Stand van het Toezicht 2023
We komen voortdurend dilemma's en uitdagingen tegen in ons werk. De afgelopen 2 jaar benoemden we de belangrijkste in de 'Stand van...' We deden daarbij een oproep aan ministeries en politiek om deze samen met ons op te pakken.
Terugkijkend constateren we dat er 2 uitdagingen zijn opgepakt:
- Het herstellen van de balans en focus in het takenpakket van de NVWA.
- De financiering en herinrichting van het stelsel van keuringen in de vleesketen.
Hier wordt door NVWA, LNV en VWS gemeenschappelijk aan gewerkt, maar is nog niet klaar. Dit blijft om aandacht vragen van de NVWA en de ministeries.
Over de overige uitdagingen zijn we in gesprek met ministeries en politiek. We benoemen in de Stand van het Toezicht 2023 dan ook geen nieuwe dilemma's en uitdagingen, maar gaan in op 3 eerder benoemde onderwerpen. We geven aan wat de stand van zaken is, wat we willen bereiken en wat we daarvoor nodig hebben van ministeries en politiek. Zo willen we het maatschappelijk effect van ons toezicht vergroten.
Ook in onze wetgevingsbrief, die we medio dit jaar versturen aan de ministers van LNV en VWS, staan dezelfde uitdagingen centraal.
1. Randvoorwaarden voor onafhankelijk toezicht
Borg de onafhankelijkheid van de NVWA in de Wet op de rijksinspecties en kies voor een vorm van financiering van de NVWA die ruimte geeft voor risicogericht toezicht.
De NVWA bewaakt de publieke belangen voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn, natuur en milieu, plantgezondheid, productveiligheid en tabaks- en alcoholontmoediging. Uitgangspunt voor het onafhankelijk toezicht van rijksinspecties is dat de inspecties zelf over het richten van het toezicht, de keuze voor effectieve toezichtmethoden en het interventiebeleid gaan. Zo kunnen we zelfstandig onderzoek doen naar risico’s die de samenleving het meest bedreigen en afwegen in welke sectoren en bij welke bedrijven toezicht het meest nodig is. Het kabinet werkt aan het verder borgen van die onafhankelijkheid met de Wet op de rijksinspecties. De Inspectieraad heeft, ook namens de NVWA, een reactie gegeven op een eerste concept van deze wet. Ook wij pleiten voor het duidelijk wettelijk waarborgen als ondersteuning van de onafhankelijke taakuitoefening door rijksinspecties.
De NVWA voert met de eigenaar (LNV) en opdrachtgevers (VWS en LNV) gesprekken over de werking van het agentschapsstelsel. Dit vanwege het belang van doelmatige en onafhankelijke organisatie van het toezicht. Het stelsel van governance en financiering moet er maximaal aan bijdragen dat we langjarige afspraken kunnen maken over de gezamenlijk gewenste impact van toezicht. In opdracht van LNV is het agentschap NVWA doorgelicht. De aanbevelingen die daaruit kwamen, bespreken de NVWA, LNV en VWS onderling. Met als doel een gemeenschappelijke ambitie voor de toekomstige governance. Ook in de bekostiging van onze toezichtactiviteiten zien we kansen om het toezicht meerjarig te richten: meer gericht op de aard van de risico's en met de maatschappelijke opgaven voor ogen.
2. Toezicht gericht op maatschappelijke impact
Aan ministeries: Pas het beleidskompas toe en betrek ons zo vroeg mogelijk bij totstandkoming van beleid en wetgeving.
Aan de politiek: Neem beschikbare informatie over handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid mee bij het oordeel over amendementen.
De NVWA toetst nieuwe en gewijzigde wet- en regelgeving op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toets). Dat is een toets voor het in werking treden van wet- en regelgeving. In een wet kan een evaluatiebepaling staan. De standaardtermijn daarvoor is 5 jaar na inwerkingtreding. In reactie op het rapport 'Ongekend onrecht' over de toeslagenaffaire heeft het kabinet bepaald dat er een invoeringstoets komt. Deze toets wordt uitgevoerd op het vroegst mogelijke moment waarop iets nuttigs gezegd kan worden over de werking van wet- en regelgeving in de praktijk. De invoeringstoets biedt voor de NVWA de mogelijkheid om – eerder dan bij een wetsevaluatie – knelpunten voor het toezicht terug te leggen bij LNV en VWS. Dat is een verbetering. Zeker bij wetgeving die naar aanleiding van het maatschappelijke en politieke debat regelmatig wijzigt (dierenwelzijn, mest).
Wij willen met ons toezicht maximaal maatschappelijk effect, ofwel impact, realiseren. We willen zorgen dat we met onze instrumenten kunnen voldoen aan de verwachtingen die de samenleving van ons toezicht heeft. Door de op 1 januari 2024 in werking getreden Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing zijn de mogelijkheden om effectiever op te treden tegen schending van het dierenwelzijn toegenomen. We kunnen een bedrijf tijdelijk sluiten als het dierenwelzijn in het geding is. Duidelijke normen vergroten de wil tot het nemen van de eigen verantwoordelijkheid om na te leven en ze bevorderen, waar dat nodig is, ook (juridisch houdbare) effectieve handhaving. Onze inspecteurs hebben hun professionele afwegingsruimte. Het is niet wenselijk dat het vertrouwen in hun oordeel wordt aangetast door uiteenlopende opvattingen over wat dierwaardig is. Inspecteurs moeten weten waarop ze een houder van dieren kunnen aanspreken en zo nodig een interventie kunnen toepassen. Op deze manier weten houders ook dat zij in gelijke gevallen gelijk behandeld worden. De NVWA zal de wet- en regelgeving over dierwaardige veehouderij die de minister van LNV aan de Tweede Kamer heeft toegezegd, dan ook toetsen op handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid. Dit doen we in het belang van het dierenwelzijn, de naleving die daarbij hoort én met het oog op voorspelbare, eenduidige toepassing van wet- en regelgeving door onze medewerkers.
Het waarborgen van publieke belangen gaat verder dan het taakgericht handhaven op basis van wet- en regelgeving. We hebben het publieke belang voor ogen. We kijken hoe risico’s ontstaan en kiezen vervolgens voor op maat gemaakte, eigentijdse toezichtmethoden. Met koplopers in de sector en brancheorganisaties, onderzoeksinstituten en handhavingspartners bespreken we hoe risico's voorkomen of verkleind kunnen worden en zoeken we samen de mogelijkheden voor innovatief toezicht op. We communiceren over risico's en wijzen bedrijven en burgers op hun eigen verantwoordelijkheid. Als we vinden dat regels of beleid niet passen bij de maatschappelijk gewenste situatie, dan zeggen we dat. We vragen daarbij van ministeries om ons, zoals ook in het beleidskompas staat, zo vroeg mogelijk te betrekken bij beleid en wetgeving. Zodat we samen – met risicogericht en kennisgedreven toezicht – maatschappelijke impact kunnen realiseren.
3. Kennisgedreven toezicht: op basis van een stevige datapositie
Voer het onderzoek naar de bevoegdheid van de NVWA om data bij externe partijen op te vragen met prioriteit uit, zodat er snel duidelijkheid komt over de juridische grondslag die daarvoor nodig is.
De NVWA zet het toezicht zo risicogericht en doelmatig mogelijk in. Om dit te kunnen doen en maximaal effect te behalen, is een stevige datapositie nodig. Inspecteren is een belangrijke bron van informatie, en tegelijk arbeidsintensief en daarmee relatief kostbaar. Met aanvullende data van derden (overheidsorganen, sectoren) kunnen we robuuste risico- en trendanalyses, bedrijvenselecties en monitoringsactiviteiten uitvoeren. Dit leidt tot een completer inzicht in en duiding van risico's, trends en ontwikkelingen. Daarmee kunnen we het toezicht beter richten en wetgevers, beleidsmakers en sectoren helpen om vanuit ieders eigen verantwoordelijkheid de publieke belangen beter te borgen. Zo kunnen we, uiteraard binnen de kaders en met de juiste waarborgen, data benutten om er op toe te zien dat bedrijven zorgvuldig omgaan met mens, dier en natuur.
Voor het kunnen doen van onder andere risicobeoordelingen hebben we ons de afgelopen jaren ingezet om relevante datasets te ontwikkelen. We zijn begonnen met dierenwelzijn en breiden dit uit voor andere publieke belangen. Hiermee versterken we onze informatiepositie.
Om hiermee verder te kunnen, hebben we behoefte aan een ruimere wettelijke grondslag in een kaderwet voor het kunnen opvragen van gegevens bij derden. De minister van LNV heeft op 18 april 2024 aan de Tweede Kamer gemeld dat hij onderzoekt of, hoe en onder welke voorwaarden deze bevoegdheid kan worden vormgegeven.