Temperatuurvoorschriften

De temperatuursvoorschriften voor dierlijke bijproducten staan vermeld in bijlage VIII, hoofdstuk I, afdeling II van de uitvoeringsverordening (EU) nr. 142/2011. Hierin enkele specifieke voorwaarden genoemd:

  • Dierlijke bijproducten die bestemd zijn voor de productie van voedermiddelen of rauw voeder voor gezelschapsdieren moeten tijdens het vervoer op een geschikte temperatuur worden gehouden om alle mogelijke risico’s voor de diergezondheid en de volksgezondheid te voorkomen.
  • In het geval van dierlijke bijproducten op basis van vlees en vleesproducten die bestemd zijn voor andere gebruiksdoelen dan menselijke consumptie, is dit bij een maximumtemperatuur van 7 °C.
  • Onverwerkt categorie 3-materiaal dat bestemd is voor de productie van voedermiddelen of voeders voor gezelschapsdieren moet gekoeld, ingevroren of na inkuiling vervoerd en opgeslagen worden, tenzij het:
  • wordt verwerkt binnen 24 uur nadat het is verzameld of nadat het uit de koel- of vriesruimte is gehaald, indien het daaropvolgende vervoer plaatsvindt met een vervoermiddel waarin de opslagtemperatuur gehandhaafd blijft;
  • in het geval van melk, melkproducten of melkderivaten die geen van de in bijlage X, hoofdstuk II, afdeling 4, deel I, genoemde behandelingen hebben ondergaan, in geïsoleerde gekoelde recipiënten wordt vervoerd, tenzij de risico’s op andere manieren kunnen worden beperkt door de kenmerken van het materiaal.
  • De koelwagens die voor het vervoer gebruikt worden, moeten zo ontworpen zijn dat gedurende de gehele vervoerperiode de temperatuur op een geschikt niveau kan worden gehandhaafd en dat de temperatuur kan worden gecontroleerd.NL L 54/52 Publicatieblad van de Europese Unie 26.2.2011