Meld bijensterfte door bestrijdingsmiddelen
Bent u imker en gaan plotseling veel van uw honingbijen dood? En vermoedt u dat dit komt door bestrijdingsmiddelen (ook wel: gewasbeschermingsmiddelen, pesticiden)? Meld dit bij de NVWA. Ook sterfte van wilde bijen of hommels kunt u bij ons melden. Wij doen onderzoek naar spuitschade.
Hoe kan ik spuitschade bij honingbijen herkennen?
Dit zijn de belangrijkste symptomen van spuitschade:
- Bij de bijenkasten liggen plotseling grote aantallen dode bijen. Vaak liggen ze vlak voor of op de vliegplank.
- De monddelen zijn opengesperd, de tong is uitgestoken.
- Aan de poten zitten vaak nog klompjes stuifmeel. Is er helemaal geen stuifmeel te zien? Dan kan het om directe spuitschade gaan. Dit betekent dat er direct op de bijen is gespoten, bijvoorbeeld via het vlieggat in de bijenkast.
Misschien heeft u iets bijzonders aan de bijen gezien voordat ze doodgingen. Bijvoorbeeld:
- De bijen tolden rond of waren gedesoriënteerd.
- De bijen hadden hun vleugels gespreid en hun tong uitgestoken.
- De bijen waren verkrampt.
Deze zaken vormen een aanwijzing dat het om spuitschade kan gaan:
- Binnen een straal van 2 kilometer zijn bijen van andere imkers doodgegaan.
- Binnen een straal van 500 meter worden gewassen geteeld waar de bijen naartoe kunnen vliegen. Het gaat om gewassen die aantrekkelijk zijn voor bijen als ze in bloei staan, zoals fruitbomen of aardappelplanten. Of er staat bloeiend onkruid tussen de gewassen.
- In de omgeving zijn pas geleden bestrijdingsmiddelen gebruikt.
Waarom moet ik spuitschade melden?
Meld spuitschade om de volgende redenen:
- Bijensterfte kan een gevolg zijn van verkeerd gebruik van bestrijdingsmiddelen. Of van gebruik van illegale middelen. U helpt ons om overtreders op te sporen.
- Uw melding kan leiden tot strengere regels rond bestrijdingsmiddelen. Zo helpt u bijen en andere bestuivers te beschermen.
U helpt ons om overtreders op te sporen
Uw melding kan voor ons aanleiding zijn om onderzoek te doen. Hebben wij een sterk vermoeden dat de bijen vergiftigd kunnen zijn door bestrijdingsmiddelen? Dan controleren wij of boeren, tuinders en andere professionele gebruikers in de omgeving zich aan de regels hebben gehouden bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen.
Van bepaalde bestrijdingsmiddelen is bekend dat ze giftig zijn voor bijen. Bij gebruik van deze middelen gelden aanvullende voorwaarden. Die staan vermeld in het wettelijk gebruiksvoorschrift van de middelen. Meestal gaat het om deze voorwaarden:
- Er mag alleen gespoten worden in periodes dat bijen niet vliegen. Bijvoorbeeld na zonsondergang of onder een bepaalde temperatuur.
- Er mag niet gespoten worden op bloeiende gewassen of op gewassen die bijen aantrekken.
Bijensterfte kan een teken zijn dat een middel op het verkeerde moment of op de verkeerde manier is gebruikt. Of dat er een illegaal middel is gebruikt.
Constateren we een overtreding? Dan maken we een proces-verbaal op. Dit gaat naar de officier van justitie, die vervolgens kan besluiten om de zaak voor de rechter te brengen. U kunt dan ook een schadevergoeding eisen.
U helpt bijen te beschermen
Meldingen van massale bijensterfte geven ons inzicht in de gevolgen van het spuiten met bestrijdingsmiddelen. Zien we bijvoorbeeld dat boeren en tuinders de middelen volgens de regels gebruiken, maar dat er toch veel bijen doodgaan? Dan zijn er misschien strengere regels nodig voor bepaalde middelen. Zeker omdat middelen die schadelijk zijn voor honingbijen dat vaak ook zijn voor andere insecten die belangrijk zijn voor de bestuiving (zoals wilde bijen, hommels, kevers, motten, vliegen en vlinders).
Alle meldingen worden besproken in de Werkgroep Bestuivende insecten en gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Deze werkgroep komt sinds 1990 ieder jaar bij elkaar en wordt ook wel de ‘spuitschadecommissie’ genoemd. Naast de NVWA zitten in deze werkgroep het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), CropLife NL, LTO Nederland, Artemis en Bijen@wur (onderzoeksgroep van Wageningen University & Research).
Dankzij de meldingen kan de werkgroep in de gaten houden of er ontwikkelingen zijn, en of strengere regelgeving rond bestrijdingsmiddelen nodig is. Analyse van meldingen heeft er in het verleden onder meer toe geleid dat bepaalde bestrijdingsmiddelen niet meer gebruikt mogen worden. Het heeft dus altijd zin om bijensterfte te melden!
Hoe moet ik spuitschade melden?
Meld spuitschade via het formulier Melding bijensterfte.
- Vermeld altijd waar uw bijen staan.
- Vermeld zoveel mogelijk bijzonderheden, zoals aantal dode bijen, gedrag van de bijen, datum, temperatuur, weersomstandigheden, eventuele behandelingen enzovoort.
- U kunt ook foto’s van de dode bijen meesturen.
Wat gebeurt er na mijn melding?
Een van onze inspecteurs neemt zo snel mogelijk contact met u op. Verander in de tussentijd niets in of rond de bijenkast. U mag de dode bijen wel afdekken als het regent.
De inspecteur stelt onder meer de volgende vragen:
- Onder welke omstandigheden zijn uw bijen doodgegaan?
- Wat zou de oorzaak kunnen zijn?
- Is er bij u in de buurt gespoten met bestrijdingsmiddelen?
- Zijn er in uw buurt gewassen die aantrekkelijk zijn voor bijen en die nu in bloei staan?
- Hebben andere imkers in de buurt ook meer bijensterfte dan normaal?
De inspecteur beoordeelt of de bijensterfte het gevolg kan zijn van (verkeerd) gebruik van bestrijdingsmiddelen. Zo ja, dan neemt de inspecteur een monster van de dode bijen. Dit gaat naar het laboratorium. De inspecteur geeft de uitslag aan u door en houdt u op de hoogte van het verdere verloop.
Als de bijensterfte niet veroorzaakt is door (verkeerd) gebruik van bestrijdingsmiddelen, dan wordt het onderzoek afgesloten.