Inspectieresultaten extra monstername slachtvee 2022

De NVWA controleert of vlees niet te veel residuen van antibiotica, pijnstillers en andere diergeneesmiddelen bevat. In 2022 voerden we extra controles uit in slachterijen, als aanvulling op onze gewone controles. We namen 548 extra monsters van geslachte runderen, kalveren, varkens, paarden, geiten en schapen.

In het kort: extra monsters naar aanleiding van nieuwe testmethode

Vlees moet in slachthuizen goedgekeurd worden voor menselijke consumptie. Anders mag het niet voor menselijke consumptie worden aangeboden. Wij controleren het vlees onder meer op residuen van diergeneesmiddelen. De controles voeren wij uit volgens het Nationaal plan residuen in producten van dierlijke oorsprong (NPR). Daarbij kijken we steeds of het mogelijk is om de controles verder te verbeteren, bijvoorbeeld met andere testmethodes.

Uit een van die onderzoeken kwamen opvallende resultaten. In januari 2022 troffen we meer residuen van antibiotica en pijnstillers aan. Soms ging het om gehaltes die boven de wettelijk toegestane limiet uitkwamen, de Maximum Residu Limiet (MRL). De veehouders hadden het medicijngebruik moeten melden voor aanvoer op het slachthuis. Maar de medicijnen stonden niet altijd vermeld op het voedselketeninformatie-formulier (VKI-formulier).

Dit was voor ons de aanleiding om extra monsters te nemen. We onderzochten 548 monsters op diverse werkzame stoffen, waaronder antibiotica en pijnstillers. Bij 9 analyseresultaten zagen we dat de MRL werd overschreden. De karkassen en dierlijke bijproducten zijn vernietigd. Ook controleerden we of veehouders medicijngebruik goed hadden vermeld op het VKI-formulier. Dit was 9 keer niet in orde.

Inspectieresultaten: monsters met antibiotica en pijnstillers

Van tevoren brachten wij de slachthuizen op de hoogte van de extra monstername. Daarbij gaven we de slachthuizen het advies om de bemonsterde karkassen apart te houden en niet in de handel te brengen tot de uitslag bekend was. Mochten er in de monsters te veel residuen worden aangetroffen, dan was er geen terughaalactie bij retailers nodig.

Tijdens de slachtfase namen we monsters van runderen, kalveren, varkens, paarden, geiten en schapen. Het ging om verschillende soorten monsters, namelijk urine, vlees en nieren. In het laboratorium werden de monsters onderzocht op antibiotica, paracetamol en ontstekingsremmende pijnstillers (ook wel: non-steroidal anti-inflammatory drugs, NSAID’s) inclusief salicylzuur.

Soms ook fysieke inspectie

In de volgende situaties voerden we ook een fysieke inspectie uit bij de veehouder waar het dier vandaan kwam:

  • als het analyseresultaat boven de wettelijke norm (MRL) uitkwam
    De maximum residu limiet (MRL) is de maximaal toegestane hoeveelheid van een stof die in een bepaald product mag zitten.
  • als het analyseresultaat boven de actiewaarde uitkwam
    Voor paracetamol en salicylzuur is geen MRL bepaald. Wel is er een actiewaarde vastgesteld op basis van de huidige wetenschappelijke kennis, omdat we willen voorkomen dat hoge residuen in voedsel terechtkomen.
  • als er informatie ontbrak op het VKI-formulier
    Veehouders moeten alle behandelingen en gebruikte diergeneesmiddelen vermelden op het VKI-formulier.
  • als de veehouder de wachttermijn niet had aangehouden
    Na een behandeling met diergeneesmiddelen geldt vaak een wachttermijn. Binnen deze periode mogen de behandelde dieren niet naar het slachthuis worden gebracht.

Resultaten

We namen 548 monsters. De tabel laat zien hoeveel monsters er per diersoort zijn getest en wat de uitslagen waren.

Bevindingen totaal per diersoort

diersoort totaal bemonsterd monsters akkoord monsters met paracetamol / salicylzuur monsters met antibiotica en NSAID's
Rund 192 170 11 11
Varken 170 165 0 5
Schaap/geit/paard 96 82 13 1
Kalf 90 84 5 1
Totaal 548 501 29 18

In 29 monsters troffen we paracetamol en salicylzuur aan. Bij 5 kalveren kwam de hoeveelheid boven de actiewaarde uit. Deze kalveren kwamen van hetzelfde bedrijf. Bij de andere monsters werd de actiewaarde niet overschreden.

In 18 monsters troffen we antibiotica en NSAID’s (anders dan salicylzuur) aan. Enkele keren was de MRL overschreden. Het kwam ook voor dat het VKI-formulier niet goed was ingevuld of dat de veehouder de wachttermijn niet had aangehouden. Soms waren er meerdere van deze bevindingen bij hetzelfde bedrijf.

Maatregelen

In totaal voerden we 15 fysieke inspecties bij veehouders uit. In de tabel staat bij wat voor veebedrijven inspecties zijn uitgevoerd en welke maatregelen zijn opgelegd. In totaal legden we 8 rapporten van bevindingen (RVB) op en gaven we 7 schriftelijke waarschuwingen (SW).

Bevindingen totaal per veebedrijf

diersoort inspecties bij veehouder maatregelen
Rund 9 5 RBV, 4 SW
Varken 3 1 RVB, 2 SW
Schaap/geit/paard 1 1 RVB
Kalf 2 1 SW
Totaal 15 15

Toelichting per diersoort

Vervolgaanpak: naleving stimuleren

De extra monstername laat zien dat de sector alert moet blijven op het juist invullen van de VKI-formulieren. Ook is het belangrijk dat veehouders na toediening van diergeneesmiddelen de benodigde wachttijd aanhouden, en dieren niet te vroeg aanbieden voor de slacht. De sectorpartijen, leveranciers (veehouders) en slachthuizen moeten onderling goede afspraken maken over naleving binnen de vleesketen. Het inregelen van passende zelfcontrolesystemen is daarbij belangrijk. De NVWA blijft de komende jaren extra monsters nemen op slachthuizen.