Verplicht handelsdocument: wat erin moet staan

Bij bijna elk vervoer van dierlijke bijproducten en afgeleide producten moet een handelsdocument aanwezig zijn. Hoe moet dat er uit zien? En wat moet er in staan?

Vervoer binnen Nederland

Een handelsdocument voor vervoer binnen Nederland is vormvrij. Dat betekent dat het document bij vervoer binnen Nederland niet hoeft te voldoen aan een specifieke lay-out. U kunt dus het door de EU opgestelde model gebruiken (u vindt dat onder het kopje "Vervoer naar ander lidstaten" hieronder). Maar u mag ook bijvoorbeeld een CMR Vrachtbrief of een eigen ontwerp gebruiken.

Het maakt dus niet zoveel uit hoe uw handelsdocument er uitziet. Maar de volgende informatie moet er in ieder geval in zijn opgenomen:

  1. datum waarop het materiaal wordt verzonden;
  2. omschrijving van het materiaal met categorie aanduiding (zie ook 'Identificatie') en, in geval van categorie 3-materiaal of daarvan afgeleide producten die bestemd zijn voor vervoedering, een specifieke verwijzing naar het toepasselijke punt van art. 10 van Verordening (EG) nr. 1069/2009;
  3. de hoeveelheid materiaal, uitgedrukt in volume, gewicht of aantal verpakkingen;
  4. de naam en het adres van het bedrijf van oorsprong van het materiaal en het erkennings- of registratienummer daarvan (dat is toegekend op grond van Verordening (EG) nr. 1069/2009 dan wel Verordening (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 of (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad, naargelang het geval) en de aard en de methode van de behandeling;
  5. de naam, het adres en het registratienummer van de vervoerder van het materiaal;
  6. de naam en het adres van het bedrijf van bestemming en het erkennings- of registratienummer daarvan (op grond van Verordening (EG) nr. 1069/2009 dan wel Verordening (EG) nr. 852/2004, of (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad, naar gelang het geval);
  7. in het geval van vervoer in containers, het volledige identificatienummer van de container ("BIC-code");
  8. in het geval van uitvoer van verwerkte dierlijke eiwitten en producten die verwerkte dierlijke eiwitten bevatten zoals bedoeld in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 999/2001, de lidstaat en grensinspectiepost van vertrek.

Houd ook rekening met het volgende:

  • Het handelsdocument moet voorzien zijn van een uniek referentienummer.
  • Het handelsdocument moet ondertekend zijn in een andere kleur dan de gedrukte tekst.
  • Het handelsdocument moet in 3-voud worden opgemaakt. Het origineel gaat samen met de zending naar de eindbestemming. De ontvanger bewaart het handelsdocument voor een periode van ten minste 2 jaar. De producent en de vervoerder bewaren ten minste 2 jaar een afschrift van iedere zending.

De voorschriften voor het gebruik en de inhoud van handelsdocumenten vindt u in artikel 21 en 22 van Verordening (EG) nr. 1069/2009 en in bijlage VIII, hoofdstuk III, van Verordening (EU) nr. 142/2011.

Vervoer naar andere lidstaten

Voor vervoer van dierlijke bijproducten naar andere lidstaten moet u een specifiek model handelsdocument gebruiken. Dit model vindt u in bijlage VIII van Verordening (EU) nr. 142/2011. Op 26 juni 2019 is Verordening (EU) 2019/1084 gepubliceerd. Deze verordening wijzigt Verordening (EU) nr. 142/2011, en bevat onder andere een nieuwe versie van het model voor het handelsdocument. Deze wijziging is ingegaan op 16 juli 2019.

Het model voor het handelsdocument is gebaseerd op het TRACES-systeem. U moet het model gebruiken voor alle zendingen naar lidstaten. Ook als u de zending niet in TRACES hoeft te melden. Het model bestaat uit 2 delen. Het eerste deel is een informatiedeel dat gaat over de aangeboden zending. Het tweede deel bevat de verklaring van de verzender en de vervoerder. In een handeldocument dat is opgemaakt volgens het model moet u iets meer informatie opnemen dan in een handelsdocument voor vervoer binnen Nederland. Welke extra informatie dat is hangt af van de aard van het product en de gebruiksbestemming daarvan, maar ook van de bedrijven die betrokken zijn bij de verzending. Naast de bedrijven van oorsprong en bestemming en de vervoerder kunnen bijvoorbeeld ook handelaren betrokken zijn.

Model handelsdocument intracommunautair vervoer dierlijke bijproducten

Uitzonderingen

Voor het vervoer van de volgende producten is een handelsdocument niet vereist:

  • keukenafval en etensresten van categorie 3;
  • van dierlijke bijproducten afgeleide producten die zijn aangemerkt als eindpunt in de productieketen;
  • van categorie 3-materiaal afgeleide producten en organische meststoffen en bodemverbeteraars die binnen dezelfde lidstaat door detailhandelaren worden geleverd aan eindgebruikers die geen exploitant in de zin van Verordening (EG) nr. 1069/2009 zijn;
  • melk, melkproducten en melkderivaten van categorie 3 die na verzameling worden teruggezonden naar de melkverwerkingsinrichting van herkomst, die erkend moet zijn overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 853/2004;
  • mengvoeders als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder h), van Verordening (EG) nr. 767/2009, die zijn vervaardigd op basis van dierlijke bijproducten of afgeleide producten, mits zij zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 767/2009;
  • niet-gehygiëniseerde mest van andere dieren dan paardachtigen in geval van vervoer naar andere lidstaten; deze zendingen moeten vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat.

Bij zendingen dierlijke meststoffen binnen Nederland waarbij het Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (VDM) verplicht is doet dit document tevens dienst als handelsdocument.

Als Rendac kadavers ophaalt doen de routelijsten dienst als handelsdocument.