Judith van Denderen, senior inspecteur (dierenarts)

Tijdens mijn studie werd er helemaal niet positief gesproken over een functie als dierenarts bij de NVWA. Diergeneeskunde studeerde je immers om dieren beter te maken. Daarom ben ik na mijn afstuderen in 2011 gestart als intern dierenarts in een paardenkliniek. Maar de praktijk beviel me niet zo, en ik ging lesgeven op het MBO; paardenhouderij, dierhouderij en paraveterinair. Daarna werkte ik een tijd als HR-adviseur in het bedrijfsleven. Uiteindelijk wilde ik toch weer iets met diergeneeskunde doen. Niet meer als practicus, maar wel praktischer dan op kantoor.

Rood- of witvlees

Misschien was werken bij de NVWA toch wel een goeie optie? Ik solliciteerde met de gedachte: ‘Ik ga gewoon eens kijken hoe het daar is’. Na een strenge selectieprocedure startte ik in september 2017 als toezichthoudend dierenarts. Het blijkt de leukste baan die ik ooit heb gehad! Ik wilde eerst het ‘rood vlees’ in, want na mijn studie had ik nooit meer iets met pluimvee gedaan. Maar ik bedacht me en wilde toch wel eens zien hoe het in de pluimveesector eraan toe ging. Dat bleek heel interessant. Wat ik zo mooi vind aan dit werk is dat je door een stap achteruit te doen, zicht krijgt op het grote geheel, in plaats van alleen op het individuele dier.

"Het blijkt de leukste baan die ik ooit heb gehad"

Judith van Denderen
Beeld: ©NVWA

Van aanvoer tot keuring na de slacht

Ik houd nu toezicht op het hele slachtproces van vleeskippen en -kuikens op pluimveeslachterijen van Midden-Limburg tot in Overijssel. Het is de bedoeling dat ik een hele partij volg, van aanvoer tot na de slacht. In de praktijk kan ik meestal niet overal toezicht houden; het gaat zó snel. De NVWA houdt daarom ook risicogericht toezicht door middel van steekproeven. De slachthuisexploitant is verantwoordelijk voor een goed product, niet de NVWA.

Afwisselend, leuk en uitdagend

Ik sta weliswaar steeds in een slachthuis, maar het werk is toch altijd weer anders. Ik ben de toezichthouder, medewerkers moeten naar mij luisteren. Daarbij moet ik soms streng zijn. Door dat op een vriendelijke manier te doen blijven we goed met elkaar werken en krijg ik dingen voor elkaar. Maar het blijft een uitdaging. We werken in ploegendiensten, dus toezichthoudend dierenartsen wisselen elkaar af. Het is leuk en uitdagend om samen met mijn collega's op dezelfde manier toezicht te houden waardoor het voor de slachthuismedewerkers routine wordt op een bepaalde manier te werken.

Aanspreekpunt

Als je begint bij de NVWA, krijg je in je stageperiode een mentor, nu begeleid ik zelf een nieuwe collega. Binnenkort start ik als bedrijvenbeheerder op 2 kleine slachterijen. Dan ben ik voor hen het NVWA-aanspreekpunt voor overleg met het management of medewerkers/collega’s met vragen rond het keurings- en slachtproces. Daarnaast blijf ik toezichthoudend dierenarts op de andere slachterijen. Zo blijf ik andere collega’s met andere meningen ontmoeten, en blijf ik op de hoogte van andere werkwijzen. Op die manier voorkom ik bedrijfsblindheid.

Goed te combineren met gezinsleven

Mijn werk kan ik goed combineren met mijn gezinsleven; ik heb een tweeling van 2 jaar, en nog één kind van 3 jaar. Ik werk 3 dagen van 9 uur. Samen met mijn man, die ook 4 dagen per week werkt, kan ik mijn diensten goed opvangen. Twee dagen sta ik in het slachthuis. Eén dag heb ik vergaderingen en kan ik administratie thuis doen. Al met al krijg ik de vrijheid om te werken op een tijdstip dat mij goed uitkomt. Mijn ervaring is dat het bedrijfsleven hier minder flexibel mee omgaat.

Het verschil maken

Ik kan echt een verschil maken voor het dierenwelzijn en de volksgezondheid. Samen met mijn collega's zorg ik ervoor dat dieren tot op het laatst goed worden behandeld. Als dat niet gebeurt, grijp ik in. Zo heb ik een rapport opgemaakt voor een partij kuikens uit Duitsland met vangletsel die ter slacht werd aangeboden. De kuikens hadden bloedingen en kneuzingen opgelopen tijdens het vangen voor het transport. Onze Duitse collega’s zijn bij de eigenaar van de dieren gaan kijken. Deze verklaarde dat er een andere vangploeg was geweest die inderdaad ruw met de dieren was omgegaan. Net op het moment dat er een nieuwe lading van deze veehouder ter slacht werd aangeboden, kreeg ik een terugkoppeling uit Duitsland. In de nieuwe lading zat geen enkel gekwetst dier. De veehouder is dus beter gaan opletten. Helaas gaat het niet altijd zo, maar voor deze dieren heb ik wel het verschil gemaakt.