Veldproef verificatieonderzoek Salmonella

Is er Salmonella aangetroffen in een monster van uw pluimveebedrijf? Dan kunt u deelnemen aan een onderzoek van de NVWA. Wij nemen dan extra monsters en laten deze ook onderzoeken op Salmonella. Als wij geen Salmonella aantreffen, mag u uw producten gewoon op de markt brengen. De verdenking op Salmonella wordt opgeheven.

Welke pluimveehouders kunnen aan het onderzoek deelnemen?

U kunt aan het onderzoek deelnemen als u een bedrijf heeft met:

  • leghennen
  • vermeerderingsdieren
  • opfokkoppels van vermeerderingsdieren en leghennen

Wat houdt het onderzoek in?

Is een (overschoenen- of mest-) monster dat u zelf heeft genomen of heeft laten nemen voor het reguliere onderzoek positief getest op Salmonella? Dan kunt u ervoor kiezen om aan het verificatieonderzoek van de NVWA deel te nemen. Dit hoeft niet, u kunt er ook voor kiezen om de positieve uitslag te accepteren.

Het NVWA Incident- en Crisiscentrum benadert u met de vraag of u wilt deelnemen. Kiest u voor het onderzoek? Dan komt er een NVWA-inspecteur bij u langs om monsters te nemen van de verdachte stal en alle andere stallen op uw bedrijf. De eerste monstername vindt direct na de melding plaats, de tweede monstername is 14 dagen later. De monsters worden op Salmonella onderzocht door Wageningen Bioveterinary Research (WBVR).

Wat gebeurt er als er geen Salmonella wordt gevonden?

Verdenking wordt opgeheven – bij leghennen na 2 monsternames

Heeft u leghennen en wordt er bij de 2 monsternames geen Salmonella aangetoond? Dan wordt de verdenking op besmetting met Salmonella opgeheven.

Heeft u nog andere stallen met leghennen? Net als anders worden de stallen met dieren ouder dan 57 weken ook verdacht verklaard. Bij deze stallen wordt de verdenking al opgeheven na de eerste negatieve testuitslag. Stallen met dieren jonger dan 57 weken worden niet verdacht verklaard, maar wel bemonsterd.

Verdenking wordt opgeheven – bij vermeerderingsdieren en opfokkoppels na 1 monstername

Heeft u vermeerderingsdieren of opfokkoppels en wordt er bij de eerste monstername geen Salmonella aangetoond? Dan wordt de verdenking op besmetting met Salmonella opgeheven.

U moet wel deelnemen aan het hele onderzoek. Er wordt dus nog steeds een tweede monstername uitgevoerd. Dit geldt ook voor de opfokkoppels, ook als die van huisvestingslocatie zijn veranderd.

Volgende monstername door bedrijfseigen dierenarts

Wordt er bij allebei de monsternames geen Salmonella aangetoond? Dan vragen wij u om de volgende reguliere monstername door uw eigen dierenarts te laten doen. Bij legbedrijven moet dit binnen 4–6 weken.

Overname 300 kippen

Wordt er tijdens de hele productieronde geen Salmonella meer aangetoond bij het koppel dat eerst verdacht was? Dan nemen wij 300 dieren uit dit koppel over. Dit gebeurt vlak voor het koppel naar de slacht gaat. Van deze dieren laten wij de blindedarm en de eileiders onderzoeken op Salmonella. Dit onderzoek vervangt de reguliere monstername van 3 weken voor de slacht en heeft bij een positieve uitslag dezelfde consequentie. Voor deze dieren krijgt u geen vergoeding.

Stel de NVWA minstens 4 weken van tevoren op de hoogte van de verwachte slachtdatum. Hiervoor kunt u contact opnemen met de NVWA-inspecteur die de monsters op uw bedrijf heeft genomen.

Wat gebeurt er als er wel Salmonella wordt gevonden?

Dan gebeurt hetzelfde als anders. Zie de pagina Mijn pluimveebedrijf is verdacht of besmet.

Alleen onderzoek bij bepaalde typen Salmonella

Deelname aan het onderzoek is alleen mogelijk als in uw eigen monsters een van de volgende typen Salmonella is aangetroffen. Voor het onderzoek vragen wij dit monster op bij uw laboratorium. Geef aan het laboratorium door dat u hier toestemming voor geeft.

Bij vermeerderingsbedrijven

  • Salmonella Enteritidis
  • Salmonella Typhimurium (incl. monofasische Salmonella Typhimurium)
  • Salmonella Hadar
  • Salmonella Infantis
  • Salmonella Virchow
  • Salmonella Paratyphi B variant Java

Bij legbedrijven

  • Salmonella Enteritidis
  • Salmonella Typhimurium (incl. monofasische Salmonella Typhimurium)

Ook controle op antibiotica

Bij het onderzoek hoort ook een controle op antibiotica en andere bacterieremmende stoffen. Dit is om uit te sluiten dat het onderzoek op Salmonella hierdoor wordt beïnvloed. Als er bacterieremmende stoffen worden gevonden, is de negatieve testuitslag niet geldig. Dus ook als er geen Salmonella wordt aangetoond, wordt het koppel toch positief verklaard. En u kunt niet meer deelnemen aan het onderzoek.

Voor deze controle neemt de NVWA-inspecteur tijdens het bedrijfsbezoek aanvullende monsters van het drinkwater en van 5 kippen per stal. Het Wageningen Food Safety Research (WFSR) onderzoekt de monsters op de aanwezigheid van bacterieremmende stoffen.

Gebruik geen drinkwateradditieven

Gebruik geen drinkwateradditieven gedurende de looptijd van het onderzoek op uw bedrijf. Dit geldt voor alle drinkwateradditieven, ook als niet bekend is dat het betreffende product een remmende werking heeft op Salmonella.

Gebruik ook geen waterreinigers. Die kunnen ook remmend werken. U mag ook geen andere maatregelen nemen die de betrouwbaarheid van de testuitslagen negatief kunnen beïnvloeden.

Goed om te weten

  • Kiest u voor het verificatieonderzoek? Dan moet u volledig meewerken aan alle onderdelen van het onderzoek. Het is alles of niets.
  • Wij verwachten dat u aanwezig bent als de NVWA-inspecteur monsters neemt, dat u hem of haar begeleidt op het bedrijf en dat u emmers beschikbaar stelt om de monstername te vergemakkelijken. Help de NVWA-inspecteur ook op andere manieren als dat nodig is. Bijvoorbeeld als deze u vraagt een vragenlijst in te vullen.
  • U kunt alleen deelnemen als er Salmonella is aangetoond bij uw eigen monstername (overschoenen- of mestmonsters, monstername door pluimveehouder of dierenarts). Deelname is ook alleen mogelijk als 1 van de bovengenoemde typen Salmonella is aangetoond.
  • U kunt alleen deelnemen als er aan het verdachte koppel geen antibioticum wordt toegediend of als de wachttermijn na een antibioticumbehandeling is verstreken.
  • De looptijd van de veldproef is anderhalf tot 2 jaar. De precieze periode is nog niet bekend, dit is afhankelijk van het aantal deelnemende bedrijven en de testuitslagen.
  • De kosten van de monsternames en het laboratoriumonderzoek worden betaald door het Diergezondheidsfonds en het Fonds Pluimveebelangen. U krijgt geen vergoeding voor de 300 kippen die vóór de slacht worden opgehaald.

Kijk voor verdere uitleg over deze proef in de stroomschema's onder aan de pagina. Daar staat ook een tabel met een overzicht van de monsters die worden genomen.

Nog vragen over dit onderzoek?

Heeft u nog vragen? Stuur dan een mail naar nvic@nvwa.nl.

Waarom voert de NVWA dit onderzoek uit?

In het verleden werd altijd verificatieonderzoek aangeboden als in de overschoenen- of mestmonsters van pluimveehouders Salmonella werd aangetoond. Maar deze standaard werkwijze is afgeschaft, in 2020 voor vermeerderingsbedrijven en in 2021 voor legbedrijven.

Bij het vroegere verificatieonderzoek zagen we regelmatig dat er geen Salmonella werd gevonden bij de extra monstername. Dit roept vragen op. Waren de eerste monsters dan vals-positief? Is de tweede, negatieve uitslag wel betrouwbaar? Zijn de producten van deze pluimveehouders wel veilig?

Om antwoord te krijgen op deze vragen, starten wij deze proef. Hiervoor hebben wij toestemming gekregen van de Europese Commissie. Met de onderzoeksresultaten kunnen we beoordelen op welke wijze het verificatieonderzoek betrouwbaar kan worden uitgevoerd.

Overzicht van monsters

Voor dit onderzoek worden meer monsters en ook meer typen monsters genomen dan normaal. In de tabel hieronder ziet u om welke monsters het gaat en waar de monsters op worden onderzocht.

waar wordt monster van genomen? aantal monsters per stal waar wordt monster op onderzocht?
Mest 8 paar overschoentjes / 10 fecesmonsters Salmonella
Stof 2 monsters van 2 veegdoekjes Salmonella
Water 1 vóór de stal en 1 in de stal (+ contramonsters) Remmende stoffen (drinkwateradditieven)
Kippen 5 kippen Remmende stoffen (antibiotica)

Stroomschema's

In onderstaande stroomschema's ziet u hoe het verificatieonderzoek verloopt. Het startpunt is steeds een positieve testuitslag bij de reguliere monstername.

Vermeerderingsdieren en opfokkoppels

Dit stroomschema laat de monstername bij een koppel vermeerderingsdieren en opfokdieren (vermeerdering en leg) zien. In grijs staat de monstername die binnen de veldproef valt.

Stroomschema vermeerderingsdieren en opfokkoppels
Beeld: ©NVWA

Leghennen (en dieren ouder dan 57 weken in de andere stallen)

Dit stroomschema laat de monstername bij een koppel legpluimvee zien. Als er in de aanpalende stal(len) dieren ouder dan 57 weken aanwezig zijn, worden deze ook verdacht verklaard. Deze dieren worden vrijgegeven als het resultaat van de 1e verificatiemonstername negatief is. In grijs staat de monstername die binnen de veldproef valt.

Stroomschema monstername bij een koppel legpluimve
Beeld: ©NVWA

Leghennen (en dieren jonger dan 57 weken in de andere stallen)

Dit stroomschema laat de monstername bij een koppel legpluimvee zien. Als er in de aanpalende stal(len) dieren jonger dan 57 weken aanwezig zijn worden deze niet verdacht verklaard, maar wel bemonsterd. In grijs staat de monstername die binnen de veldproef valt.

Stroomschema monstername bij een koppel legpluimvee
Beeld: ©NVWA

Let op: het verdachte koppel kan ook besmet worden verklaard als we bij de dieren een antibioticum aantreffen of remmende stoffen in het drinkwater vinden. Dit geldt voor alle stroomschema's.