Wat te doen om productbesmetting te voorkomen

Hepatitis A is een besmettelijke ziekte die via voedsel overgedragen kan worden. Er is een duidelijke relatie tussen voedselgerelateerde hepatitis A-virusuitbraken en (persoonlijke) hygiëne bij de voedselproductie en voedselbereiding.

Om hepatitis A-virusverspreiding te voorkomen is het daarom noodzakelijk dat:

  • personen met hepatitis A geen levensmiddelen hanteren, of aanwezig zijn in ruimten waar levensmiddelen worden gehanteerd. Personen werkzaam in een levensmiddelenbedrijf dienen hun ziekte of symptomen, onmiddellijk kenbaar te maken aan de exploitant van het levensmiddelenbedrijf (zie Verordening (EG) nr. 852/2004, hoofdstuk 8, lid 2).
  • een door een laboratorium bevestigde hepatitis A-diagnose gemeld wordt bij de werkgever. Bij een dergelijke diagnose zal de regionale GGD altijd contact opnemen met de betreffende patiënt. De GGD inventariseert dan onder andere de besmettingskansen van anderen. De GGD bewaakt dat de melding bij de werkgever gedaan wordt. Het is aannemelijk dat de GGD ook de NVWA waarschuwt. Gebeurt dat niet, dan is het raadzaam dat het bedrijf dat zelf doet.
  • bedrijven nagaan of in de periode vóór de ziekteverschijnselen - de periode met de grootste besmettelijkheid -  voedsel besmet geraakt kan zijn wat een risico vormt voor de voedselveiligheid. Daarbij is het raadzaam de NVWA mee te laten denken.
  • bedrijven na de melding zorgdragen voor desinfectie van de werkomgeving en sanitaire voorzieningen van het zieke personeelslid om verdere besmettingen te voorkomen.
    Voor disinfectie wordt geadviseerd het daarvoor geldende protocol Schoonmaakadvies na ziektemeldingte gebruiken.
  • terugkeer naar de voedselproductie en voedselbereiding pas gebeurt na ten minste 1 week na het ontstaan van de geelzucht en alleen onder strikte handhygiëne. Vanaf dit moment daalt de besmettelijkheid, maar kan nog wel aanwezig zijn. Omdat maar weinig virusdeeltjes nodig zijn om ziek te worden, is toepassen van strikte handhygiëne met gebruik van water en zeep gedurende enkele weken na het ontstaan van de geelzucht belangrijk.
  • alle medewerkers (ook de niet-zieke mensen) strikte handhygiëne volgen; zeker wanneer men in aanraking komen met ontlasting van zieke mensen (bijvoorbeeld tijdens de ziekenverzorging of het schoonmaken van toiletten). 
  • er altijd een handenwasgelegenheid is in toiletruimten, voorzien van stromend water, zeep en (het liefst) wegwerphanddoekjes.
  • alle mensen die betrokken zijn bij de bereiding van voedsel kennis hebben én gebruikmaken van goede handhygiëne na toiletgebruik, maar ook herhaaldelijk worden herinnerd aan de noodzaak daarvan.
  • bedrijven hun personeel voorlichten over de besmettelijkheid van het hepatitis A-virus, personeel adviseren zich te informeren en eventueel te laten vaccineren bij de GGD bij een voorgenomen buitenlandse reis naar een land waar hepatitis A veel voorkomt.