Meldplicht MRL-overschrijdingen bestrijdingsmiddelen in diervoeder

U hoeft niet meer elke overschrijding van een MRL in diervoeder bij ons te melden. U mag bij de analyseresultaten van resten van bestrijdingsmiddelen in diervoeder, in uw voordeel rekening houden met de meetonzekerheid. Diervoeders die mogelijk schadelijk zijn voor de gezondheid van dieren, moet u altijd bij ons melden. Dat is niet veranderd.

Wijziging werkwijze voor het melden van MRL overschrijdingen in diervoeder

De NVWA heeft de werkwijze gewijzigd voor het melden bij de NVWA van overschrijdingen van een maximum residu limiet (MRL) voor residuen van bestrijdingsmiddelen in het kader van artikel 20 (diervoeders) van de Algemene Levensmiddelen Verordening (ALV, Verordening (EG) nr. 178/2002) en artikel 5.15 van de Wet Dieren (diervoeder). Met deze nieuwe werkwijze sluit Nederland aan bij de werkwijze van de Europese Commissie en andere EU lidstaten. Deze nieuwe werkwijze is afgestemd met het ministerie van VWS en LNV en is ingegaan op 5 oktober 2021.

Oude situatie

Tot nu toe hanteerde de NVWA de beleidslijn dat iedere MRL-overschrijding in diervoeder gemeld diende te worden. Bedrijven mochten in het kader van de meldplicht geen rekening houden met de meetonzekerheid in hun voordeel.

Wat verandert er?

In het kader van de meldplicht mogen bedrijven nu rekening houden met de meetonzekerheid in hun voordeel, daar waar het analyseresultaten van residuen van bestrijdingsmiddelen betreft en het diervoeder niet onveilig is.

Bedrijven (inclusief laboratoria) mogen dus de meetonzekerheid aftrekken van het analyseresultaat en dan toetsen aan de MRL, om te bepalen of ze melding moeten doen bij de NVWA. De meetonzekerheid wordt bepaald door het laboratorium en staat op het analysecertificaat. De meetonzekerheid mag maximaal 50 procent zijn.

Beslisboom melden

De NVWA heeft een beslisboom MRL-overschrijding bestrijdingsmiddelen diervoeder opgesteld voor het melden van analyseresultaten van residuen van bestrijdingsmiddelen, met enkele voorbeelden waarin de verschillende stappen die bedrijven moeten volgen, worden doorlopen. Bij twijfel over het wel of niet moeten melden moet altijd het zekere voor het onzekere genomen worden en melding worden gedaan bij de NVWA.

De NVWA heeft voor het melden van analyseresultaten van residuen van bestrijdingsmiddelen in levensmiddelen een aparte beslisboom opgesteld.

Let op: als een diervoeder onveilig is, is de meldplicht onverkort van toepassing.

CMR stoffen

Bedrijven moeten controleren of de aangetoonde stof Carcinogeen en/of Mutageen en/of Reproductietoxisch is (de zogenaamde CMR stoffen). Is de aangetroffen stof een CMR-stof dan moet een MRL overschrijding altijd worden gemeld bij de NVWA, ook als het gemeten gehalte binnen de meetonzekerheid valt. De reden hiervoor is risico's voor o.a. volksgezondheid en/ of langlevende dieren.

Of een stof een 'CMR stof' is staat in de EU pesticiden database onder het kopje 'classification': stoffen met de aanduiding 1a of 1b.

In het geval dat bij CMR stoffen het analyseresultaat hoger is dan de MRL, maar met aftrek van de meetonzekerheid onder de MRL komt, moet het bedrijf - naast de melding bij de NVWA - middels een risicobeoordeling bepalen of een diervoeder niet onveilig is. Deze risicobeoordeling dient meegestuurd te worden met de melding.

Hoe om te gaan met voetnoot 1 producten?

In Verordening (EG) Nr. 396/2005 is in Bijlage I, voetnoot 1 opgenomen dat "MRL's zijn niet van toepassing op producten of delen van producten die als gevolg van hun kenmerken of aard uitsluitend worden gebruikt als ingrediƫnten voor diervoeding, totdat voor de specifieke categorie 1200000 afzonderlijke MRL's zijn vastgesteld."

Hierdoor zijn voor sommige voedermiddelen geen MRL's van toepassing. In deze gevallen dient het bedrijf middels een risicobeoordeling te bepalen of het voedermiddel niet onveilig is. Bij het invoeren van het analyseresultaat in deze risicobeoordeling mag eveneens gebruik worden gemaakt van de meetonzekerheid, mits het geen CMR-stof betreft.

Hoe om te gaan met bestrijdingsmiddelen welke genoemd zijn in Richtlijn 2002/32/EG?

Voor enkele residuen van bestrijdingsmiddelen zijn in de Richtlijn 2002/32/EG aparte maximumgehaltes opgenomen. Indien het aangetroffen residu van een bestrijdingsmiddel een van de in Richtlijn 2002/32/EG vermelde residuen betreft, mag geen gebruik worden gemaakt van de meetonzekerheid.

Niet voor andere stoffen

Voor andere stoffen dan residuen van bestrijdingsmiddelen verandert de werkwijze niet, omdat er gezondheidsrisico's kunnen optreden. Voor residuen van bestrijdingsmiddelen ligt dit genuanceerder, omdat de MRL wordt vastgesteld op basis van goed landbouwkundig gebruik. In de praktijk liggen de meeste MRL's op een lager niveau dan vanuit gezondheidsoogpunt noodzakelijk is en leiden de meeste MRL overschrijdingen meestal dus niet tot een (mogelijk) onveilig diervoeder.

Voor alle andere stoffen dan residuen van bestrijdingsmiddelen, blijft dus gelden dat bij iedere overschrijding van een wettelijke limiet melding moet worden gedaan bij de NVWA, ongeacht of het resultaat binnen de meetonzekerheid valt of niet.

Let op: er wordt gewerkt aan een algemene meldwijzer diervoeder, hierin wordt ook verwezen naar deze beleidslijn voor het melden van MRL overschrijdingen van residuen van bestrijdingsmiddelen in diervoeder.