Hoe vindt u schorskevers (Scolytinae) en Euwallacea fornicatus?

De meeste schorskeversoorten zijn kleiner dan 4 millimeter. Hun hele levenscyclus speelt zich af in het hout. Ze zijn dus lastig te ontdekken. Symptomen zijn daarom het belangrijkste signaal dat er mogelijk schorskevers aanwezig zijn. De symptomen, vooral boorgaatjes, zijn te vinden in de houtige delen van de planten. Boorgaatjes zijn vaak zeer klein. Die van Euwallacea fornicatus zijn minder dan 2 mm in diameter.

Bemonstering

Op basis van symptomen alleen kan niet vastgesteld worden of er sprake is van een aantasting door Scolytinae of door andere organismen. Destructieve bemonstering van de plant is daarom nodig om de kevers, poppen of larven te ontdekken, en vast te stellen of deze levend zijn. Identificatie van het geslacht of de soort kan vervolgens alleen door een expert plaatsvinden vaak ondersteund met moleculaire technieken.

Vallen met lokstoffen

In de periode dat de kevers (de adult) zich buiten de waardplant bevinden, kunnen ze ook worden gedetecteerd met behulp van speciale vallen met lokstoffen.

Mogelijke besmetting herkennen

Hoe u een mogelijke besmetting met Scolytinae en Euwallacea fornicatus herkent leest u in de pdf Scolytinae (niet-Europees) en Euwallacea fornicatus herkennen.