Wetgeving baby- en kinderartikelen

Europese richtlijn Algemene productveiligheid

Als u baby- en kinderartikelen produceert of verhandelt dan moet u zich houden aan de Europese richtlijn Algemene Productveiligheid 2001/95/EG. Deze richtlijn beschermt consumenten tegen onveilige of gevaarlijke producten. Hierin zijn algemene veiligheidseisen en -principes geregeld. Het is niet mogelijk om voor ieder afzonderlijk product wettelijke eisen op te stellen. Daardoor is deze richtlijn ook van toepassing op baby- en kinderartikelen.

Specifieke wetgeving en regels

Er zijn een aantal specifieke eisen voor baby- en kinderartikelen:

• Verbod op de toepassing van 6 ftalaten (weekmakers) voor baby- en kinderartikelen (Europese REACH Verordening 1907/2006/EG, bijlage XVII).
• Autostoeltjes en kinderzitjes moeten voldoen aan een aantal eisen (Regeling kinderbeveiligingsmiddelen).
• Gebruiksartikelen die in contact komen met levensmiddelen moeten voldoen aan de wetgeving voor zogenaamde food contact materials. Meer informatie op de website van de Europese Commissie. Vanaf 1 juni 2011 is het verboden op polycarbonaat babyflesjes met bisfenol A te verhandelen (Richtlijn 2011/8/EG).

Normen

Een norm is een document met afspraken die gemaakt zijn tussen belanghebbende partijen. Meestal zijn dit producenten, handelaren, gebruikers, overheden of consumentenorganisaties.

Er zijn verschillende normen van toepassing op baby- en kinderartikelen, waaronder:

• Fopspenen voor babies en kleine kinderen (NEN-EN 1400-1, -2 en -3).
• Fopspeenhouders (NEN-EN 12586).
• Drinkgerei (NEN-EN 14350-1 en -2).
• Eetgerei en voedingsartikelen (NEN-EN 14372).
• Kinderboxen voor huishoudelijk gebruik (NEN-EN 12227-1 en -2).
• Kinderledikanten en opvouwbare kinderbedjes voor huishoudelijk gebruik (NEN-EN 716-1 en -2).

De normen zijn verkrijgbaar bij het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN).