Vangst Nederlandse zeevisserij 2016-2020

Op deze pagina leest u meer over de vangst in de zeevisserij. De zeevisserij wordt onderscheiden in de pelagische visserij (in de waterkolom op soorten die in scholen zwemmen) en de demersale visserij (bodemvisserij).

In de demersale visserij worden verschillende vistechnieken gebruikt om gericht op soorten te vissen zoals tong, schol of garnalen. De Nederlandse demersale vloot bestaat uit circa 800 vaartuigen.

De Nederlandse pelagische vloot gebruikt alleen borden om pelagische vissoorten te vangen zoals haring, blauwe wijting, makreel en horsmakreel. Deze vloot bestaat uit in totaal acht vaartuigen. Met de acht pelagische vaartuigen is in 2020 ongeveer 3 keer zoveel vis gevangen als met de circa 800 demersale vaartuigen.

Jaarlijkse demersale en pelagische vangst (in tonnen kilogram)

Jaarlijkse demersale en pelagische vangst (in tonnen kilogram) figuur 1
Vangst (in mln. kg)DemersaalPelagisch
201691,3274,6
201782,3290,6
201890,3325,2
201981,7239,0
202078,2226,9
NVWA Brontabel als csv (129 bytes)

Regelgeving vangst in de zeevisserij

De International Council for Exploration of the Sea (ICES) brengt jaarlijks wetenschappelijke vangstadviezen uit. De Europese Unie (EU) bepaalt vervolgens elk jaar per soort vis hoeveel vis in het komende jaar mag worden gevangen en aangeland. Dit heet de Total Allowable Catch (TAC). De EU verdeelt die hoeveelheid daarna over de EU-lidstaten. Dit zijn de visquota. Deze quota kunnen onderling geruild worden door de lidstaten. Indien het quotum vol is, mag deze vis niet meer worden gevangen. Het doel van de quota is om het bestand te beschermen en ervoor te zorgen dat men in de toekomst ook nog op deze vissoort kan vissen.

In Nederland worden de Europese quota/limieten sinds eind jaren 70 verdeeld over verschillende contingenten. Een contingent is een (overdraagbaar) aandeel dat een visserijbedrijf heeft in het nationale quotum voor die soort. In 2020 gelden er contingenten voor schol, tong, kabeljauw, wijting, haring, makreel, horsmakreel, blauwe wijting en grote zilversmelt. Vissers die geen of onvoldoende contingenten voor een soort hebben, mogen deze soorten niet aan boord houden of aanlanden. De visserijbedrijven zijn verenigd in een aantal Producenten Organisaties (PO's). De PO's beheren de individuele quota zodat de individuele rechten onderling verhandeld kunnen worden. Zo wordt het nationaal quotum optimaal benut.

Pelagische visserij

De pelagische visserij wordt ook wel de trawlervisserij genoemd. Dit is een vorm van zeevisserij waarbij men sleepnetten gebruikt. Trawlers blijven vaak voor langere periodes op zee, van weken tot zelfs maanden. De vangst wordt aan boord ingevroren. De sector is sterk internationaal georiënteerd en voert grote hoeveelheden ingevroren vis aan. Nederlandse visserijbedrijven zijn wereldwijd belangrijke spelers en hebben meerdere trawlers die onder buitenlandse vlag varen. Met deze vaartuigen vist men op vissoorten zoals haring, makreel, horsmakreel en blauwe wijting.

Jaarlijkse vangst van verschillende pelagische vissoorten (in tonnen kilogram)

Jaarlijkse vangst van verschillende pelagische vissoorten (in tonnen kilogram) figuur 2
Jaarlijkse vangst van pelagische soorten (in miljoenen kg)HaringBlauwe wijtingAtlantische horsmakreelMakreel
2016103,358,429,936,3
201791,581,522,442,4
2018118,6120,930,529,6
201987,974,631,521,7
202079,362,119,933,6

De vangst van haring en blauwe wijting liep op, maar neemt nu weer af. De vangst van makreel en horsmakreel bleef vrij stabiel.

NVWA Brontabel als csv (250 bytes)

Demersale visserij

De demersale vloot richt zich op visserij op de zeebodem en bestaat uit ongeveer 800 actieve beroepsvaartuigen. Hiervan zijn er ongeveer 450 schepen gericht op zeevisserij en 360 schepen gericht op kust- en binnenvisserij. De demersale vloot is gericht op het vangen, verwerken en op de markt brengen van vis. De vloot kent een brede samenstelling. Verschillende vaartuigen zijn gericht op een specifieke doelsoort. Zo zijn er vaartuigen die gericht vissen op Noorse kreeft, tong, schol en garnalen. Bij demersale vangst is er vrijwel altijd bijvangst: bijvangst bestaat uit vis die niet het doelsoort is van het schip.

Deze visserij maakt gebruik van verschillende vistechnieken zoals de boomkor, borden en de Deense zegen (Flyshoot) visserij. Een klein deel van de vloot richt zich specifiek op ongequoteerde/ongelimiteerde soorten zoals mul, poon en inktvis.

Vangsten kunnen toe- of afnemen door verschillende oorzaken. Een oorzaak kan zijn een beperkte beschikbaarheid van quota of van vis. Een andere oorzaak kan een lage afzetprijs van een vissoort zijn, waardoor het voor een visserijbedrijf niet langer interessant is om die soort te vangen.

Jaarlijkse vangst van de demersale visserij (in tonnen kilogram)

Jaarlijkse vangst van de demersale visserij (in tonnen kilogram) figuur 3
Jaarlijkse vangst van demersale soorten (in miljoenen kg)Totale vangst
201691,3
201782,3
201890,3
201981,7
202078,2

De demersale vangst wisselt elk jaar, vanaf 2018 tot 2020 lijkt de vangst af te nemen. De lage vangst van 2020 is mogelijk het gevolg van de pandemie vanwege Covid 19.

NVWA Brontabel als csv (131 bytes)

Jaarlijkse vangst van de drie meest gevangen demersale soorten door de Nederlandse vloot (in tonnen kilogram)

Jaarlijkse vangst van de drie meest gevangen demersale soorten door de Nederlandse vloot (in tonnen kilogram) figuur 4
Jaarlijkse vangst van de drie meest gevangen demersale soorten door de Nederlandse vloot (in miljoenen kg)ScholGarnalenTong
201633,818,39,6
201732,313,510,1
201827,027,49,8
201925,516,28,0
202020,918,07,8

De vangst van tong is zeer stabiel, terwijl de scholvangst steeds verder afneemt. De garnalenvangst kende de afgelopen jaren een piekjaar, maar is verder stabiel.

NVWA Brontabel als csv (233 bytes)