen over het coronavirus. De NVWA werkt hierbij samen met het nationaal veterinair referentielaboratorium Wageningen Bioveterinary Research (WBVR), de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht en het RIVM.
Onderzoek bij een verdacht dier of bedrijf
De NVWA beoordeelt elke melding van mogelijke besmetting van dieren. Als blijkt dat nader onderzoek nodig is, verschilt het per situatie en diersoort wie monsters neemt en hoe dat gebeurt. Dit gebeurt in nauw overleg met de praktijkdierenarts en de eigenaar van de dieren.
Maatregelen verdacht bedrijf
In afwachting van de uitslag mogen de dieren bij een verdacht bedrijf het bedrijf niet verlaten. De dieren mogen geen contact hebben met andere dieren buiten het gezin of bedrijf. Ook mag de mest niet van het bedrijf afgevoerd worden.
Gevolgen van een positieve uitslag
Alle met SARS-CoV-2 besmette nertsenbedrijven zijn sinds zaterdag 6 juni 2020 geruimd. Dit besluit hebben minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en minister De Jonge van Volksgezondheid op 3 juni 2020 genomen op basis van het advies van het Outbreak Management Team Zoönosen (OMT-Z) en van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Zoönosen (BAO-Z).
Uit het advies blijkt dat het virus langdurig kan blijven circuleren op nertsenbedrijven en daarmee een risico kan vormen voor de volksgezondheid en de diergezondheid.
Op 28 augustus 2020 heeft het kabinet besloten dat alle nertsenbedrijven vóór het volgende productieseizoen (begin 2021) moesten stoppen. Inmiddels zijn alle Nederlandse nertsenbedrijven leeg.
Voor positieve uitslagen bij overige diersoorten geldt dat deze dieren niet direct geruimd zullen worden. Er zal dan eerst nader onderzoek en besluitvorming moeten plaatsvinden.