Fokken met katten

Wilt u een of meerdere nesten met kittens? Als u fokt met uw kat, krijgt u te maken met specifieke regels voor dierenwelzijn. Deze regels gelden voor alle fokkers, zowel bedrijfsmatige als niet-bedrijfsmatige fokkers.

Regels voor fokken met huisdieren

Bij het fokken met huisdieren gelden een aantal algemene regels. Kijk voor meer informatie op onze pagina Fokken met uw hond of kat.

Aanvullende regels voor fokken met katten

Op deze pagina leest u over de regels die alleen gelden bij het fokken met katten. U krijgt antwoord op de volgende vragen:

  • Hoeveel nestjes mag een kat krijgen?
  • Wanneer mogen kittens bij hun moeder weg?
  • Voor welke kattenrassen geldt een fokverbod?
  • Voor welke kattenrassen gelden beperkingen bij de fok?

Hoeveel nestjes mag een kat krijgen?

Moederdieren mogen niet te vaak in een korte periode drachtig zijn. Een kat mag:

  • in een periode van 12 maanden maximaal 2 nesten krijgen
  • in een periode van 24 maanden maximaal 3 nesten krijgen

Wanneer mogen kittens bij hun moeder weg?

Een kitten moet minstens 7 weken oud zijn voordat het van de moeder gescheiden mag worden.

Voor welke kattenrassen geldt een fokverbod?

Met een aantal kattenrassen mag u niet fokken. Er is bij deze rassen een te groot risico op het doorgeven van schadelijke uiterlijke kenmerken aan de kittens. Door deze kenmerken kunnen kittens ernstige gezondheidsproblemen krijgen.

Voor de volgende rassen geldt een fokverbod:

Voor welke kattenrassen gelden beperkingen bij de fok?

Voor een aantal kattenrassen geldt dat u er wel mee mag fokken, maar alleen onder strenge voorwaarden. U moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat de dieren hun schadelijke uiterlijke kenmerken niet kunnen doorgeven aan hun kittens.

Voor het volgende ras gelden beperkingen bij de fok:

Controleer altijd op schadelijke kenmerken of erfelijke ziektes

Wilt u met een ander ras fokken? Ook rassen waarvoor geen verbod of beperking geldt, kunnen schadelijke uiterlijke kenmerken of erfelijke gebreken hebben. Dan levert een risico op voor de kittens.

U bent zelf verantwoordelijk voor het fokken van gezonde dieren. Controleer daarom altijd of uw kat schadelijke kenmerken of erfelijke ziektes kan doorgeven aan de kittens. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door uw dier bij de dierenarts op schadelijke kenmerken of erfelijke ziektes te laten testen.

Voor mijn kat geldt een fokverbod of -beperking

Heeft u een kat waar een fokverbod of -beperking voor geldt? Of is uw kat een kruising met een van deze rassen? Let dan goed op de gezondheid en het welzijn van uw kat. U kunt uw dierenarts om advies vragen.

De Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (LID) voert inspecties uit bij kattenfokkers.