Plantenpaspoort

U heeft een plantenpaspoort nodig bij handel en vervoer van planten en plantaardige materialen binnen Europa.

Voor welke planten is een plantenpaspoort verplicht?

De Europese plantgezondheidsverordening (EU) 2016/2031 stelt een plantenpaspoort verplicht voor alle planten bestemd voor opplant. U vindt een alfabetische lijst in het NVWA-register plantenpaspoortplichtige producten.

Wat is een plantenpaspoort?

Een plantenpaspoort is een verzameling van verplichte informatie die gedocumenteerd moet zijn bij het verhandelen van alle planten bestemd voor opplant binnen de Europese Unie (EU). Het geeft de identiteit en herkomst van de zending weer en maakt het mogelijk om de oorspronkelijke producent te traceren.

Een plantenpaspoort heeft een vaste opmaak. De aanwezigheid van een plantenpaspoort bewijst dat de producent voldoet aan de geldende regels en eisen die in de Europese plantgezondheidsverordening (EU) 2016/2031 zijn vastgesteld en dat de onderneming onder een inspectieregime valt van een keuringsdienst.

Een plantenpaspoort mag alleen worden afgegeven als het plantmateriaal vrij is van gereguleerde organismen.

Wie geeft het plantenpaspoort af?

Het plantenpaspoort wordt afgegeven namens een officiële instantie van een lidstaat. In Nederland geven de keuringsdiensten het plantenpaspoort af onder toezicht van de NVWA.

In de plantgezondheidsverordening (EU) 2016/2031 is vastgelegd dat producenten en leveranciers van plantaardig materiaal zelf plantenpaspoorten mogen afgeven. Dit mogen zij alleen na het afsluiten van een autorisatieovereenkomst met een keuringsdienst. Iedere keuringsdienst is gespecialiseerd in het keuren van specifieke gewassen en productgroepen:

Waarom is een Europees plantenpaspoortsysteem nodig?

Een Europees plantenpaspoortsysteem is nodig om plantgezondheidsrisico’s in de Europese Unie te verminderen. Het plantenpaspoort zorgt ervoor dat de identiteit en oorsprong bekend is van planten en plantaardig materiaal.

Dit is belangrijk om uitbraken en mogelijke verspreiding van schadelijke ziekten en plagen te voorkomen en snelle tracering mogelijk te maken. Ziekten en plagen zoals bepaalde insecten, virussen, schimmels, bacteriën of nematoden brengen de kwaliteit en opbrengst van land- en tuinbouwgewassen in gevaar.

Om de plantgezondheid binnen de EU te beschermen moeten producenten en handelaren van plantaardig materiaal zich laten registreren bij een keuringsdienst. En worden zij regelmatig geïnspecteerd voordat zij hun plantmateriaal met een plantenpaspoort mogen verhandelen.

Waarom zijn er beschermde gebieden aangewezen in de EU?

In de Europese Unie zijn specifieke gebieden aangewezen als Europese beschermde gebieden waarbinnen bepaalde quarantaineziekten of plagen niet voorkomen. Risicovol plantmateriaal dat deze beschermde gebieden binnenkomt moet aan strengere eisen voldoen dan risicovol plantmateriaal dat in andere gebieden binnenkomt. Dit plantmateriaal krijgt een apart plantenpaspoort (met een PZ-code, 'Protecta Zona'). In het Register eisen en coderingen voor beschermde gebieden staan de bijzondere eisen vermeld die volgen uit Verordening (EU) 2019/2072, bijlagen III en X. Informeer eventueel bij de keuringsdiensten of deze eisen ook voor uw plantmateriaal gelden.