Toestemming voor grensoverschrijdend vervoer

In de Europese Verordening dierlijke bijproducten zijn regels opgenomen over toestemming voor grensoverschrijdend vervoer van mest. Hoe verhouden deze regels zich tot de regels voor het vervoer van mest uit de nationale Meststoffenwetgeving?

Wat zijn de regels?

  • De Verordening dierlijke bijproducten schrijft voor dat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst toestemming moet geven als bedrijven bepaalde dierlijke bijproducten - waaronder mest - willen vervoeren van de ene lidstaat naar de andere. Soms moeten zowel de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst als die van de lidstaat van verzending toestemming geven. Dit is een veterinaire eis die in alle EU-lidstaten geldt. In de Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten is een model opgenomen voor de toestemming.
  • De milieu- en landbouwkundige Meststoffenwet geldt alleen in Nederland. Deze kent geen plicht tot het aanvragen van toestemming voor import van dierlijke meststoffen.

Wat betekent dit?

  • Als u niet-verwerkte mest exporteert naar een andere EU-lidstaat moet u veterinaire toestemming aanvragen bij de bevoegde autoriteit van het land dat mest ontvangt. U heeft de veterinaire toestemming nodig voor het aanvragen van de exportdocumenten.
  • Als u niet-verwerkte mest importeert uit een andere EU-lidstaat moet u zo'n toestemming aanvragen bij de NVWA.
  • Gaat het om import of export van niet-verwerkte varkens- of rundermest die zal worden uitgereden op het land? Dan moeten zowel de bevoegde autoriteit van het land van herkomst als de bevoegde autoriteit van het land van bestemming toestemming geven.
  • Voor het vervoer van verwerkte mest tussen lidstaten van de EU is geen veterinaire toestemming nodig.