Inspectieresultaten weekmakers in dildo’s 2023

In 2023 onderzocht de NVWA dildo’s op de aanwezigheid van bepaalde weekmakers. We keken naar weekmakers waarvan bekend is dat ze schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid, en waarvoor veiligheidseisen zijn opgesteld. We controleerden of de dildo’s aan de eisen voldeden.

In het kort: onderzoek naar weekmakers met wettelijke limiet

Weekmakers worden aan PVC toegevoegd om het soepel te maken. Omdat weekmakers schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid, zijn er binnen de Europese Unie (EU) afspraken gemaakt voor het gebruik ervan. Voor een aantal weekmakers geldt een wettelijke limiet. Dat betekent dat er een maximaal toegestane hoeveelheid is die in consumentenproducten mag voorkomen. Zo kan de gezondheid van consumenten beschermd worden. In Bijlage XVII, Entry 51 van de REACH verordening (Verordening (EG) Nr. 1907/2006) staan limieten voor bepaalde soort weekmakers in consumentenproducten vermeld.

In 2023 onderzochten we 38 dildo’s die bestonden uit weekgemaakt PVC-materiaal. We onderzochten de producten op de aanwezigheid van weekmakers waarvoor een wettelijke limiet geldt. Uit het laboratoriumonderzoek bleek dat alle 38 dildo’s voldeden aan de eisen die in de REACH-verordening staan.

Daarnaast hebben we een verkennend onderzoek gedaan naar alternatieve weekmakers. Dit zijn weekmakers waar (nog) geen limieten voor zijn vastgesteld. We zagen dat er alternatieve weekmakers waren gebruikt in de dildo’s. Maar met de beschikbare analysetechnieken konden we niet vaststellen om welke weekmakers het ging en hoe hoog het gehalte was. In de toekomst gaan we verdiepend onderzoek doen. De resultaten van het toekomstige onderzoek kunnen gebruikt worden om nieuwe veiligheidseisen op te stellen.

Inspectieresultaten: alle dildo’s voldeden aan de eisen van de REACH-verordening

Consumenten moeten erop kunnen vertrouwen dat de producten die ze aanschaffen veilig zijn. De NVWA is de autoriteit die de toezicht houdt op de veiligheid van consumentenproducten. Dagelijks inspecteren wij of de consumentenproducten die op de Nederlandse markt komen aan de wettelijke veiligheidseisen voldoen. Wij voeren steekproefsgewijs inspecties uit.

Ook voor dit onderzoek hebben we willekeurig 38 dildo’s geselecteerd. Dit werd gedaan bij zowel online aanbieders als bij fysieke winkels. Al deze producten werden gecontroleerd op aanwezigheid van de volgende 4 weekmakers waarvoor een wettelijke limiet geldt:

  • bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP)
  • dibutylftalaat (DBP)
  • benzylbutylftalaat (BBP)
  • diisobutylftalaat (DIBP)

Laboratoriumonderzoek

In het lab controleerden we eerst of de dildo daadwerkelijk uit PVC vervaardigd was. Daarna voerden we een lab-analyse uit om vast te stellen of het product een of meerdere van de bovengenoemde weekmakers bevatte.

Resultaten

Uit de onderzoeken bleek dat de dildo’s de genoemde weekmakers helemaal niet bevatten of dat het gehalte onder de wettelijke limiet bleef.

Bekijk de onderzoeksresultaten per product.

Hoe hebben wij gehandhaafd?

Alle producten voldeden aan de gestelde eisen. Het was dus ook niet nodig om handhavend op te treden.

Aanvullend onderzoek naar alternatieve weekmakers

Producenten van plastic artikelen voegen vaak alternatieve weekmakers toe om plastic zachter te maken. Dit zijn weekmakers waar (nog) geen limieten voor zijn vastgesteld. Er zijn veel verschillende alternatieve weekmakers. Dit kunnen onschuldige stoffen zijn, maar ook stoffen waarvan nog onduidelijk is of ze schadelijk kunnen zijn.

Wij hebben onderzocht of er alternatieve weekmakers zijn gebruikt in de 38 dildo’s. Het ging om een verkennend onderzoek. Het onderzoek maakte duidelijk dat er alternatieve weekmakers waren gebruikt. Met de beschikbare analysetechnieken konden we niet met zekerheid vaststellen om welke weekmakers het ging en wat het gehalte was.

Vervolgaanpak

We hebben een vermoeden welke alternatieve weekmakers er zijn gebruikt. Samen met de risicospecialisten van bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO) gaan we bepalen naar welke van deze alternatieve weekmakers verder onderzoek moet worden gedaan met nauwkeuriger methoden.

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kan de resultaten van ons toekomstige onderzoek delen met de Europese Commissie. Binnen Europa wordt namelijk bepaald of er wettelijke limieten moeten worden vastgesteld voor alternatieve weekmakers. De resultaten van ons onderzoek worden dan meegewogen bij de beslissing.