Inspectieresultaten covergisters 2021

De NVWA controleert jaarlijks een aantal covergisters op de naleving van de Meststoffenwet. De bevindingen worden daarnaast ook gebruikt om de uitvoerder van de SDE+-subsidieregeling - de Rijkdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in Zwolle - te informeren. Covergisters zijn onderdeel van de Versterkte Handhavingsstrategie (VHS) Mest.

Samenvatting

De afgelopen jaren heeft de NVWA inspecties op de naleving van de wettelijke bepalingen voor covergisting steeds risicogericht ingestoken. In 2021 is een project uitgevoerd om op basis van een aselecte keuze van 22 covergisters (een kwart van de populatie) met inspecties te komen tot een meer objectief beeld van het naleefgedrag in deze sector.

Het nalevingspercentage van 73% geeft enerzijds aan dat de overgrote meerderheid van de bedrijven de regels van de meststoffenwetgeving respecteert. En anderzijds bevestigt dit de keuzen van de NVWA in eerdere jaren om in deze sector zoveel mogelijk risicogericht te werk te gaan.

Covergisters

In de VHS Mest van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de NVWA en RVO zijn de covergisters als risicovolle schakel in de mestketen geïdentificeerd. Het betreft het mestbeleid en ook de subsidieregeling die valt onder het ministerie van Economische Zaken.

Covergisting is een vorm van mestbewerking. Het primaire doel van een covergister is het opwekken van duurzame energie (elektriciteit, gas en/of warmte). Hiervoor wordt dierlijke mest in de vergister gemengd met afval- en reststromen. Omdat het digestaat dat overblijft na het vergistingsproces uiteindelijk als meststof op landbouwgrond mag worden uitgereden, moeten in de eigen administratie gegevens worden bijgehouden over alle van de met de dierlijke mest vergiste afval- en reststoffen, over de aard, herkomst en samenstelling, en over de dosering daarvan. Ook moet door de vergister met analyses aangetoond kunnen worden dat bepaalde stoffen voldoende schoon zijn van zware metalen en organische microverontreinigingen.

Alle geïnspecteerde covergisters maken gebruik van de SDE+-subsidieregeling voor de productie van duurzame energie uit biomassa. De vereisten van de Meststoffenwet zijn ook opgenomen als voorwaarden om in aanmerking te komen voor deze subsidies. Sinds 2017 is het mogelijk voor RVO om naar aanleiding van een overtreding van de meststoffenregelgeving een korting op het subsidiebedrag door te voeren.

Bij covergisting bestaat het risico van het mengen van niet toegestane (schadelijke) stoffen, die anders tegen aanzienlijk hogere kosten naar een afvalverwerker zouden moeten worden afgevoerd. Het gevormde digestaat zou daarmee een milieurisico kunnen vormen bij het latere gebruik hiervan als meststof op landbouwgrond. Dit is een belangrijk aandachtspunt in de inspecties op covergisting, die verder toezien op het gebruik van tenminste 50% dierlijke mest en het voeren van een transparante administratie.

Op basis van een a-selecte keuze van 22 covergisters, uit de populatie van 95 covergisters, is er in het najaar van 2021 een objectief beeld verkregen van het naleefgedrag in deze sector. Van de 22 inspecties zijn er 6 als niet-akkoord aangemerkt. Deze hebben in alle gevallen betrekking op het gebruik van niet-toegelaten afval- en reststoffen.

Naast het project om een naleefbeeld te verkrijgen, zijn in 2021 14 inspecties, die waren gestart in 2020, afgerond. Hiervan zijn er 4 als niet-akkoord aangemerkt. Ook hier is in alle gevallen het gebruik van niet-toegelaten afval- en reststoffen aan de orde.

Doorlooptijden van deze inspecties kunnen langdurig zijn als stoffen gebruikt blijken te zijn die materieel gezien overeenkomen, maar formeel niet genoemd staan in bijlage Aa (zie Wettelijk kader). In dergelijke gevallen kan de NVWA de vergister (en/of zijn toeleverancier) in de gelegenheid stellen om de betreffende stof alsnog te laten formaliseren.

Tabel 1: Aantal akkoord/niet-akkoord controles 2021 (peildatum 14-02-2021)

Controle resultaten naleefbeeld Aantal Nalevingspercentage
Akkoord 16
Niet akkoord 6
Totaal 22 73%
Controle resultaten afronding 2020 Aantal Nalevingspercentage
Akkoord 10
Niet akkoord 4
Controle resultaten overall Aantal Nalevingspercentage
Akkoord 26
Niet akkoord 10
Totaal 36 73%

Maatregelen

De 10 niet-akkoorden zijn gerapporteerd met een rapport van bevindingen en naar RVO verzonden. RVO handelt deze rapporten verder bestuursrechtelijk af met consequenties voor de subsidieverlening. Weliswaar kunnen deze overtredingen ook gesanctioneerd worden vanwege de meststoffenregelgeving, maar de NVWA kan ervan afzien deze te rapporteren omdat subsidiekortingen veel meer impact hebben.

Wettelijk kader

De Meststoffenwet bevat algemene regels over de verantwoording van productie, het verhandelen en het gebruik van dierlijke meststoffen. Deze regels zijn in detail verder uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (UBM) en de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (URM).

In bijlage Aa bij artikel 4 van de URM (‘Eindproducten van bewerkingsprocédés die als meststof kunnen worden verhandeld’, categorie 1) staan voor covergisters de afval- en reststromen benoemd die voor deze activiteit gebruikt kunnen worden. Overeenkomstig art. 33/39 UBM en 38/46 URM dient een covergister een inzichtelijke administratie te voeren waaruit afgeleid kan worden welke co-materialen als voeding voor de vergister zijn gebruikt en of de verplichte minimum hoeveelheid van 50% dierlijke mest is gebruikt.

De opname van afval- en reststoffen in bijlage Aa geschiedt door het aanbieden van een dossier ter beoordeling door de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM), een onafhankelijke wetenschappelijke commissie die het ministerie van LNV adviseert over onderhoud en aanpassingen van de meststoffenregelgeving.

Vervolgaanpak

Het meer objectieve beeld van de naleving door de covergistingssector dat met dit project verkregen is, het nalevingspercentage van 73%, geeft aan dat het met de naleving binnen de doelgroep covergisters beter is gesteld dan het negatieve beeld, dat de afgelopen jaren is ontstaan op basis van de risicogerichte aanpak. Enige nuancering van deze beeldvorming lijkt op zijn plaats.  

In het jaarplan 2022 is voorzien om opnieuw risicogericht te werk te gaan met extra aandacht voor vergisters die het digestaat op eigen percelen gebruiken.