Categorie 3-materiaal

In artikel 10 van de Europese Verordening dierlijke bijproducten (Verordening EG nr. 1069/2009) staat welke dierlijke bijproducten categorie 3-materiaal zijn. Artikel 14 schrijft voor op welke manier categorie 3-materiaal kan worden gebruikt, verwerkt of verwijderd.

Wat is categorie 3-materiaal?

In het kort gaat het onder andere om:

  • Delen van geslachte dieren die geschikt zijn voor menselijke consumptie, maar die om commerciĆ«le redenen niet voor menselijke consumptie worden gebruikt.
  • Bijproducten die ontstaan bij de productie van voor menselijke consumptie bestemde producten, bijvoorbeeld ontvette beenderen en kanen.
  • Producten van dierlijke oorsprong of voedingsmiddelen die dat bevatten, en die niet langer voor menselijke consumptie bestemd zijn, bijvoorbeeld wegens verpakkingsfouten of andere problemen die geen risico vormen voor de volks- of diergezondheid.
  • Huiden, hoeven, hoorns, veren, haren en wol van dieren die geen verschijnselen vertonen van op mens of dier overdraagbare ziekten.
  • Diverse (bij)producten uit de vissector en de pluimveesector.
  • Ongewervelde land- en waterdieren die niet ziekteverwekkend zijn voor de mens of dier.
  • Knaagdieren en haasachtigen die niet als proefdier gebruikt zijn, niet worden gedood in verband met een dierziekte, en niet zelf zijn gestorven.
  • Keukenafval en etensresten uit huishoudens, grootkeukens en horacegelegenheden.

Hoe moet categorie 3-materiaal worden gebruikt, verwerkt of verwijderd?

Categorie 3-materiaal mag, net als categorie 1- en 2-materiaal, worden:

  • Verwijderd als afval door verbranding, rechtstreeks* of na voorafgaande verwerking.
  • Verwijderd of nuttig toegepast door meeverbranding, rechtstreeks* of na voorafgaande verwerking.
  • Verwijderd op een toegestane stortplaats na voorafgaande verwerking*.
  • Verstookt als brandstof, al dan niet na verwerking.
  • Gebruikt voor de vervaardiging van andere producten dan diervoeders of organische meststoffen.

*Verwijdering door rechtstreekse verbranding/meeverbranding en storten op een afvalstortplaats is in Nederland slechts in uitzonderlijke gevallen toegestaan.

Maar categorie 3-materiaal mag bijvoorbeeld ook worden:

  • Verwerkt tot diervoedergrondstof of voeder voor gezelschapsdieren.
  • Verwerkt tot organische meststof of bodemverbeteraar.
  • Gecomposteerd of door vergisting worden omgezet in biogas.

Daarnaast kan toestemming gegeven worden voor het gebruik van categorie 3-materiaal voor diagnose, onderzoek, onderwijs en culturele uitingen, en voor rechtstreeks gebruik als diervoeder voor bijvoorbeeld dierentuindieren of pelsdieren.

De Verordening dierlijke bijproducten stelt specifieke eisen aan verwijdering, verstoking, verwerking en gebruik van categorie 3-materiaal. In de Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten (Verordening (EU) nr. 142/2011) zijn deze verder uitgewerkt. Bedrijven moeten zich daar aan houden.