Natuurlijke gifstoffen in levensmiddelen

In levensmiddelen kunnen gifstoffen (ook wel: toxinen) uit de natuur zitten. Zo bevat maanzaad soms morfine en zit in pinda’s soms aflatoxine. Deze gifstoffen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Bedrijven moeten maatregelen nemen om te voorkomen dat er te veel natuurlijke toxinen in hun producten zitten. De NVWA controleert dit.

Wat zijn natuurlijke toxinen?

Natuurlijke toxinen zijn gifstoffen die door de natuur worden voortgebracht, bijvoorbeeld door algen, bacteriën, paddenstoelen, planten of schimmels. Van veel gifstoffen is bekend dat ze schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid als mensen er lange tijd te veel van binnenkrijgen.

Maximum limieten

Voor de meest bekende en schadelijke toxinen heeft de Europese Unie (EU) maximum limieten vastgesteld. De limieten geven aan hoeveel van deze stoffen er maximaal in een product mogen zitten. Bij deze limieten krijgen mensen zo min mogelijk natuurlijke toxinen binnen en zijn de gezondheidsrisico’s zo laag mogelijk. De NVWA controleert of bedrijven zich aan deze wettelijk limieten houden.

Voor sommige toxinen zijn nog geen maximum limieten opgesteld, omdat nog niet duidelijk is hoe schadelijk ze zijn. Deze toxinen worden gemonitord. Met behulp van de resultaten kan de Europese commissie nieuwe maximum limieten ontwikkelen als dat nodig is.

Bij onze controles kijken we vooral naar gifstoffen uit planten en schimmels.

Plantentoxinen: gifstoffen uit planten

Plantentoxinen of fytotoxinen zijn gifstoffen die van nature voorkomen in planten. Ze beschermen de plant: door het gif wordt deze minder snel opgegeten.

We controleren op de volgende stoffen. Dit doen we op basis van de risico’s, en omdat deze stoffen relatief vaak voorkomen in levensmiddelen.

Mycotoxinen: gifstoffen uit schimmels

Mycotoxinen zijn gifstoffen die worden aangemaakt door schimmels. Als gewassen besmet raken met schimmel gebeurt dit vaak in het veld. Mycotoxinen kunnen zich na de oogst, bij de verwerking, het transport of de opslag vormen.

De vorming van mycotoxine is erg afhankelijk van temperatuur en vochtigheid. Daarom is het erg belangrijk dat levensmiddelen op de juiste manier worden opgeslagen. Dat kan de vorming van mycotoxine \voorkomen. Mycotoxinen zijn erg stabiel, daardoor breken ze niet af bij het verhitten van een levensmiddel.

Mycotoxinen komen vooral voor in de volgende levensmiddelen:

  • gedroogde kruiden en specerijen
  • gedroogde vruchten
  • granen en graanproducten
  • koffie
  • noten
  • vruchtensappen
  • wijn
  • Verwerkte producten van de bovenstaande ingrediënten.

Mycotoxinen zijn schadelijk voor de gezondheid. Als iemand vaak te veel van deze gifstoffen binnenkrijgt, kan dit leiden tot kanker en schade aan het zenuwstelsel.

Bij onze controles kijken we vooral naar de volgende mycotoxinen (maar ook nog naar veel andere). Voor deze mycotoxinen is een maximum limiet in levensmiddelen vastgesteld.

  • aflatoxinen B1, B2, G1 en G2
  • citrinine
  • deoxynivalenol (DON)
  • fuminosinen
  • moederkorenalkaloïden: deze gifstof wordt gevormd door de schimmel moederkoren die groeit in de aren van grassen en granen (vooral in rogge)
  • ochratoxine A
  • patuline
  • T-2 en HT-2
  • zearalenon
  • alternaria toxinen

Wettelijke regels voor natuurlijke toxinen in levensmiddelen

In de wet staat hoeveel van een bepaalde toxine er in een product mag zitten. De maximum hoeveelheid is gebaseerd op het ALARA-principe (As Low As Reasonably Achievable). De maximum limieten zorgen ervoor dat mensen zo min mogelijk natuurlijke toxinen binnenkrijgen, maar dat voedsel nog wel veilig verhandeld kan worden. En dat de natuurlijke gifstoffen in een mensenleven geen schadelijke gevolgen hebben.

De maximum limieten voor natuurlijke toxinen staan in EU-Verordening 2023/915.

Bedrijven moeten ervoor zorgen dat hun levensmiddelen veilig zijn

Levensmiddelenbedrijven zijn er zelf verantwoordelijk voor dat hun producten voldoen aan de wettelijke eisen. Daarom moeten ze er ook zelf op letten dat hun producten niet te veel natuurlijke toxinen bevatten. In de EU-Verordeningen 2023/2782 en 2023/2783 staat hoe ze representatieve monsters moeten nemen en analyseren.

Zo controleren wij

Wij monitoren of levensmiddelen niet meer natuurlijke toxinen bevatten dan wettelijk is toegestaan. Voor sommige toxinen is nog geen maximum limiet vastgesteld. Als we grote hoeveelheden aantreffen van een bepaalde stof, doen we een risicobeoordeling. We onderzoeken dan of het betreffende levensmiddel veilig gegeten kan worden.

Onze controles voeren we uit volgens het Nationaal Plan Natuurlijke toxinen in levensmiddelen, een onderdeel van het Nationaal Plan Contaminanten in levensmiddelen. Het nationaal plan wordt uitgevoerd volgens EU-Verordening 2017/625. Hierin staat beschreven hoe wij monsters moeten nemen en hoe we deze moeten analyseren. Het monster moet bijvoorbeeld representatief zijn voor de hele partij. De resultaten van onze controles op natuurlijke toxinen en andere contaminanten in levensmiddelen publiceren we op deze website.

Ieder land in de Europese Unie heeft zo’n nationaal plan en voert de controles op dezelfde manier uit. De resultaten worden met elkaar gedeeld. Op basis hiervan kan het beleid verder worden aangescherpt en verbetert de voedselveiligheid.

Ook controles op diervoeder

We kijken ook naar natuurlijke toxinen in diervoeder. Deze monitoring gebeurt volgens het Nationaal Plan Diervoeders.

Meer informatie over natuurlijke toxinen