Eisen aan opslag inspectielocatie

De zendingen moeten na verlegging worden opgeslagen in de daarvoor aangewezen plaats binnen de erkende inspectielocatie. Het is verboden om partijen buiten op te slaan. Voor de opslag van alle producten (vóór inspectie) geldt onder meer dat de zending als één geheel herkenbaar en ruimtelijk gescheiden is opgeslagen van andere zendingen. De inspecteur moet zich een oordeel kunnen vormen over de omvang van de partij. Bovendien moeten zendingen identificeerbaar en traceerbaar zijn.

In principe mogen er aan de partij geen bewerkingen worden gedaan voordat de partij is geïnspecteerd. Onder bepaalde voorwaarden wordt op deze regel een uitzondering gemaakt. Meestal zal het gaan om handelingen die als doel hebben de kwaliteit van de partij te behouden. De betreffende handelingen moeten zijn opgenomen in de erkenning voor de inspectielocatie. Op het moment dat een partij afgekeurd wordt, of verdacht is, moet deze in een afgescheiden quarantaineruimte worden geplaatst.

Voor snijbloemen geldt in aanvulling hierop dat de zending, tot het moment van inspecteren, in principe in de verpakking moet blijven of er moet toestemming zijn verleend voor het uitpakken. Een bedrijf kan bij de NVWA een aanvullende erkenning aanvragen ('uitpak-erkenning') als het bedrijf snijbloemen wil uitpakken voor inspecties.

Voor producten van hoog risico gelden nog aanvullende regels. Het gaat dan om niet gekoelde snijbloemen, niet gekoeld groenten en fruit, niet gekoeld stekmateriaal (inclusief wortelstokken), boomkwekerijproducten, bonsais en bonsai-achtige producten en overig hout. Voor goederen met een hoog risico geldt onder alle omstandigheden dat nog niet geïnspecteerde goederen in een gesloten, afzonderlijke opslagruimte zijn opgeslagen. Ze mogen dus niet gezamenlijk met al geïnspecteerde goederen worden opgeslagen. Voor de opslag van bonsai (of bonsai-achtige) producten gelden aanvullende eisen.