Maatregelen NVWA bij pluimveehouders
Pluimveehouders krijgen bij een uitbraak van vogelgriep te maken met de NVWA. Lees hieronder wat we doen bij een verdenking, een besmetting en bij een uitbraak.
Wat doet de NVWA als mijn bedrijf verdacht is?
Is er misschien vogelgriep op uw bedrijf? Dan blokkeren wij uw bedrijf om mogelijke verspreiding van het vogelgriepvirus te voorkomen. Dat betekent dat u geen dieren mag aanvoeren of afvoeren. Voertuigen en mest mogen niet van uw bedrijf af. U bent verplicht om hieraan mee te werken.
Onze medewerkers delen de maatregelen mondeling aan u mee. U krijgt ook een brief waar de maatregelen in staan. Wij sturen een kopie van de brief naar de burgemeester van uw gemeente. Wij zijn verplicht om dit te doen. Uit voorzorg informeren we ook de GGD bij u in de regio. Als u vragen heeft over vogelgriep bij uzelf of andere mensen, kunt u terecht bij de GGD.
U krijgt bezoek van een specialistenteam onder leiding van de NVWA. Dit team bestaat uit een NVWA-dierenarts, een pluimveespecialist van de Gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD) en uw eigen dierenarts. We nemen monsters en doen nader onderzoek. We kijken of de vogels en andere aanwezige dieren ziek of gezond zijn. We nemen monsters voor verder onderzoek. Ook kijken we of het om een laag- of hoogpathogeen virus gaat. Dit is belangrijk voor de bestrijding. De hoogpathogene variant is erg besmettelijk.
Het onderzoeksinstituut Wageningen Bioveterinary Research in Lelystad onderzoekt de monsters met spoed. De onderzoeksresultaten zijn binnen 24 uur bekend bij de NVWA. Wij geven de uitslag aan u door. Het onderzoek is gratis voor u als dierhouder. Dit wordt betaald vanuit het Diergezondheidsfonds.
Uw bedrijf blijft verdacht tot de uitslag bekend is. Zijn de dieren inderdaad besmet met vogelgriep? Dan verklaren wij uw bedrijf ‘besmet’.
Wat betekent een besmetting met vogelgriep voor mijn bedrijf?
Hebben uw vogels de hoogpathogene variant van het vogelgriepvirus? Deze variant is erg besmettelijk. Daarom moeten alle vogels op uw bedrijf geruimd worden.
Bij de milde (laagpathogene) variant is dit meestal niet nodig. Tenzij uw vogels de H5- of H7-variant van het virus hebben. Deze varianten kunnen makkelijk muteren naar een hoogpathogene variant. Daarom wordt er ook geruimd bij de laagpathogene H5- en H7-variant.
Vóór het ruimen stelt een deskundige vast hoeveel uw dieren en producten (eieren) waard zijn. De waarde krijgt u vergoed. De overheid betaalt dit. Om verspreiding van de ziekte te voorkomen, gaat een vervoersverbod in. Ook treden verschillende hygiëneprotocollen in werking. Uw gebouwen en vervoermiddelen moeten bijvoorbeeld ontsmet worden.
Welke maatregelen neemt de NVWA bij besmetting?
Als uw bedrijf besmet is, delen wij u dit zo snel mogelijk mee. Eerst mondeling, daarna nog via een brief.
Wij ruimen uw dieren. Daarnaast doen we het volgende:
- We maken alle producten en voorwerpen die het virus kunnen bevatten en verspreiden onschadelijk.
- We ontsmetten uw gebouwen, terrein, mestsilo’s en transportmiddelen.
- We proberen de herkomst en de verspreidingsroute van het virus te achterhalen. Zo wordt duidelijk of er ook andere bedrijven besmet zijn.
Meer informatie over maatregelen tegen vogelgriep
Op de website van de Rijksoverheid vindt u een algemeen overzicht van maatregelen tegen vogelgriep.