Advies van BuRO over de risico's van uitheemse landplatwormen in Nederland

Vanwege de mogelijke risico's van uitheemse landplatwormen in Nederland voor biodiversiteit en ecosysteemdiensten adviseert bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO) de directeur Natuur van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om maatregelen te nemen.

Advies BuRO

Uit de beoordeling van de risico’s van uitheemse landplatwormen blijkt dat er geen acute risico’s zijn, maar ook dat er nog veel kennislacunes zijn. Wel duidelijk is dat de Nieuw-Zeelandse landplatworm negatieve effecten heeft op biodiversiteit, ecosystemen en ecosysteemdiensten. Deze landplatworm heeft zich nog niet gevestigd in Nederland. Onbekend is hoe deze landplatworm bij vestiging het beste bestreden kan worden.

Daarom adviseert BuRO de directeur Natuur van LNV het volgende:

  • Stimuleer dat in alle schakels van de productieketen van potplanten ondernemers alert zijn op de aanwezigheid van landplatwormen.
  • Bevorder het ontwikkelen van kennis over effectieve methoden van eliminatie en beheersing van landplatwormen, en in het bijzonder van de Nieuw-Zeelandse landplatworm.

BuRO adviseert aan de IG van de NVWA het volgende:

  • Onderzoek welke mogelijkheden er zijn om risicogerichte controles uit te voeren om import van de Nieuw-Zeelandse landplatworm te voorkomen.

Aanleiding advies

Het aantal uitheemse landplatwormen in Nederland neemt toe. Ze komen in ons land doordat ze meeliften met geïmporteerde (pot)planten, zowel in de grond als ‘geplakt’ aan delen van de plant of het plastic verpakkingsmateriaal.

Van de in Nederland in kassen waargenomen soorten was niet bekend of ze zich buiten kassen kunnen vestigen en wat mogelijke effecten zijn. Ook was niet bekend welke overige soorten geïntroduceerd kunnen worden en wat de vestigingskans en mogelijke effecten van deze soorten zijn. Daarom heeft BuRO aan Radboud Universiteit opdracht gegeven voor een onderzoek naar de risico’s van uitheemse landplatwormen.

Uit de risicobeoordeling blijkt dat er in Nederland zeven uitheemse landplatwormsoorten zijn waargenomen. Door gebrek aan monitoring is het aantal aanwezige landplatwormsoorten mogelijk hoger. Er zijn in omringende landen soorten aangetroffen die zich ook in Nederland zouden kunnen vestigen. Over de effecten van deze soorten zijn weinig gegevens beschikbaar. Het effect van de Nieuw-Zeelandse landplatworm is het beste onderzocht. De aanwezigheid van deze soort kan leiden tot ernstige lokale reducties van regenwormen waardoor diersoorten die afhankelijk zijn van regenwormen nadelig worden beïnvloed. De aanwezigheid in grasland leidt tot opbrengstdaling.