Advies van BuRO over geschiktheid ontsmettingsmiddel VR 2827-3 in slachthuizen

BuRO adviseert de NVWA om strenge eisen te stellen aan een runderslachthuis dat een proef wil doen met het alternatieve ontsmettingsmiddel VR 2827-3. Het slachthuis moet stap voor stap aantonen dat dit desinfectiemiddel net zo goed werkt voor het ontsmetten van slachtgereedschap als heet water van ten minste 82 graden Celsius.  Het slachthuis moet deze stapsgewijze aanpak toepassen op verschillende soorten ziekteverwekkende micro-organismen.

Levensmiddelenbedrijven mogen VR 2827-3 nu (nog) niet gebruiken. Daarom adviseert BuRO verder aan de NVWA om handhavend op te treden als andere slachthuizen dit middel mochten gebruiken. De reden daarvoor is dat de resultaten van het ene slachthuis niet zonder meer te extrapoleren zijn naar het andere.

Aanleiding

Dit BuRO-advies is opgesteld op verzoek van de directeur van Directie Keuren van de NVWA over de geschiktheid van VR 2827-3 als ontsmettingsmiddel voor slachtgereedschap in de vleesverwerkende industrie. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een proef met VR 2827-3 toegestaan onder de voorwaarde dat de NVWA onderzoekt of dit middel veilig is voor gebruik in een levensmiddelenbedrijf.

De Hygiëneverordening

Tijdens de slachtprocedure is er een risico van de overdracht van pathogene micro-organismen van het ene karkas naar een volgende, als het gebruikte slachtgereedschap besmet is met deze pathogenen. Om deze kruiscontaminatie te voorkomen dienen messen en andere instrumenten, tussen het verwerken van de verschillende karkassen, volgens de Hygiëneverordening ontsmet te worden met heet water van ten minste 82 graden Celsius. De Hygiëneverordening schrijft in bijlage III, Sectie I (hoofdstuk II, punt 3) het volgende voor: “Zij (i.e. slachthuizen) moeten beschikken over de nodige voorzieningen om gereedschap te ontsmetten met heet water van ten minste 82°C of over een alternatief systeem met een gelijkwaardig effect.”

Bijlagen