Papegaaienziekte

Papegaaienziekte (psittacose, ornithose) is een besmettelijke dierziekte die wereldwijd voorkomt bij vogels. Niet alleen bij papegaaien, maar ook bij pluimvee, duiven, eenden, kalkoenen, kanaries, parkieten en andere vogels. Mensen kunnen ook besmet raken. Meld het bij de NVWA als u vermoedt dat uw vogels papegaaienziekte hebben. Dit is verplicht.

Papegaaienziekte kan ernstige gevolgen hebben

Papegaaienziekte kan ernstige gevolgen hebben voor vogels. Sommige vogels worden erg ziek of gaan er zelfs dood aan. Maar het is ook mogelijk dat een vogel helemaal geen symptomen heeft. In ieder geval is de ziekte erg besmettelijk.

Papegaaienziekte en mensen

Ook mensen kunnen besmet raken. Papegaaienziekte is een zoönose: een ziekte die van dieren kan overgaan op mensen. De meeste mensen worden er niet zo ziek van, maar papegaaienziekte kan een ernstige longontsteking of bloedvergiftiging veroorzaken. De ziekte komt vooral voor bij mensen die vogels houden of met vogels werken. Kijk voor meer informatie over papegaaienziekte bij mensen op de website van het RIVM.

Meldplicht papegaaienziekte

Voor papegaaienziekte geldt een meldplicht. Meld het bij ons als u of uw dierenarts denkt dat er papegaaienziekte heerst onder uw vogels. Het maakt niet uit of dit bij u thuis is of op een bedrijf, of bijvoorbeeld bij een kinderboerderij, dierentuin of dierenwinkel. Ook een laboratorium moet het melden als uit een test of ander onderzoek blijkt dat een vogel papegaaienziekte heeft.

Bel het Landelijk meldpunt dierziekten, via (045) 546 31 88. Dit is wettelijk verplicht bij papegaaienziekte. Lees waarom het belangrijk is om dierziekten tijdig te melden.

Wat gebeurt er met mijn melding?

Wij onderzoeken of uw vogels inderdaad papegaaienziekte hebben. Bij papegaaienziekte nemen we maatregelen om verdere overdracht op mens of dier te voorkomen. U bent verplicht om aan deze maatregelen mee te werken. We adviseren u om uw vogels te laten behandelen door een dierenarts. De behandeling bestaat meestal uit antibiotica. De vogelverblijven moeten goed schoongemaakt en gedesinfecteerd worden. Zo kunnen we voorkomen dat de ziekte zich verder verspreidt.

Hoe herken ik papegaaienziekte bij vogels?

Papegaaienziekte is lastig te herkennen. Vogels kunnen besmet zijn zonder ziek te worden. Ze dragen  de ziekmakende bacterie dan bij zich. Laboratoriumonderzoek kan hier duidelijkheid over geven. Voor dit onderzoek maakt de dierenarts een uitstrijkje uit de cloaca (darm- en urine uitgang). Het uitstrijkje wordt onderzocht in het laboratorium.

Symptomen van papegaaienziekte

Bij vogels die wel ziek worden, variëren de klachten van mild tot ernstig. De eerste ziekteverschijnselen treden tussen 3 en 42 dagen na besmetting op.

De volgende symptomen kunnen een teken zijn dat uw vogels papegaaienziekte hebben:

  • vocht uit ogen en neus
  • weinig eetlust
  • diarree
  • ineengedoken ('bol') zitten

Hoe wordt papegaaienziekte overgedragen?

De oorzaak van papegaaienziekte is de bacterie Chlamydia psittaci. Besmette vogels scheiden de bacterie uit via mest, snot en oogvocht. De bacterie hecht zich aan kleine waterdruppeltjes en stofdeeltjes. Zo komt de bacterie in de lucht.

Dieren die deze lucht inademen, kunnen besmet raken. De meeste dieren raken op deze manier besmet, via de luchtwegen of de bek. Maar het kan ook gebeuren door direct contact met een besmette vogel.

Bij stress gaan vogels vaak meer bacteriën uitscheiden. Vogels kunnen onder meer gestrest raken door warmte en transport.

Hoe kan ik voorkomen dat mijn vogels papegaaienziekte krijgen?

  • Een goede hygiëne is belangrijk: maak de kooi of volière regelmatig schoon en verwijder alle mestresten goed. Zie hiervoor ook de informatie over schoonmaken en desinfecteren.
  • Zorg ervoor dat uw vogels geen contact kunnen hebben met wilde vogels. Deze kunnen de bacterie namelijk ook bij zich dragen.
  • Koopt u nieuwe vogels? Laat ze onderzoeken door de dierenarts en houd ze eerst 30 dagen in een aparte afgesloten ruimte. Verzorg eerst uw eigen vogels en dan pas de nieuwe vogels. Hiermee kunt u voorkomen dat u zelf ziektes overdraagt.

Hoe kan ik voorkomen dat ik zelf papegaaienziekte krijg?

U kunt papegaaienziekte oplopen via de lucht, als u de bacterie inademt. Of door direct contact met een besmet dier. Houd hier rekening mee als uw vogels misschien besmet zijn of als u nieuwe vogels heeft. Lees ook hoe u uzelf kunt beschermen als u de verblijven schoonmaakt.

Krijgt u toch klachten?

Krijgt u ondanks de voorzorgsmaatregelen toch griepachtige verschijnselen, zoals koorts en hoofdpijn? Neem dan contact op met uw huisarts en vertel dat u vogels houdt die papegaaienziekte hebben (gehad). Uw arts kan dan gericht onderzoek doen. Zo nodig krijgt u een behandeling. Die bestaat meestal uit antibiotica.

Kunnen mensen elkaar besmetten met papegaaienziekte?

Dit is mogelijk, maar het komt maar heel weinig voor. Kijk voor meer informatie over papegaaienziekte bij mensen op de website van het RIVM.

Onderzoek naar de bron van de besmetting

Uw (huis)arts moet het bij de GGD melden als u papegaaienziekte heeft. De GGD neemt contact met u op om na te gaan waar u besmet bent geraakt.

Heeft u contact gehad met vogels? Dan kan de GGD ons vragen om de vogels te onderzoeken op besmetting met papegaaienziekte. De GGD informeert u hier eerst over. Wij kunnen alleen vogels onderzoeken die gehouden worden. Het is niet goed mogelijk om dit onderzoek te doen bij wilde vogels.