Hoe de NVWA toezicht houdt

Vanwege de enorme omvang van het aantal speeltoestellen in Nederland (zo'n 270.000) houdt de NVWA steekproefsgewijs en risicogericht toezicht bij producenten en beheerders van deze toestellen. Daarnaast voeren onze inspecteurs controles uit op basis van meldingen en signalen. Ook controleert de NVWA het functioneren van de aangewezen keuringsinstanties.

Risicogericht toezicht

Bij risicotoezicht bepalen we proactief waar de grootste risico's liggen. Op basis hiervan maken we een keuze welke doelgroep geïnspecteerd wordt.

Zo is de NVWA bijvoorbeeld in 2016 gestart met een onderzoek naar de veiligheid bij grotere indoorspeelhallen. Hiermee geven we inzicht in het werk van de NVWA en worden ondernemers gestimuleerd de wettelijke regels na te leven.

Meldingen met ongevallen

Bij meldingen met ongevallen stellen we een onderzoek in en deze worden met de hoogste prioriteit opgepakt. Het is belangrijk dat de plaats van het ongeval tot de komst van de inspecteur zo veel mogelijk ongewijzigd blijft. Het onderzoek van de inspecteur bevat meestal een (inspectie)lijst met vragen die varieert afhankelijk van het type te inspecteren speeltoestel.

Onderdelen van een inspectie

Bij een inspectie kan de NVWA op 1 of meerdere van onderstaande onderdelen controleren:

Keuringsregime (Certificaat van Goedkeuring)

Omdat ieder nieuw toestel een eenmalige keuring of een typekeuring moet ondergaan, controleren we tijdens inspecties of de speeltoestellen zijn voorzien van een (juist) Certificaat van Goedkeuring (CvG). Ook controleren we of het toestel tussentijds is aangepast en of dit is gemeld bij de Algemene Keuringsinstantie (AKI).

Actueel dossier

Beheerders en eigenaren moeten voor elk toestel een actueel dossier bijhouden. In dit dossier staat hoe het toestel veilig gehouden wordt. Onderdeel van het dossier is bijvoorbeeld een ongevallenregistratie, een Nederlandse gebruiksaanwijzing met instructies over montage, installatie, waarschuwingen en andere relevante informatie voor het veilig gebruik van het toestel. Daarnaast moet in dit dossier onderhoud en beheer aantoonbaar worden gemaakt. Tijdens de inspectie kijken we of dat het geval is.

Inspectie en onderhoud

We kijken of beheerders en eigenaren voldoende inspecties en onderhoud doen aan het toestel. We controleren of een toestel goed is opgesteld, onderhouden en aantoonbaar in een veilige staat wordt gehouden Dit doen we door inspectie van het toestel ter plaatse en door het bekijken van de onderhoudsadministratie (zie actueel dossier). Ook kijken we of er voldoende toezicht wordt gehouden en of dit op een juiste manier gebeurt. Zijn de juiste veiligheidsopschriften bijvoorbeeld aanwezig en zorgt de beheerder ervoor dat de speeltoestellen veilig gebruikt worden?

Technische staat

Beheerders en eigenaren zijn er verantwoordelijk voor dat een toestel veilig is. Om dit te controleren doen we (gerichte) steekproeven op een aantal punten van een toestel. Hierdoor krijgen we een beeld van de staat van het toestel, of meerdere toestellen op een locatie. We kijken bijvoorbeeld of er sprake is van slijtage van (onderdelen van) het toestel. Ook kijken we of het toestel nog is zoals de AKI hem eerder heeft goedgekeurd. Bij aanpassingen of ingrijpende reparties is het verplicht de AKI te informeren.

Toezicht op AKI's

De NVWA voert, op verzoek van VWS, het toezicht uit op de aangewezen keuringsinstellingen. Dit kunnen Nederlandse keuringsinstellingen zijn of buitenlandse keuringsinstellingen waarvan de certificaten gelijkgesteld zijn. In de praktijk betekent dit dat de NVWA een audit uitvoert voor dat een keuringsinstelling wordt aangewezen. Bij de aangewezen keuringsinstellingen wordt vervolgens jaarlijks een audit uitgevoerd. Bij deze audits wordt de bedrijfsvoering en het kwaliteitsmanagementsysteem van de keuringsinstelling onderzocht om te beoordelen of deze voldoen aan de eisen zoals die in de WAS worden gesteld.

De NVWA gaat in gesprek met medewerkers van de keuringsinstelling over de wijze waarop het keuringsproces plaatsvindt. Getoetst wordt of de gepresenteerde werkwijze aantoonbaar is en of deze voldoende de kwaliteit van de uitgevoerde keuringen borgt.

Daarnaast toetst de NVWA ook andere aspecten van de bedrijfsvoering zoals de kwalificatie en opleiding van keurmeesters, de afhandeling van klachten en 'het leren van fouten'. De bevindingen worden in een auditrapport vastgelegd en met de keuringsinstelling besproken. Vervolgens kunnen zich twee situaties voordoen. Als er geen of een beperkt aantal kleine tekortkomingen zijn dan worden er afspraken gemaakt om de tekortkomingen te herstellen.

Dit leidt uiteindelijk tot een positief advies aan VWS om de keuringsinstelling aan te wijzen of de aanwijzing te handhaven. Als tekortkomingen ernstig zijn dan adviseert de NVWA aan VWS om de aanwijzing niet te verlenen of deze in te trekken.

De afdeling inspectie van de NVWA onderzoekt in het veld of speeltoestellen aan de wettelijke eisen voldoen. Tussentijds kan de NVWA contact hebben met de keuringsinstelling naar aanleiding van inspectieresultaten alsmede naar aanleiding van signalen van burgers of calamiteiten.

Meld ongeluk direct bij NVWA

Gebeurt er ondanks al uw veiligheidsmaatregelen toch een ongeluk? Bel ons dan op 0900-03 88. Wij onderzoeken waar de oorzaak ligt: is het misgegaan met het ontwerp, het beheer of het gebruik? Dit helpt om attracties in de toekomst nog veiliger te maken.

Het is voor eigenaren en beheerders van toestellen verplicht een ernstig ongeluk te melden bij de NVWA. Van een ernstig ongeval is sprake bij elke verwonding waardoor er (blijvend) letsel is opgelopen waarvoor professionele medische behandeling of een ziekenhuisopname noodzakelijk is, of bij overlijden. Een ongeluk melden doet u via het Klantcontactcentrum of 0900 03 88.