In de Stand van het Toezicht van de NVWA belichten we de belangrijkste dilemma's en uitdagingen die we in ons werk als toezichthouder tegenkomen. Wij staan continu in contact met de buitenwereld en zijn responsief. Dit betekent dat we openstaan voor feedback en ideeën over hoe ons toezicht kan worden verbeterd. Het houdt ook in dat we aangeven waar we kansen zien in wet- en regelgeving om de impact van ons toezicht te vergroten.
Vorig jaar hebben we de balans opgemaakt van de Standen van het Toezicht uit voorgaande jaren. We constateerden dat 2 van de door ons benoemde uitdagingen in ons toezichtswerk zijn opgepakt. Voor 3 andere uitdagingen liepen de gesprekken, maar was er nog aanzienlijk werk te verzetten. Dit laatste geldt nog steeds. Deze observatie sluit aan bij de Staat van de Uitvoering, een jaarlijkse publicatie die structurele uitdagingen in de uitvoeringspraktijk van de overheid behandelt. Onze Stand van het Toezicht is hiervan afgeleid.
In september 2024 verscheen een nieuwe editie van de Staat van de Uitvoering. Deze concludeert dat er sinds 2022 op veel plekken verbeteringen zijn doorgevoerd, maar dat problemen die meerdere organisatie- en beleidsterreinen overstijgen nog niet zijn opgelost. De Staat van de Uitvoering pleit voor meer regie en betere samenwerking, onder het motto: 'je draagt bij waar je nodig bent'. In 2024 vraagt de Staat van de Uitvoering specifieke aandacht voor de belangrijkste knelpunten:
Minder complexiteit
Betere gegevensuitwisseling
Meer doen met minder mensen
Deze punten zijn herkenbaar voor de NVWA. In deze Stand van het Toezicht 2024 lichten we toe waar deze knelpunten (onder andere) wringen in óns dagelijks werk, wat er al gebeurt en wat er nodig is. Dit alles met het doel om ons optimaal te kunnen richten op waar we voor staan: maatschappelijke impact.
Voor het toezicht noodzakelijke verbeteringen
Waar schuurt het?
Open normen zijn bedoeld om ondernemers flexibiliteit te bieden, zodat zij in de praktijk binnen de wet- en regelgeving tot de beste invulling kunnen komen. Deze keuze heeft voordelen, maar ook een keerzijde. In deze passage gaan we in op open normen met betrekking tot dierenwelzijn. Complexiteit van regelgeving speelt echter op meerdere terreinen. Mestwet- en regelgeving is bijvoorbeeld complex door de vele uitzonderingen, wat handhaving en uitvoering bemoeilijkt en de fraudebestendigheid vermindert.
Bij het publiek belang Dierenwelzijn zorgt een open geformuleerde norm ervoor dat het niet altijd duidelijk is voor zowel ondernemers als toezichthouders welke maatregelen genomen moeten worden om aan de norm te voldoen. De praktijkervaring met open normen in het toezicht leert dat de hoogste bestuursrechter uiteindelijk per geval, bijvoorbeeld in procedures na handhavingsverzoeken van dierenrechtenorganisaties, beslist welke invulling van een open norm passend en evenredig is.
Wat gebeurt er al?
Sinds 2021 spant het ministerie van LVVN zich in om de open normen uit de Wet dieren nader in te vullen. Vele betrokkenen, waaronder medewerkers van de NVWA, werken hieraan mee.
Wat is er (meer) nodig?
De NVWA pleit voor het vergroten van de bekendheid van het bestaande proces waarin beleid en toezichthouders open normen nader invullen. Dit proces dient verder te worden ontwikkeld en transparant te worden gemaakt. Op die manier is voor belanghebbenden - zoals ondernemers, belangenorganisaties en ngo's - voldoende helder waar en wanneer zij hun standpunten kunnen inbrengen. De NVWA onderschrijft het belang van een cyclisch, transparant en voorspelbaar proces voor het selecteren, opstellen en invullen van open normen. Vroegtijdige samenwerking tussen beleid, de NVWA en andere toezichthouders is daarbij essentieel om aspecten zoals handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid mee te wegen.
Waar schuurt het?
De huidige wet- en regelgeving is versnipperd over de diverse publieke belangen die de NVWA behartigt. Dit biedt ons onvoldoende juridische grondslag om gegevens bij derden op te vragen. In de praktijk leidt het opvragen van data bij derden voortdurend tot vragen over de juridische basis. Regelmatig ontvangen we de informatie daardoor onvolledig of te laat. Dit belemmert risicogericht toezicht en daarmee onze maatschappelijke impact.
Daarnaast zijn er situaties waarin relevante informatie beschikbaar is bij de toezichthoudende tak van de NVWA, maar deze niet mag worden gedeeld met de Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van de NVWA. Als delen wel mogelijk is, vergen de noodzakelijke procedures veel tijd en administratieve capaciteit.
Wat gebeurt er al?
Over gegevensuitwisseling met derden zijn we al enige tijd constructief in gesprek met zowel VWS als LVVN. De toenmalige minister van LNV heeft op 18 april 2024 aan de Tweede Kamer gemeld dat wordt onderzocht of, hoe en onder welke voorwaarden deze bevoegdheid kan worden geïmplementeerd.
Wat is er (meer) nodig?
De NVWA verzoekt de minister van LVVN en de verantwoordelijke staatssecretarissen van LVVN en VWS om een wettelijke bevoegdheid voor het opvragen van gegevens bij derden. Deze bevoegdheid zou vergelijkbaar moeten zijn met wat andere diensten al hebben. Dit kan via een generieke regeling of specifiek in de wetten waar de problemen nu het meest nijpend zijn. Tevens verzoekt de NVWA de minister en staatssecretarissen om een wettelijke grondslag voor het delen van persoonsgegevens met de eigen opsporingsdienst.
Waar schuurt het?
Er komen nog steeds misstanden voor met dieren in slachthuizen en op verzamelcentra. Onze inspecteurs kunnen uiteraard niet voortdurend toezicht houden op alle verschillende activiteiten met dieren. Ook in slachthuizen met permanent toezicht is het onmogelijk om een volledig overzicht te hebben van alle activiteiten met dieren verspreid over het complex. Cameratoezicht kan helpen bij het verkrijgen van dit overzicht.
Wat gebeurt er al?
Naar aanleiding van een aangenomen motie in de Tweede Kamer heeft de toenmalige minister van LNV ervoor gezorgd dat in 2018 in alle grotere slachthuizen op vrijwillige basis cameratoezicht op dierenwelzijn is ingesteld. Het ministerie van LVVN heeft recentelijk hard gewerkt aan een wetsvoorstel om een wettelijke basis te creëren voor verplicht cameratoezicht.
Wat is er (meer) nodig?
Om misstanden effectiever te bestrijden, vraagt de NVWA het ministerie om zo spoedig mogelijk kaders te bieden voor verplicht cameratoezicht bij verzamelcentra en in slachthuizen. Dit omvat in ieder geval de wettelijke mogelijkheid om cameratoezicht bij verzamelcentra als tijdelijke maatregel op te leggen.
Waar het om gaat: Maatschappelijke impact
De NVWA bewaakt de publieke belangen op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn, natuur en milieu, plantgezondheid, productveiligheid en tabaks- en alcoholontmoediging. Het bewaken van deze belangen doen we uiteraard nooit alleen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met LVVN en VWS om beleid en toezicht goed op elkaar af te stemmen. Ook werken we samen met brancheorganisaties en ngo's. We onderschrijven dan ook de oproep uit de Staat van de Uitvoering voor meer regie en betere samenwerking. Het specifieke belang van organisaties weegt immers nooit zwaarder dan het algemene maatschappelijke belang.