Keuring voor en na noodslachting

Als een dier na een ongeval uit welzijnsoverwegingen niet meer levend naar een slachthuis kan worden vervoerd, kan het in aanmerking komen voor een noodslachting. Daarbij gelden voorwaarden. Lees wat de dierenarts, de veehouder en het slachthuis moeten doen.

Ante-mortemkeuring door dierenarts

Als dierenarts voert u een keuring uit als het dier nog leeft, dit noemen we een ante-mortemkeuring (AM-keuring). Als u het dier niet levend heeft beoordeeld, mag er geen noodslachting plaatsvinden.

De veehouder moet aan u de Voedselketeninformatie (VKI) aanleveren met informatie over de gezondheid van het dier.

Waarop u precies moet letten als u zelf een noodslachting moet verrichten, leest u de regels voor noodslachtingen voor praktiserende dierenartsen.

Officieel certificaat nodig

Is aan alle voorwaarden voldaan? Dan vult u als praktiserend dierenarts het 'Officieel certificaat in geval van een noodslachting' in. De veehouder moet ook een deel invullen.

Dit officiële certificaat bevat essentiële informatie voor het uitvoeren van de post-mortem keuring (PM-keuring) op het slachthuis. Het correct, volledig en tijdig invullen van het certificaat draagt daarom bij aan de voedselveiligheid. Het zorgvuldig invullen van het officieel certificaat zorgt er ook voor dat de afhandeling van een noodslachting op het slachthuis geen onnodige vertraging oplevert.

Zolang het certificaat niet volledig en correct is ingevuld kan er geen PM-keuring plaatsvinden. Deze keuring moet uiterlijk op dag 4 plaatsvinden, waarbij de dag van doden dag 0 is.

U vindt het certificaat via de webshop van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD).

Vervangend certificaat

Bij administratieve fouten kan het achteraf nodig zijn de informatie op het certificaat aan te vullen of te herstellen. Dit kan alleen door een vervangend certificaat te maken.
Dit is altijd een nieuw papieren certificaat, compleet ingevuld en ondertekend door dezelfde veehouder en dierenarts die het eerste certificaat hebben opgemaakt. De voorwaarden hiervoor vindt u hier: regels voor noodslachtingen voor praktiserende dierenartsen. Vanaf 1 januari 2026 zal de NVWA hierop controleren.

Vervoer naar slachthuis

Dieren mogen binnen 2 uur na de noodslachting op de boerderij ongekoeld bij het slachthuis worden aangevoerd.

Duurt het transport langer dan 2 uur, dan moet het dier gekoeld worden vervoerd, tenzij de omgevingstemperatuur lager is dan 4 graden Celsius.

Post-mortemkeuring aanvragen door slachthuisexploitanten

Wij voeren vervolgens op het slachthuis een keuring uit van het aangevoerde, geslachte dier. Dit heet ook wel post-mortemkeuring (PM-keuring). De PM-keuring van een noodslachting moet uiterlijk op dag 4 plaatsvinden. De dag van schieten en verbloeden geldt als dag 0. Als slachthuisexploitant moet u hiermee rekening houden als u een noodslachting aanvraagt.

De Voedselketen Informatie (VKI) moet tijdens de PM-keuring beschikbaar zijn.

Let op: als de PM-keuring van een noodslachting na dag 4 plaatsvindt, kan het vlees enkel ongeschikt voor humane consumptie worden verklaard.

Specifieke informatie over noodslachtingen voor slachthuisexploitanten

Hoe u een keuring aanvraagt, hangt af van in welke CoVo-groep uw slachthuis zit.

Slachthuizen in CoVo-groep 1 (permanent toezicht)

U hoeft een noodslachting niet apart aan te vragen, tenzij de PM-keuring van een noodslachting plaats moet vinden op een dag dat er niet geslacht wordt.

Wilt u alleen PM-keuring van noodslachtingen aanvragen? Dan moet u wel een PM-keuring aanvragen, en de officiële certificaten voor de noodslachting uploaden bij uw aanvraag.

U moet deze documenten ook altijd aan de NVWA-dierenarts overhandigen voor de PM- keuring.

BSE- of trichinemonsters

Als u op de dag van de PM-keuring van de noodslachting geen andere PM-keuringen aanvraagt, maar er moeten wel BSE- of trichine-monsters genomen worden, vraag dan ook altijd BSE-of trichine-monstername aan.

CoVo-groepen 2 en 3

U moet altijd een PM-keuring van noodslachtingen aanvragen en daarbij de officiële certificaten voor een noodslachting uploaden. U moet deze documenten ook altijd aan de NVWA-dierenarts overhandigen voor de PM- keuring.

In de aanvraag ziet u hoeveel tijd u per noodslachting moet aanvragen. De aangevraagde tijd moet ook voldoende zijn voor het afhandelen van de administratie van de PM- keuring van de noodslachting.

Meer noodslachtingen dan waarvoor u een keuring heeft aangevraagd

Dan kan de PM-keuring van de noodslachtingen alleen plaatsvinden, als het dienstrooster van onze dierenarts dit toelaat.

Voor de PM-keuring van noodslachtingen die niet kunnen plaatsvinden, moet u een nieuwe aanvraag doen.

BSE- of trichinemonsters

Bij noodslachtingen moeten BSE-monsters worden genomen van:

  • alle runderen met een Roemeens (RO) of Bulgaars (BG) oormerk ouder dan 24 maanden
  • alle runderen ouder dan 48 maanden

Van paarden en varkens moeten trichinemonsters genomen worden.

Uitslachten

De geslachte dieren moeten na aankomst op het slachthuis zo spoedig mogelijk uitgeslacht worden. Bij de PM- keuring moeten alle onderdelen van het dier geïdentificeerd aanwezig zijn, ook de onderpoten en ingewanden. De nieren moeten met de natuurlijke hechtmiddelen aan het karkas vastzitten.