Advies van BuRO over gekweekte insecten als grondstof voor diervoeder

BuRO adviseert de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om in de Europese Commissie een voorstel te doen voor verdere aanpassing van de wet- en regelgeving die van toepassing is op het kweken van insecten en op het gebruik van insecten als diervoedergrondstof. Deze kan toestaan dat een aantal insecten als grondstof kunnen dienen voor diervoeder voor alle niet-herkauwende landbouwhuisdieren en dat daarbij ook andere adequate kiemreducerende behandelingen gebruikt mogen worden dan de Verordening dierlijke bijproducten nu voorschrijft. Verder ziet BuRO mogelijkheden om de substraten waarop deze insecten gekweekt mogen worden uit te breiden met voormalige voedingsmiddelen die dierlijke componenten bevatten afkomstig van vlees van niet-herkauwende dieren, vis en schaal- en schelpdieren. Voorwaarde daarvoor is dat de dierlijke eiwitten in de voormalige voedingsmiddelen niet afkomstig zijn van dezelfde diersoort die uiteindelijk gevoerd wordt met het uit insecten samengesteld diervoeder.

Ook geeft BuRO de inspecteur-generaal van de NVWA drie adviezen. Ten eerste om er specifiek op toe te zien dat insectenproducenten voldoen aan de microbiële veiligheidsnormen voor insecten(producten) als diervoeder, of als grondstof daarvoor. Ten tweede om toe te zien dat geborgd is dat de diersoort in de voormalige voedingsmiddelen getraceerd kan worden. Ten derde om de ontwikkelingen in de insectensector te monitoren, zodat men goed zicht houdt op nieuwe risico’s die kunnen ontstaan als er meerdere soorten insecten en productiemethoden worden geïntroduceerd.

Aanleiding advies

De komende decennia zal de behoefte van mens en dier aan voedingseiwitten sterk groeien. Er is daarom toenemende aandacht voor gekweekte insecten als nieuwe eiwitbron. Het ministerie van LNV ziet het gebruik van reststromen in de voedselketen, zoals voormalige voedingsmiddelen als substraat voor insecten, die vervolgens gebruikt worden als grondstof voor diervoeder bestemd voor voedselproducerende dieren, als een duurzame en innovatieve ontwikkeling die verder verkend moet worden. Deze ontwikkeling brengt echter mogelijk risico’s met zich mee voor de dier- en volksgezondheid.

Het advies gaat alleen in op de chemische en microbiologische dier- en volksgezondheidsrisico’s bij het gebruik van diervoeder voor voedselproducerende landbouwhuisdieren dat samengesteld is uit insecten die gekweekt zijn op voormalige voedingsmiddelen. Het betreft daarbij vier insectensoorten.