Maatregelen bij een vondst van Cff in Nederland

Is de bacterie Curtobacterium flaccumfaciens pv. flaccumfaciens (Cff) mogelijk aangetroffen op uw bedrijf of op een andere plek in Nederland? Bijvoorbeeld in een partij zaaizaden of in de teelt? Dan doet de NVWA onderzoek. Blijkt uit het onderzoek dat het inderdaad om Cff gaat? Dan nemen wij maatregelen om te voorkomen dat de bacterie zich vestigt en verder verspreidt.

Maatregelen bij vondst in een partij zaaizaden

Bij een vondst van Cff in een partij zaaizaden moet de besmette partij vernietigd worden. Onze inspecteurs zien erop toe dat dit veilig gebeurt. Ook starten we een traceringsonderzoek. We onderzoeken dan hoe de besmetting heeft kunnen gebeuren (brononderzoek), en of de partij of gerelateerde partijen uitgeleverd of uitgezaaid zijn. Treffen we tijdens dit onderzoek besmettingen aan? Dan nemen we maatregelen om de bacterie te bestrijden en verspreiding te voorkomen.

Maatregelen bij vondst in de teelt van gewassen op mijn perceel

Treffen we Cff aan in de teelt op uw perceel? Dan verklaren we het (deel van het) perceel waarop de besmette teelt staat (of heeft gestaan) tot besmet gebied. Binnen dit besmette gebied leggen we maatregelen op. We nemen hierover contact met u op.

Rondom het besmette gebied stellen we een bufferzone in van 100 meter. Binnen de bufferzone monitoren we op Cff. We controleren dan of de bacterie zich niet verder heeft verspreid.

Maatregelen in het besmette gebied

Als het gewas nog op het perceel staat, dan moet u het besmette gewas vernietigen. Dit kunt u doen door middel van onderwerken van het gewas. Dit moet u doen binnen 7 dagen nadat we officieel maatregelen hebben genomen. Binnen deze periode is het eventueel nog mogelijk om het gewas te oogsten en af te zetten. Hierbij gelden wel hygiënemaatregelen om verspreiding van Cff te voorkomen.

Planten vernietigen

U kunt de planten(delen) vernietigen door ze mechanisch onder de grond te brengen, bijvoorbeeld door middel van ploegen. Hierna geldt een periode van minimaal 120 dagen zwarte braak. In deze periode mag u niks telen op het besmet verklaarde perceel. Ook moet u ervoor zorgen dat het perceel onkruidvrij blijft.

Teeltverbod

Na deze periode geldt op het perceel een teeltverbod voor de teelt en aanplant van vlinderbloemigen (Fabaceae). Het teeltverbod blijft van kracht in de 2 opvolgende kalenderjaren na de vondst. Tijdens deze periode moet u in het besmette gebied opslag (opkomende planten van een eerdere teelt) en onkruiden van Fabaceae bestrijden. 

Hygiënemaatregelen

Deze hygiënemaatregelen gelden voor alle handelingen die u uitvoert op het perceel:

  • Draag beschermende kleding. Voorkom dat plantenrest of grond die mogelijk besmet is met Cff zich van het perceel verder verspreiden.
  • Reinig en ontsmet machines en materialen die gebruikt zijn in het besmette gebied.
  • Rooivruchten uit het besmette gebied moeten vrij zijn van aanhangende grond. Of breng de aanhangende grond terug naar het besmet verklaarde perceel.

Monitoring in de bufferzone

In de bufferzone leggen we geen maatregelen op. In het jaar van de vondst bemonsteren we teelt van vlinderbloemigen (Fabaceae) en onkruiden in de eerste 10 meter vanaf de grens van de bufferzone. Als we Cff aantreffen, breiden we het besmette gebied uit. We adviseren eigenaren of gebruikers van percelen in de bufferzone om in de 2 jaar na de vondst van Cff geen vlinderbloemigen (Fabaceae) te telen.

Extra onderzoek

Bij telers van vlinderbloemigen in de bufferzone doen we extra onderzoek. We bemonsteren de planten asymptomatisch om verspreiding van Cff uit te sluiten. Dat betekent dat we ook planten bemonsteren die geen symptomen van Cff hebben. We doen geen nader onderzoek bij teelt van andere gewassen dan vlinderbloemigen in de bufferzone.

Maatregelen bij vondst van Cff in onkruiden nabij mijn perceel

Treffen we Cff aan in onkruid rondom uw teeltperceel? Het bemonsterde gebied wordt dan besmet verklaard. Het gaat hierbij om het oppervlak waarop de bemonsterde onkruiden staan. In dit besmette gebied leggen we maatregelen op voor alle planten in de familie van de vlinderbloemigen (Fabaceae). Dit zijn dezelfde maatregelen als bij een vondst in de teelt. Dit betekent onder andere dat we ook in het jaar van de vondst in de 10 meter rondom de besmette onkruiden onderzoek doen. Ook stellen we een bufferzone in voor de 2 opvolgende kalenderjaren.