Overstromingen en fouten

Beperken gevolgen van lokale overstromingen en fouten

Als door een fout met beregenen of door overstromingen een perceelgedeelte in contact is geweest met oppervlaktewater, kunnen de gevolgen van een eventuele bruinrotbesmetting beperkt worden door dit perceelgedeelte apart te oogsten, in te schuren en te verwerken. Wanneer deze werkwijze overtuigend aangetoond kan worden, zal de NVWA bij het opleggen van maatregelen rekening houden met deze voorzorgsmaatregelen. Er worden dan alleen maatregelen opgelegd op de aardappelen van het perceelgedeelte, dat daadwerkelijk met oppervlaktewater in contact (kan) zijn gekomen. Indien een overstroming overtuigend afgebakend kan worden, heeft deze voor een pootgoedbedrijf geen gevolgen voor de toetsingsintensiteit van bruinrot/ringrot voor de rest van het bedrijf. De lage intensiteit van een  monster per partij ton blijft dan gehandhaafd.

Door de NVWA direct in te schakelen kunt u snel duidelijkheid krijgen over de afbakeningen, die de NVWA kan doorvoeren om de gevolgen van een eventuele besmetting te beperken.

Grootschalige overstromingen

De ervaring in 2004 rondom Franeker heeft geleerd dat het tijdens overstromingen in een groot gebied moeilijk is om de ondergelopen perceelgedeelten nauwkeurig in kaart te brengen. Op grond hiervan heeft de NVWA in beginsel besloten om het gehele perceel, waarop oppervlaktewater heeft gestaan bij overstromingen, maatregelen op te leggen. Alleen als de NVWA inspecteurs en NAK inspecteurs in de gelegenheid zijn om tijdens de overstroming nauwkeurige waarnemingen te doen over de afbakening van het overstroomde perceelgedeelte, wordt hiermee rekening gehouden bij het afbakenen van maatregelen.

U kunt, in het geval van een overstroming, op grond van waarnemingen van een door de NVWA te accepteren, onafhankelijke deskundige bij de NVWA een verzoek indienen tot inperking van de maatregelen tot de overstroomde perceelgedeelten. De waarnemingen dienen tijdens of direct na de overstromingen te worden gedaan, ondersteund met foto's en markeringen in het veld. Bij een onafhankelijke deskundige kan gedacht worden aan een schade-expert van een verzekeraar, deskundige van een waterschap of een notaris. Wij adviseren u om bij (risico op) overstromingen zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de NVWA of NAK en te zorgen voor overtuigende bewijsvoering over de afbakening van de overstroming.

Maatregelen

Bij een overstroming van consumptie- en andere aardappelen binnen een beregeningsverbodsgebied geldt:
Binnen een verbodsgebied overstroomde partijen worden minimaal aangemerkt als 'waarschijnlijk besmet'. Een naoogst onderzoek op bruinrot kan bij ongunstige uitslag de status veranderen in ‘besmet’.

Voor overstroming van pootaardappelen gelden samengevat de volgende fytosanitaire maatregelen:
Voor pootaardappelen die in contact zijn gekomen met oppervlaktewater geldt dezelfde aanpak als voor consumptieaardappelen binnen een beregeningsverbodsgebied. Het overstroomde pootgoed verliest de status 'pootgoed' en wordt na de oogst onderzocht op de aanwezigheid van de bruinrotbacterie. Als geen bruinrot wordt aangetroffen mag de opbrengst onder beperkende voorwaarden als consumptieaardappelen worden afgezet. In de situatie dat de overstroming niet is gemeld en er geen afbakening heeft kunnen plaatsvinden tussen wel en niet overstroomde pootaardappelen, gelden ook maatregelen voor niet overstroomde aardappelen en mogelijk het gehele bedrijf.