Lichamelijke ingrepen bij dieren
Lichamelijke ingrepen bij dieren zijn niet toegestaan. U mag dus niet de staart van een hond couperen of de vleugels van uw kippen leewieken. Er zijn een aantal uitzonderingen op het verbod op lichamelijke ingrepen. Soms is een lichamelijke ingreep toegestaan vanwege een diergeneeskundige noodzaak. In de meeste gevallen mag alleen een dierenarts een ingreep uitvoeren.
Wat is een lichamelijke ingreep?
Bij een lichamelijke ingreep wordt de natuurlijke samenhang van levende weefsels verbroken. Voorbeelden van lichamelijke ingrepen zijn:
- couperen of amputeren (verwijderen van een lichaamsdeel zoals staart of oren)
- leewieken (een deel van de vleugels verwijderen)
- castreren of steriliseren (onvruchtbaar maken)
- afhakken van de snavel
- bloed afnemen
- een injectie geven
Het verbod op lichamelijke ingrepen bij dieren staat in artikel 2.8 van de Wet dieren.
Uitzonderingen op het verbod op lichamelijke ingrepen
Er gelden een aantal uitzonderingen op het verbod op lichamelijke ingrepen bij dieren. In de volgende situaties mag u wel een ingreep (laten) doen bij een dier:
- Er is een diergeneeskundige noodzaak voor de lichamelijke ingreep. Bijvoorbeeld: een dierenarts geeft een dier een injectie om een bepaalde ziekte te behandelen.
- De ingreep is verplicht. Bijvoorbeeld via een wettelijk voorschrift of via een algemene maatregel van bestuur. Bijvoorbeeld: een veehouder brengt een verplicht oormerk aan bij zijn schapen, geiten of runderen.
- De lichamelijke ingreep is volgens de wet toegestaan. Bijvoorbeeld: een dierenarts steriliseert een poes, zodat het dier geen nakomelingen krijgt.
In het Besluit diergeneeskundigen staat welke lichamelijke ingrepen onder voorwaarden zijn toegestaan. Het kan per diersoort verschillen welke ingrepen zijn toegestaan. In artikel 2.3 staan bijvoorbeeld de toegestane ingrepen bij varkens.
Een lichamelijke ingreep mag het dier niet onnodig pijn of letsel bezorgen. Het dier mag ook niet meer dan nodig worden belemmerd in het functioneren na een lichamelijke ingreep.
Wie mag de ingrepen uitvoeren?
In het Besluit diergeneeskundigen staat wie ingrepen bij dieren mag uitvoeren. Vaak mogen alleen dierenartsen dit doen. Maar ook hier gelden uitzonderingen. Sommige lichamelijke ingrepen mag de veehouder zelf uitvoeren. Veehouders mogen bijvoorbeeld zelf een oormerk aanbrengen bij hun runderen, geiten of schapen.
Regels over couperen en amputeren
Couperen is het verwijderen van een lichaamsdeel zoals de staart, bijvoorbeeld vanwege esthetische redenen. Amputeren is het operatief verwijderen van een lichaamsdeel vanwege een diergeneeskundige noodzaak. Alleen een dierenarts mag deze ingreep uitvoeren. Er is bijvoorbeeld sprake van een diergeneeskundige noodzaak als een melkkoe een staartbreuk of een ernstige huidverwonding bij de staart heeft. De dierenarts kan dan besluiten de staart van de koe operatief te verwijderen (amputeren).
Preventief couperen of amputeren is in Nederland niet toegestaan. De ingreep wordt dan gedaan als er (nog) geen diergeneeskundige noodzaak is. Alleen voor de schapenrassen Suffolk, Hampshire Down en Clun Forrest geldt een uitzondering op dit verbod. Tot 1 januari 2028 is preventief couperen van een deel van de staarten van deze rassen nog toegestaan.
Verbod op couperen of castreren met elastiek
Het is verboden om met een elastiek een dier te castreren of met een elastiek de staart van een dier te verwijderen. Bij deze ingreep knelt een elastiek het lichaamsdeel af, waarna het geleidelijk afsterft. Dit kan meerdere dagen duren. Daarna ontstaat een open wond. Het proces tot genezing kan meerdere weken duren en is erg pijnlijk voor het dier, ook als het dier pijnstilling krijgt.
Een staart mag dus alleen operatief verwijderd worden, en alleen bij een diergeneeskundige noodzaak. En als een minder ingrijpende behandeling niet het gewenste effect heeft.
Castreren is een toegestane lichamelijke ingreep. Dat betekent dat deze ingreep chirurgisch uitgevoerd mag worden door de dierenarts. Er hoeft geen diergeneeskundige noodzaak te zijn.
Informatie over lichamelijke ingrepen per diersoort
Op de volgende pagina’s vindt u meer informatie over lichamelijke ingrepen en welzijnsregels per diersoort:
Zo houden wij toezicht
Wij houden toezicht op dierenwelzijn. Dit doen we onder andere door inspecties uit te voeren, bijvoorbeeld op veehouderijen, bij fokkers en op veemarkten. Zien we tijdens een inspectie dat u een verboden ingreep heeft verricht, of heeft laten verrichten bij een dier? Dan grijpen we in. We kunnen u bijvoorbeeld een boete geven of een maatregel opleggen. Lees meer over ons toezicht.
Bent u bedrijfsmatig houder van dieren en treffen wij een verboden ingreep aan bij uw dier? Dan doen wij een melding bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). RVO kan aanvullende maatregelen nemen, bijvoorbeeld een deel van uw inkomenssteun inhouden.