Bestrijdingsmiddelen

De NVWA controleert of ondernemers die bestrijdingsmiddelen op de markt brengen en gebruiken zich aan de regels van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden houden.

Bestrijden van ziekten, plagen, onkruid en ongedierte

Met gewasbeschermingsmiddelen en biociden kunt u ziekten, plagen, onkruid en ongedierte bestrijden en onder controle houden.

  • Gewasbeschermingsmiddelen beschermen planten en gewassen tegen onkruid, ziekten en plagen. Meer op de pagina Gewasbeschermingsmiddelen.
  • Biociden bestrijden organismen zoals schimmels, ongedierte of bacteriën die schadelijk zijn voor de gezondheid van mens of dier of schade toebrengen aan natuurlijk of vervaardigde materialen. Meer op de pagina Biociden.

Bestrijdingsmiddelen (pesticiden) kunnen schadelijke stoffen bevatten voor mens, dier en milieu. Daarom gelden er regels voor toelating en gebruik van bestrijdingsmiddelen. U mag alleen bestrijdingsmiddelen gebruiken die het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft toegelaten op de Nederlandse markt.

JAN OOIJMAN: Ik kijk naar fruittelers die gaan spuiten.
En daar zag ik er net één, dus ik ga even keren.
Probeer ik om het spuitgedrag van die fruitteler te beoordelen op het moment dat hij vlak bij het oppervlaktewater aan het spuiten is omdat daar de risico's voor het milieu het grootst zijn.

RUSTIGE MUZIEK

OOIJMAN: Goedemorgen, meneer. MAN: Goedemorgen.
OOIJMAN: Jan Ooijman is mijn naam.
Ik werk voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en ik hou me bezig met de controle op gewasbeschermingsmiddelengebruik.
Welke middelen zitten erin?
-Delan.
OOIJMAN: U spuit met Delan.
Dan gaan we nu de doppen bekijken of u inderdaad met venturidoppen aan het spuiten bent, wat voorgeschreven is.
Met welke dop was u net aan het spuiten?
-Met de venturi.
OOIJMAN: Met die groene? MAN: Ja.
OOIJMAN: Oké, ik zie Albuz TVI 80015, dat zijn inderdaad venturidoppen en we hebben net in het wettelijk gebruiksvoorschrift gezien dat u ook venturidoppen moet gebruiken in de eerste twintig meter.
De doppen zijn vooral van belang omdat venturidoppen een grovere druppel geven dan die andere doppen en een grovere druppel waait minder ver weg en als hij minder ver weg waait is het risico dat hij in het oppervlaktewater komt en daar de zaak vervuilt, kleiner.
De doppen zijn goed, het middel is goed, het eenzijdig bespuiten is goed.
Ik moet nog even de teeltvrije zone meten.
Ja, dank u wel. Dan loop ik naar de eerste gewasrij.
Ik meet dit op omdat bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met deze techniek, met venturidoppen, is wettelijk bepaald dat er minimaal een teeltvrije zone van drie meter in acht gehouden moet worden.
In dit geval is die ruim vier meter, vier meter tien, vier meter vijftien in die orde van grootte, dus dat is ruim voldoende op dat vlak om dit middel met die techniek te spuiten.
VERSLAGGEVER: Wat vindt u er als fruitteler van dat er zo wordt gecontroleerd?
MARIUS VAN ARKEL: Als je een wet stelt, hoor je hem te controleren en als je hem controleert, dan wordt hij nageleefd.
En als hij nageleefd wordt, kunnen wij het middelenpakket dat we hebben, behouden omdat die middelen dan niet in de sloot terechtkomen doordat we de juiste doppen gebruiken.
Gaan die middelen wel de sloot in waaien dan zullen ze door de overheid worden verboden dan hebben we ze niet meer en kunnen we geen fruit meer telen.
VERSLAGGEVER: Dus het is ook in uw eigen belang?
Het is ook in ons eigen belang dat gewoon de wetten nageleefd worden.
VERSLAGGEVER: Komt het vaak voor dat u moet ingrijpen?
OOIJMAN: Helaas te vaak.
Dat is zonde, zowel voor het milieu als voor de telers zelf voor de toekomst voor de breedte van het middelenpakket.

(Het Nederlandse wapenschild op een blauwe achtergrond. Beeldtekst: Dit was een productie van de Rijksoverheid.)