Residuen in vlees en andere dierlijke producten

Vlees en andere dierlijke producten kunnen chemische stoffen bevatten die gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Bijvoorbeeld dioxine of diergeneesmiddelen als antibiotica. Als ondernemer bent u er verantwoordelijk voor dat uw vlees en vleesproducten veilig zijn. Zorg ervoor dat deze chemische stoffen niet in uw producten kunnen komen. Voer controles uit om ieder risico uit te sluiten.

Chemische stoffen in vlees en dierlijke producten

Dieren kunnen tijdens hun leven verschillende chemische stoffen binnenkrijgen. Bijvoorbeeld medicijnen als antibiotica, ontwormingsmiddelen en pijnstillers. Ook als dieren buiten grazen krijgen ze chemische stoffen binnen, zoals gifstoffen van plantenschimmels, resten van bestrijdingsmiddelen of zware metalen.

Deze stoffen – of resten of residuen daarvan – kunnen achterblijven in het vlees, de organen en andere dierlijke producten als melk en eieren. Mensen krijgen de stoffen dan ook binnen via hun voeding. Bij hoge hoeveelheden en langdurige inname kunnen er op de lange termijn gezondheidsproblemen ontstaan. Om dit te voorkomen is wettelijk vastgelegd hoeveel er maximaal van een bepaalde stof in een product mag zitten.

Zorg ervoor dat uw producten aan deze wettelijke eisen voldoen. Bijvoorbeeld met behulp van een zelfcontroleprogramma. Anders mag u het vlees en de dierlijke producten niet op de markt brengen. U moet de producten uit de handel houden of halen.

NVWA houdt toezicht op vlees en dierlijke producten

Onze dierenartsen en inspecteurs voeren ook controles op chemische stoffen uit. Dit doen we volgens de afspraken die in het Nationaal Plan Residuen in producten van dierlijke oorsprong (NPR) staan.

Nationaal Plan Residuen in producten van dierlijke oorsprong

Het Nationaal Plan Residuen in producten van dierlijke oorsprong (NPR) is een controleprogramma (ook wel: monitoringsprogramma). In het NPR staat:

  • om welke chemische stofgroepen het gaat
  • wat de maximaal toegestane hoeveelheid is van een stof die in een bepaald product mag zitten
  • hoe we de controles uitvoeren

Controles volgens Europese afspraken

Alle landen van de Europese Unie hebben zo'n controleprogramma. De controleprogramma's zijn gebaseerd op EU-verordening 2017/625Verordening EU 2022/1644 en Verordening EU 2022/1646.

In deze richtlijn en verordeningen staan afspraken over de stofgroepen waarop getest moet worden en de hoeveelheid monsters die genomen moet worden. De maximale hoeveelheden van een stof die zijn toegestaan in een product staan in Verordening EU 37/2010.

Binnen de EU-landen gelden dus dezelfde regels. Daardoor is binnen Europa vrij handelsverkeer mogelijk. Het controleprogramma is ook een belangrijke voorwaarde voor export van Nederlandse producten. En dierlijke producten die van buiten Europa geïmporteerd worden, moeten aan dezelfde voorwaarden doen. Deze niet-EU-landen hebben ook een controleprogramma. Daarnaast controleren we importproducten zelf ook bij de grens.