Desinfectiemiddelen R&O
Bij het ontsmetten van uw diertransportmiddelen gebruikt u desinfectiemiddelen (ook wel: ontsmettingsmiddelen). Hierin zitten chemische stoffen die een risico kunnen opleveren voor mens, dier en milieu. Gebruik daarom alleen desinfectiemiddelen die voor dit doel zijn toegelaten in Nederland, en gebruik ze op de juiste manier.
Hoe weet ik of een desinfectiemiddel is toegelaten?
In Nederland herkent u middelen die zijn toegelaten aan het toelatingsnummer op het etiket. Op dit moment zijn er verschillende toelatingsnummers in omloop. Deze bestaan uit een aantal cijfers en 1 of meerdere letters.
- N-nummer
Bijvoorbeeld 12345 N. Deze toelatingsnummers worden niet meer gebruikt bij nieuwe producten. - NL-nummer
Bijvoorbeeld: NL-1234567-0000. Dit betekent dat het product is toegelaten in Nederland. - EU-nummer
Bijvoorbeeld: EU-1234567-0000. Dit betekent dat het product is toegelaten in de hele EU.
Controleer of toelatingsnummer nog geldig is
Let op: de toelating geldt slechts voor een bepaalde periode. Het is dus mogelijk dat het toelatingsnummer verlopen is en niet meer gebruikt mag worden. Dit kunt u navragen bij de leverancier. U kunt het ook zelf controleren door het nummer of de naam op te zoeken in de toelatingendatabank van het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) of de toelatingendatabank van ECHA (het Europees Agentschap voor chemische stoffen).
Om het zoeken makkelijker te maken vindt u op onze site lijsten met toegelaten middelen bij vogelgriep (HPAI) en toegelaten middelen bij Afrikaanse varkenspest (AVP).
Om welke desinfectiemiddelen gaat het?
Biociden voor veterinaire hygiënedoeleinden met het producttype PT03, kortweg: PT03-biociden. Zo heten de desinfectiemiddelen die in Nederland zijn toegelaten voor desinfectie van transportmiddelen voor dieren. Ze bestrijden schadelijke organismen, zoals virussen. Of ze verminderen het effect van deze schadelijke organismen.
Aanmaken en doseren van desinfectiemiddelen
Het is belangrijk dat u de juiste dosis gebruikt. Sommige vervoerders verlagen de dosering om de vrachtwagen te beschermen. Dit is absoluut niet toegestaan. Daarmee bereikt u niet de vereiste hygiëne. Bij een te lage dosis kan een besmettelijke dierziekte zich alsnog verspreiden, of is er een risico op insleep. Met een te hoge dosis belast u het milieu en brengt u de gezondheid van mens en dier in gevaar. Let bij het aanmaken op de volgende zaken:
- Lees altijd eerst het etiket, het gebruiksvoorschrift en de doseerinformatie.
- Controleer de houdbaarheidsdatum. Gebruik het ontsmettingsmiddel niet als het over de datum is.
- Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen en volg de veiligheidsvoorschriften op.
- Zorg dat er geen dieren en levensmiddelen aanwezig zijn.
- Verdun het product voor gebruik. Eerst doseren, dan mengen.
- Doseer niet onder hoge druk. U verbruikt dan meer water, en daarmee ook meer desinfectiemiddel. Het desinfectiemiddel gaat dan sneller op.
- Gebruikt u een vloeibaar desinfectiemiddel? Roer dan goed om een homogeen desinfectiemiddel te krijgen.
- Gebruikt u een poeder of tablet? Voeg het middel toe aan het water, in plaats van het water bij het middel te gieten. Dat kan spatten veroorzaken.
- Meng desinfectiemiddelen nooit met andere chemicaliën of schoonmaakmiddelen.
- Gebruik het desinfectiemiddel direct na het aanmaken. Want na verloop van tijd loopt het gehalte aan actieve bestanddelen terug. Dan werkt het desinfectiemiddel minder goed.
- Sluit de jerrycans met desinfectiemiddel na gebruik goed af.
Kijk voor meer informatie ook in de NVZ-uitgave Aanmaken en doseren desinfectiemiddelen (pluim)veetransport (2020).
Gebruik van desinfectiemiddelen
- Ontsmetten heeft alleen zin als u de (pluim)veewagen, containers en kratten eerst goed gereinigd heeft. Verwijder alle vuil- en vetresten.
- Gebruik het product volgens het wettelijk gebruiksvoorschrift (WG), oftewel: de gebruiksaanwijzing. Dit staat altijd op het etiket van het desinfectiemiddel.
- Desinfecteer alle oppervlakken met de aanbevolen hoeveelheid verdund product. Werk van binnen naar buiten, en van boven naar beneden.
- Houd de voorgeschreven inwerktijd aan.
- Spoel het ontsmette oppervlak goed af, tenzij anders aangegeven in het gebruiksvoorschrift.
- Laat geen desinfectiemiddel achter op oppervlakken waarmee dieren in aanraking kunnen komen.
- Laat de (pluim)veewagen, containers en kratten aan de lucht drogen, tenzij anders staat aangegeven in het gebruiksvoorschrift.
Kijk voor meer informatie ook in de NVZ-uitgave Verstandig gebruik van desinfectiemiddelen (2018).