Kortsnuiten
Heeft u een hond met een korte, platte snuit, zoals een mopshond, Franse bulldog of Engelse bulldog? Of bent u van plan er een te kopen? Honden met een te korte snuit hebben een grote kans op gezondheidsproblemen. Ze zijn bijvoorbeeld vaak benauwd. Ze hebben hierdoor extra zorg nodig. Fokken met honden met een te korte snuit is verboden.
Is de snuit van mijn hond te kort?
Hoe herken ik een te korte snuit?
U kunt zelf controleren of een volgroeide hond een te korte snuit heeft. Een hond is gemiddeld volgroeid vanaf 1 jaar. In de afbeelding hieronder staan een aantal kenmerken. Klik op de plusjes om ze te zien.
Uitleg van de nummers in de afbeelding
De verhouding tussen de schedel en de snuit is kleiner of gelijk aan 0,5. Hieronder leest u hoe u dit kunt opmeten.
Als de hond recht naar voren kijkt, is in minimaal tweekwart van het oog oogwit te zien.
De hond kan de oogleden niet helemaal sluiten.
De neusgaten zijn ernstig vernauwd.
De hond heeft een neusplooi. Vanaf de neusplooi kunnen haren in het oog prikken.
De hond maakt snuivende, snurkende of zagende geluiden tijdens het ademhalen. Ook als de hond rustig zit of ligt.
Hoe kan ik de snuit van de hond opmeten?
Zo meet u de snuit van uw hond op:
- Meet met een meetlint de lengte van de neus (van het begin van de neus tot de neuspunt).
- Meet de lengte van de schedel (van het begin van de neus tot en met de achterhoofdsknobbel).
- Deel de neuslengte door de schedellengte. Is de uitkomst 0,5 of lager? Dan is de snuit te kort en heeft uw hond meer risico op gezondheidsproblemen.
Voorbeeld
De lengte van de neus van een hond is 3,5 centimeter. De lengte van de schedel is 12,5 centimeter. De neuslengte gedeeld door de schedellengte is 0,28. Dit is minder dan 0,5, dus de snuit is te kort.
Wilt u zeker weten of de snuit van uw hond te kort is? Ga dan langs uw dierenarts.
Gezondheidsproblemen bij honden met een korte snuit
Honden met een korte snuit hebben een grote kans op gezondheidsproblemen, zoals Brachycephalic Obstructive Airway Syndrome (BOAS). Honden met deze aandoening hebben nauwere luchtwegen en smallere neusgaten dan gezonde honden. Ze kunnen hierdoor erg benauwd zijn. Ook hebben ze vaak meer moeite met hijgen en ze raken sneller oververhit. Lees meer over BOAS op de website van het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren (LICG).
Ook hebben honden met een korte snuit een grote kans op de volgende aandoeningen:
- Gebitsproblemen
- Slaapproblemen
- Oogproblemen
- Overgewicht
Wat kan ik doen als mijn hond een te korte snuit heeft?
Vraag advies aan uw dierenarts
Heeft uw hond een te korte snuit of twijfelt u of dit zo is? Ga met uw dier naar de dierenarts. De dierenarts kan u adviseren. In sommige gevallen is een operatie nodig. Bijvoorbeeld een operatie om de neusgaten van de hond te corrigeren of het gehemelte in te korten. Na de operatie is uw dier waarschijnlijk minder benauwd.
Deze operatie is alleen mogelijk in een gespecialiseerde kliniek of bij een gespecialiseerde dierenarts. De verdoving (anesthesie) is complexer vanwege de vernauwde luchtpijp van de hond. Vraag uw dierenarts naar de risico’s en kosten van de behandelingen.
Bied extra zorg aan uw hond
Een hond met een te korte snuit heeft extra zorg nodig. U kunt bijvoorbeeld het volgende doen:
- Let extra op bij warm weer. Kortsnuiten hebben meer moeite met hijgen en raken sneller oververhit. Zorg dus voor verkoeling op hete dagen.
- Reinig regelmatig de neusplooien van uw hond. Uw hond is dan mogelijk minder benauwd.
- Voorkom dat uw hond overgewicht krijgt. Zorg ervoor dat uw hond voldoende beweegt.
Waar moet ik op letten als ik een kortsnuit koop?
Wilt u een hond met een korte snuit kopen? Koop het dier bij een fokker of handelaar die zich aan de regels houdt. En dus niet fokt met honden met een te korte snuit. Vraag of de fokker de ouderdieren door een dierenarts heeft laten controleren.
De dierenarts beoordeelt ouderdieren aan de hand van 6 criteria. De dierenarts meet onder andere de snuit van de hond en checkt of die niet te kort is. En controleert of de hond de ogen goed kan sluiten en of de neusgaten niet vernauwd zijn. De dierenarts kan ook op andere erfelijke kenmerken testen. Vraag eventueel om de contactgegevens van de dierenarts, zodat u zelf kunt navragen of de ouderdieren gecontroleerd zijn.
Meer informatie over het kopen van honden vindt u bij het LICG. Gebruik bijvoorbeeld het stappenplan Puppy via internet en de puppy-checklist van het LICG.
Verbod op fokken met honden met een te korte snuit
U mag niet fokken met honden met een te korte snuit. Uw dierenarts kan beoordelen of uw hond geschikt is om mee te fokken. Zo kunt u voorkomen dat u onbedoeld de regels overtreedt. Uw dierenarts controleert hoe de hond scoort op 6 criteria. Voldoet uw hond niet aan deze criteria? Dan mag u niet fokken met deze hond.
De dierenarts let ook op eventuele andere gezondheidsklachten en afwijkingen.
Zo houden wij toezicht
Wij houden toezicht op het verbod op fokken met honden met een te korte snuit. Dat doen wij samen met de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (LID). We gaan langs bij fokkers. Fokt u toch met een hond met een te korte snuit? Dan kunnen wij u een boete geven. Lees meer over de regels voor fokken met honden.
Vermoedt u dat een fokker zich niet aan het fokverbod houdt? Meld het ons.