Voorwaarden bij exportinspecties van planten, groenten, fruit, of plantaardige producten

De NVWA geeft bij export garanties af over de producten die op een exportcertificaat vermeld staan. Hiervoor doen we exportinspecties. Deze worden voor ons uitgevoerd door de keuringsdiensten. Om een goede inspectie te kunnen uitvoeren moeten zowel de exportzending als de inspectieplaats aan een aantal voorwaarden voldoen. Voldoet u niet aan deze voorwaarden dan kan de inspectie gestaakt of geweigerd worden.

Eisen aan de zending tijdens de inspectie

De inspecteur moet alle producten goed kunnen beoordelen. Zorg er ook voor dat er tijdens de inspectie assistentie aanwezig is. De volgende voorwaarden gelden:

  • De zending moet herkenbaar bij elkaar zijn opgeslagen. En ruimtelijk gescheiden zijn, zodat de inspecteur eromheen kan lopen.

Bij bootzendingen groenten en fruit kan de inspecteur tijdens het laden van de boot starten met inspectie, nog voordat de gehele zending als eenheid bij elkaar staat.

  • De zending moet traceerbaar en identificeerbaar zijn (de herkomst en het soort product).
  • De zending moet gereed zijn voor export.
  • De omvang en de samenstelling van de zending moet volledig toegankelijk en inzichtelijk zijn.
  • Is er sprake van meerdere bestemmingen? Dan moeten de zendingen per bestemming gegroepeerd zijn.
  • Afgekeurde partijen moeten uit de zending worden gehaald.

Eisen aan de inspectieplaats

De locatie moet veilig zijn en goed geschikt om de inspectie uit te voeren.

Goede voorzieningen

De inspectieplaats heeft de volgende voorzieningen:

  • Een inspectietafel met een glad oppervlak van tenminste 1 m2 met voldoende licht over de hele tafel. Een Deense kar of een mobiele inspectietafel zijn ook toegestaan.
  • Een afvalbak.
  • De mogelijkheid om tafel en gereedschappen te ontsmetten met een middel dat daarvoor geschikt is.

Voldoende licht

  • Op de inspectieplaats moet voldoende licht zijn.

Wanneer we geen inspectietafel kunnen gebruiken

Er gelden andere voorwaarden voor grote producten waarvoor de inspecteur geen inspectietafel kan gebruiken. Bijvoorbeeld bij hout of verpakkingshout, bomen, of gebruikte land- en tuinbouwmachines.

  • De zending moet goed bereikbaar zijn voor de inspecteur. Tot een hoogte van 2,50 meter kan de inspecteur gebruikmaken van een trap. Zoals staat in de Arbowet.
  • Er moet voldoende licht beschikbaar zijn op het te inspecteren oppervlak. Dit mag daglicht of kunstlicht zijn, en eventueel een mobiele lichtinstallatie. Zie de eisen voor licht hierboven bij ‘Eisen aan de inspectieplaats’.

Arboveiligheid

De inspecteur moet de inspectie veilig kunnen uitvoeren volgens de regels van de Arbowet. Daarbij geldt onder andere:

  • De inspectieplaats moet voldoende zijn afgeschermd. Bijvoorbeeld door scheiding, palen, vangrails of iets dergelijks.
  • De inspecteur mag niet worden blootgesteld aan schadelijke gassen.

Vindt de inspectie in de openlucht plaats? Dan zal de inspecteur de inspectie bij extreme weersomstandigheden of bij regen staken. Eventuele extra kosten zijn in dat geval voor rekening van de aangever.