Nieuwe Uitvoeringsverordening aardappelmoeheid

De Europese Uitvoeringsverordening voor aardappelmoeheid (AM) is aangepast. De belangrijkste veranderingen voor pootgoedtelers die in de bestrijdingsrichtlijn in 2010 van kracht geworden zijn, zoals hieronder vermeld, zijn ongewijzigd gebleven:

  • Standaard bemonsteringsniveau van grondonderzoek wordt verhoogd van 600 naar 1.500 ml/ha. Verlaging tot huidige 600 ml/ha is in bepaalde situaties mogelijk.
  • Bij het aantreffen van AM wordt aan weerszijde van de besmette strook een afbakening van 16 meter toegepast. Als 2 besmettingen na afbakening minder dan 27 meter uit elkaar liggen, wordt ook het tussenliggende terrein besmet verklaard. Ook bij het verwerken van uitslagen van bemonstering op een AM besmet perceel worden deze regels (16 m/max. 27 meter) toegepast (afbakening kan dus de grens van een bestaande besmetverklaring overschrijden).
  • Duur van de besmetverklaring neemt toe. De minimale duur is 3 hele jaren vanaf het jaar van opleggen óf het jaar van de laatste aardappelteelt.
  • Mogelijkheden voor teelt van aardappelen op besmet verklaard terrein worden ruimer.
  • Het valplekkenonderzoek is vervangen door grondonderzoek. Dit vindt alleen plaats op percelen met consumptie- of zetmeelaardappelen.