Vormen van toezicht en consequenties voor het Interventiebeleid
De NVWA houdt toezicht. Er zijn verschillende vormen van toezicht.
Vormen van toezicht
- regulier toezicht
Op grond van risicobeoordeling, in regelgeving voorgeschreven steekproeven of naar aanmelding van signalen uit de samenleving. - frequent toezicht
Op grond van wetgeving. - verscherpt toezicht
Bij verhoogd risico of zich doorzettende niet-naleving.
De laatste 2 vormen een cruciaal onderdeel van de wijze waarop de NVWA toezicht houdt en zijn daarom opgenomen in het algemene interventiebeleid. Hieronder zijn ze beschreven.
Interventiebeleid bij frequent toezicht
Frequent toezicht kan permanent (bij alle activiteiten van het bedrijf) of hoogfrequent toezicht (minimaal 2 keer per week) zijn. De toezichtfrequentie is afhankelijk van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en het risicoprofiel van een bedrijf. In bedrijven waar de NVWA met grote regelmaat aanwezig is voor toezichthoudende taken, is de kans op het aantreffen van een overtreding groot. Vanwege de hogere inspectiefrequentie bestaat de mogelijkheid om snel te detecteren en ter plekke effectieve maatregelen te (laten) nemen gericht op herstel.
Daarom wordt een aangepaste werkwijze toegepast: overtredingen worden altijd vastgelegd en besproken met het bedrijf. Afspraken over het verhelpen van de overtredingen, de geboden nalevingshulp en de corrigerende interventies worden eveneens vastgelegd. Bij het vaststellen van de interventie wordt in afwijking van de bovengenoemde klassenindeling de volgende aanpak gebruikt:
Overtreding | Interventies | Follow-up | Interventies bij herhaalde overtreding |
---|---|---|---|
Klasse A (ernstige overtreding/ misdrijf) |
|
|
|
Klasse B (ernstige overtreding) |
|
|
|
Klasse C (overtreding) |
|
|
na 2 keer waarschuwen:
|
Klasse D (geringe overtreding) |
|
|
|
Interventiebeleid bij verscherpt toezicht
Als een bedrijf (ernstige) overtredingen blijft begaan en het (specifiek) interventiebeleid is onvoldoende gebleken om de overtredingen op te heffen en verdere herhaling te voorkomen, wordt een zwaarder regime toegepast. Per bedrijf wordt een maatwerkaanpak opgesteld. Hierbij kan worden gedacht aan het sluiten van bedrijven, het (het voornemen tot) schorsen of intrekken van een erkenning, product recall, stoppen van processen, overgang naar strafrechtelijke handhaving, etc. Dit verzwaarde regime gaat gepaard met een hoge inspectiefrequentie.
Verscherpt toezicht wordt ingesteld als:
- niet-naleving is geconstateerd en er geen zicht is op verbetering van het naleefgedrag (gericht op de zogenaamde notoire overtreder).
- niet-naleving is geconstateerd en het risico van voortgezette niet-naleving voor veiligheid van mens, dier of milieu groot is (gericht op overtreding).