Advies van BuRO over risico’s chloraat in voeding zuigelingen en peuters

BuRO adviseert een maximaal chloraatgehalte aan te houden in zuigelingen- en peutervoeding. Tevens adviseert BuRO om met de sector in gesprek te gaan over een verlaging van de chloraatgehalten in voedingsmiddelen speciaal bestemd voor deze doelgroepen.

BuRO geeft daarbij het advies om deze ontwikkelingen te monitoren en extra gegevens te verzamelen van specifieke voedingsmiddelen voor zuigelingen en peuters. BuRO adviseert tevens om de bevindingen uit de risicobeoordeling mee te nemen bij de vaststelling van Europese normen voor voedingsmiddelen voor zuigelingen en peuters en de doorwerking van de voorgestelde Europese norm voor drinkwaterkwaliteit.

Aanleiding en vraagstelling

Chloraat kan bij de productie van voedingsmiddelen via verschillende routes in voedingsmiddelen terechtkomen, bijvoorbeeld door gebruik van gechloreerd spoelwater, chloor gebaseerde desinfectiemiddelen en door de aanwezigheid van chloraatresiduen in technische hulpstoffen en additieven. Chloraten zijn in het verleden als gewasbeschermingsmiddel toegepast, maar dit is binnen Europa niet meer toegestaan.

Langdurige hoge blootstelling aan chloraat kan in de mens leiden tot een verstoorde schildkierfunctie. Het is onwaarschijnlijk dat incidentele inname van voeding met hoge chloraatgehalten tot acute gezondheidseffecten zal leiden.

Sinds 2018 stelt de NVWA vast dat de ‘maximum residue level’ (MRL) van 0,01 mg/kg voor chloraat wordt overschreden in zuigelingen- en peutervoeding. Deze MRL is vastgesteld voor alle niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Voor voedingsmiddelen anders dan zuigelingen- en peutervoeding is recent een Wijzigingsverordening in werking getreden waarin tijdelijke (hogere) MRL’s zijn vastgesteld om, met inachtneming van de andere introductieroutes, een meer realistische limietwaarde te stellen. De sector geeft aan dat de geldende MRL ook voor zuigelingen- en peutervoeding moeilijk haalbaar is.

Naar aanleiding hiervan heeft de directie Handhaven van de NVWA aan BuRO gevraagd:

  1. Wat het effect op de voedselveiligheid is wanneer er hogere concentraties chloraat in de voeding specifiek bedoeld voor zuigelingen en peuters aanwezig is.
  2. Bij welke concentratie chloraat er geen nadelige effecten op de gezondheid van deze doelgroep te verwachten is.
  3. Hoe andere landen met dit probleem omgaan.

Antwoord op de vragen

BuRO geeft aan dat de geldende MRL van 0,01 mg/kg voldoende beschermend is. Bij langdurige consumptie van (opvolg)zuigelingenvoeding en kant-en-klaar commercieel verkrijgbare voedingsmiddelen voor de specifieke doelgroepen kan een negatief gezondheidseffect niet worden uitgesloten bij gehalten boven de 0,04 mg/kg kant-en-klaar product of melkpoeder. Uit het marktonderzoek van de NVWA blijkt dat een deel van de voedingsmiddelen deze hogere chloraatgehalten bevat. BuRO doet de aanbeveling om het gehalte in de betreffende voedingsmiddelen te doen verlagen. Tussen Europese landen bestaan grote verschillen wat betreft de inrichting van toezicht en handhaving op chloraat in zuigelingen- en peutervoeding.

Actuele ontwikkelingen

De sector heeft inmiddels een EU-brede 'roadmap' opgesteld voor verlaging van het chloraatgehalte in zuigelingen- en peutervoeding, en heeft aangegeven dat de gehalten aan chloraat zijn verlaagd en het percentage overschrijdingen is gedaald. Zie hiervoor ook de management reactie.