Hoe Epitrix voorkomen

In de maanden mei/juni komen er consumptieaardappelen uit met Epitrix besmet gebied in Portugal en Spanje. Bij de verwerking van de aardappelen in Nederland kunnen Epitrix-stadia aanwezig zijn in de afvalgrond. Dit zijn larven en poppen van de Epitrix. Hieruit kunnen zich kevers ontwikkelen die zich naar de omgeving kunnen verspreiden en daar een levensvatbare populatie kunnen opbouwen.

Om het risico te voorkomen dat Epitrixkevers ontsnappen uit afvalgrond, én zich vestigen in aardappelvelden dicht in de buurt, adviseert de NVWA de volgende voorzorgsmaatregelen:

  • afname van aardappelen met een minimale hoeveelheid aanhangende grond (borstelen op de plaats van herkomst, bij voorkeur zelfs wassen in het herkomstland);
  • aardappelen bemonsteren en inspecteren op schade (groeven) en gangetjes (bij verdenking de gangen van de aardappel schillen);
  • vermijden van de ontwikkeling van aardappelplanten en aanwezigheid van knollen in de tarragrond/afvalhopen; bij voorkeur afdekken met plastic of met grond van andere herkomsten.
  • accurate loofbestrijding op tarragrond, zodat ontwikkeling van Epitrixlarven in de afvalhoop niet mogelijk is. Als bij de loofbestrijding gaatjes in het blad door vraat van kevers worden aangetroffen, is extra alertheid geboden en moet u zo spoedig mogelijk de NVWA te informeren.
  • indien de grond op een landbouwperceel wordt opgebracht: hanteer een wachtperiode van minimaal 2 maanden na verwerking van de aardappelen;
  • indien de grond buiten de landbouw wordt afgezet: spreek af dat de tarragrond snel wordt afgedekt met grond van andere herkomsten;
  • zo snel mogelijk verwerken van resten van aardappelen, zodat eventuele larven en poppen zich niet kunnen ontwikkelen;
  • monitoren van aardappelvelden in de omgeving van het verwerkende bedrijf, inschakelen van de divisie Landbouw & natuur van de NVWA bij verdachte vraatschadesymptomen, zie de foto’s onder 'Epitrix herkennen'.