Japanse kever (Popillia japonica) herkennen

De Japanse kever (Popillia japonica) kan schade aanrichten aan een groot aantal plantensoorten. De Japanse kever komt niet voor in Nederland, wel in andere landen binnen en buiten Europa. De Japanse kever heeft in de Europese Unie (EU) de status van quarantaine-organisme.

Hoe herken ik de Japanse kever?

Kevers worden 8 tot 11 millimeter lang. Hun kop en lichaam zijn metaalgroen. De dekschilden zijn koperkleurig bruin. Er staan 5 plukken witte haren aan de zijkant van het achterlijf (doorlopend naar de onderzijde) en 2 plukjes aan de achterzijde, net achter de dekschilden. De larven en poppen zitten in de grond en lijken op de larven van veel andere soorten kevers.

Op welke planten komt de Japanse kever voor?

De Japanse kever komt op zeer veel soorten planten voor, waaronder boomkwekerij-, vrucht- en andere gewassen. Bijvoorbeeld appel, druif, framboos, hazelaar, kers, pruim, roos, maïs, bonen, soja en blauwe regen. Kijk voor actuele informatie over waardplanten op de website van de European Plant Protection Organization (EPPO). Er kunnen overigens nog meer waardplanten zijn.

Schadebeeld

De kevers vreten grote gaten in de bladeren, bloemen, stengels en vruchten. Van de bladeren blijven alleen de nerven over, met soms een dun laagje plantenweefsel ertussen. De bladresten worden bruin en vallen af. De schade kan lijken op schade van rupsen. De kevers komen vaak in grote groepen voor. Larven zitten in de grond en eten de wortels van bij voorkeur grassen (Poaceae). Ze veroorzaken daardoor grote schade aan weiden en gazons.

Meer informatie

Meer informatie over hoe u de Japanse herkent vindt u in de pdf Popillia japonica herkennen.

Wanneer en waar is de Japanse kever te vinden?

De kevers komen van begin juni tot oktober voor, met een piek van half juli tot en met half augustus. De periode kan per jaar verschillen, afhankelijk van de gemiddelde temperatuur in een gebied. Ze kunnen in grote aantallen aanwezig zijn, en leggen eitjes in de grond. Onkruid vergroot de kans dat kevers hun eitjes afzetten. Larven en poppen komen voor in de grond, vanaf ongeveer augustus tot juni in het jaar daarop. 

Zo verspreidt de Japanse kever zich

Japanse kevers kunnen tot 8 kilometer vliegen, maar vliegen meestal slechts enkele tientallen meters. Ze kunnen ook meeliften met weg- of vliegverkeer en zo grote afstanden afleggen. Daarnaast is de handel in planten met grond een belangrijk risico op verspreiding, omdat daarin de eitjes, larven en poppen kunnen zitten. Controleer goed de grond en wortels van planten die u recent heeft gekocht en afkomstig (kunnen) zijn uit een gebied waar de Japanse kever (mogelijk) voorkomt.

Waar komt de Japanse kever voor?

Op de website van de EPPO vindt u actuele informatie over waar de Japanse kever voorkomt. De kever is bezig aan een opmars in Europa. Mogelijk zijn de kevers ook al aanwezig in andere gebieden.

Soorten die op de Japanse kever lijken

De Japanse kever lijkt sterk op de inheemse rozenkever (Phyllopertha horticola). Het meest opvallende verschil is dat de Japanse kever witte plukjes haren op het achterlijf heeft. Bij de rozenkever staan de grijswitte haren meer egaal verspreid over het hele lijf.

Ook Anomala dubia en Mimela junii lijken op de Japanse kever. Maar deze soorten hebben geen witte haren op het achterlijf.

Daarnaast heeft de achterrand van het halsschild van de Japanse kever een W-vormige knik. Bij de andere soorten ontbreekt deze typische knik.

Popillia vs Phylloperta halsschild rand
Beeld: ©NVWA
Halsschild Japanse kever (links) met typische knik (wit geaccentuurd), en rozenkever (rechts) zonder knik.

De meikever (Melolontha melolontha) wordt soms ook aangezien voor de Japanse kever. De meikever is echter circa 3 centimeter groot. Bovendien heeft de meikever opvallende oranjebruine antennes met 6 of 7 lamellen. De Japanse kever heeft zwarte antennes met 3 lamellen.

Wat moet ik doen bij een vondst?

Ziet u een kever waarvan u vermoedt dat het de Japanse kever is? Meld dit dan direct. Hoe langer u wacht, hoe ingrijpender de maatregelen. De kans dat de kever zich verder heeft verspreid is dan namelijk groter.

Vermoedt u dat u larven of poppen van de Japanse kever ziet? Meld dit alleen als u ze bij een plant vindt die u recent heeft gekocht en die afkomstig is uit een gebied waar de Japanse kever voorkomt.

Bestrijden en voorkomen van verdere verspreiding

Bij een vermoedelijke vondst doet de NVWA onderzoek. Houd voor en tijdens dit onderzoek mogelijk besmette planten gescheiden van andere planten, maar verplaats ze niet meer. Probeer de kevers te vangen of pak de plant zo mogelijk in papier of plastic in.

Let als ondernemer ook op het volgende:

  • U mag geen handelingen uitvoeren met uw planten totdat u van de NVWA of van uw keuringsdienst toestemming heeft. Voer tot die tijd ook geen bestrijding uit op deze planten.
  • U mag voor mogelijk besmette planten geen plantenpaspoort afgeven.

Lees meer over de maatregelen bij een vondst op uw bedrijf.