Importinspectie op wortelknobbelaaltje Meloidogyne enterolobii bij Ficus en Philodendron

Meloidogyne enterolobii (een wortelknobbelnematode, ook wel wortelknobbelaaltje genoemd) heeft vanaf 11 april 2022 de EU-quarantainestatus. Het wordt regelmatig aangetroffen bij import van verschillende soorten waardplanten, met name Ficus en Philodendron. Om de kans op insleep op bedrijven te verkleinen gaan de keuringsdiensten bij import gericht op deze nematode inspecteren.

Wortelknobbels door Meloidogyne enterolobii op tomaat
Beeld: ©Sebastian Kiewnick, Agroscope Changins-Wädenswil Research Station (CH)
Wortelknobbels door Meloidogyne enterolobii op tomaat

Beperken risico op insleep Meloidogyne enterolobii

Meloidogyne enterolobii kan grote schade veroorzaken aan vele gewassen, waaronder belangrijke economische teelten zoals tomaat, paprika, komkommer en aardappel. Daarom heeft deze nematode vanaf 11 april 2022 de quarantainestatus en volgen maatregelen bij een vondst. Daarnaast zullen aanvullende eisen voor import van planten voor opplant de kans op insleep van deze nematode sterk verminderen. Deze eisen ('bijschrijving') gaan pas in op 11 januari 2023, omdat derde landen tijd nodig hebben om aan die eisen te kunnen voldoen. Om bedrijven in Nederland nu al beter te beschermen tegen insleep van deze nematode gaan de keuringsdiensten bij import hierop gericht inspecteren.

Werkwijze bij de gerichte importinspectie

De inspectie gebeurt op de productstroom met de grootste kans op meekomen van deze nematode, en daardoor besmetting van het bedrijf. Dit zijn Ficus en Philodendron uit China en Costa Rica. Op deze producten komt Meloidogyne enterolobii regelmatig voor. Naast de gebruikelijke importinspectie haalt de keurmeester op basis van een steekproef een aantal planten uit de pot en bekijkt de wortels op symptomen. De inspectie duurt hierdoor wat langer. Bij symptomen neemt de keurmeester een monster; de partij ligt dan enkele dagen vast totdat de diagnose is gesteld.

Maatregelen bij een vondst

Bij een vondst van Meloidogyne enterolobii op of na 11 april 2022 worden maatregelen opgelegd. Bij een import­keuring betreft dit weigering van de partij voor import in de EU, ongeacht de afgiftedatum van het fytosanitair certificaat. Bij een vondst bij een exportkeuring, of na een melding door een ander land over besmette planten uit Nederland, traceert de NVWA de herkomst van deze planten. Dit kan leiden tot een vondst op het Nederlandse bedrijf dat de planten heeft geleverd. De NVWA legt dan maatregelen op om de besmetting op het bedrijf uit te roeien. De quarantainestatus van Meloidogyne enterolobii geldt dus vanaf 11 april 2022. De bijschrijving voor de aanvullende eisen voor import hoeft pas vermeld op het fytosanitair certificaat van partijen die na 10 januari 2023 worden geïnspecteerd (ongeacht de afgiftedatum van dat certificaat).

Wat bedrijven zelf kunnen doen

De importinspectie betreft slechts een steekproef, en op een beperkt aantal waardplanten. Meloido­gyne enterolobii heeft zeer veel waardplanten, waarop de nematode bij import ook wel is gevonden. Daarnaast is een beginnende besmetting lastig te ontdekken. De importinspectie geeft daarom geen garantie dat de partij vrij is van deze nematode. Ondernemers moeten daarom ook zelf maatregelen nemen om insleep op hun bedrijf te voorkomen. Vraag bij de leverancier hoe deze ervoor zorgt dat de planten bij levering vrij zijn van deze nematode. Na import kunnen de planten het beste minimaal 10 weken fysiek gescheiden blijven van andere partijen en worden gecontroleerd voordat ze bij andere partijen worden geplaatst. Een gedetailleerde administratie en labelling van de planten op het bedrijft zorgt dat verschillende partijen goed van elkaar onderscheiden kunnen worden. Lees meer over wat ondernemers zelf kunnen doen om besmetting te voorkomen, en hoe een mogelijke besmetting met Meloidogyne enterolobii kan worden herkend in het webdossier op de NVWA website.

Meld een vermoeden van Meloidogyne enterolobii

Als ondernemers een besmetting met Meloidogyne enterolobii op hun bedrijf vermoeden, moeten zij dit melden bij de NVWA. Liefst zo snel mogelijk, want dan heeft de besmetting zich nog niet of nauwelijks kunnen verspreiden en kunnen de maatregelen voor uitroeiing vaak beperkter zijn.

Meer informatie

Consumenten en bedrijven kunnen contact opnemen met het Klantcontactcentrum of 0900-03 88 (gebruikelijke belkosten).

Voor vragen over dit nieuwsbericht kunnen journalisten contact opnemen met het team woordvoering van de NVWA, telefoonnummer (088) 22 33 700.