Veldinspecties voor exportcertificering zaaizaden

Om verspreiding van schadelijke organismen te voorkomen, stellen landen fytosanitaire eisen aan planten en plantaardige producten. De afwezigheid van diverse schadelijke organismen in exportzendingen van zaaizaden kunt u laten onderbouwen door een veldinspectie op de moederplanten. Lees hoe dat in zijn werk gaat.

Raadpleeg altijd eerst de landeneisen

Raadpleeg voordat u zaaizaden gaat exporteren de specifieke landeneisen om te zien of u een veldinspectie kunt gebruiken als dekking.

Bekijk ook voor welke exportlanden een veldinspectie verplicht is.

Veldinspectie nodig?

Vraag dan een veldinspectie aan bij de verantwoordelijke keuringsdienst:

Veldinspecties hoeft u niet altijd apart aan te vragen. Ze kunnen onderdeel zijn van de controles die uitgevoerd worden naar aanleiding van de perceel- en partijaangifte.

Werkwijze veldinspectie moederplanten

Een keurmeester van een keuringsdienst voert de officiële veldinspectie uit. De keurmeester stelt op basis van een visuele beoordeling de afwezigheid van schadelijke organismen vast. Indien nodig nemen ze een monster voor laboratoriumonderzoek.

Wat zijn de eisen voor veldinspecties?

Veldinspecties waarvan de resultaten gebruikt worden voor exportcertificering moeten uitgevoerd zijn door de verantwoordelijke keuringsdienst (Naktuinbouw of NAK).

Veldinspectierapporten voor producties van veldseizoen 2020 en ouder blijven geldig.

Waar staat dit in de wet?

Tot eind 2019 zijn de veldinspecties voor zaaizaden uitgevoerd op basis van de toenmalige fytosanitaire EU wetgeving en de EU verkeersrichtlijnen. Met de komst van de Plantgezondheidsverordening (EU) 2016/2031 en Controleverordening (EU) 2017/625 zijn de wettelijke eisen aan veldinspecties voor officiële documenten aangescherpt.