Schakels in de Nederlandse visketen

Wij zijn verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van wet- en regelgeving die van toepassing is op alle bedrijven die onderdeel uitmaken van de visketen, van de vangst/oogst/kweek van vis tot aan de industriële verwerking en distributie van vis aan de consument. De visketen is opgebouwd uit verschillende schakels. Een bedrijf kan actief zijn in meerdere schakels van de keten.

Fasen visketen

De keten kan worden onderscheiden in 3 fasen:

  • De primaire fase: bestaande uit bedrijven die zich richten op de vangst, de oogst en/of de kweek van vis inclusief havens en visafslagen.

  • De secundaire fase: bestaande uit bedrijven die zich richten op de import en export, opslag, transport en verwerking van vis en visproducten. Deze fase wordt ook aangeduid als business to business (B2B).

  • De tertiaire fase: bestaande uit de afzet van vis en visproducten aan consumenten door onder andere retail- en horecabedrijven en zorginstellingen. Deze fase wordt ook aangeduid als de fase van 'business to consumer' (B2C).

Visketen

Aantal ondertoezichtgestelden (ondernemingen die zich volledig richten op visproducten)

Aantal ondertoezichtgestelden (ondernemingen die zich volledig richten op visproducten) figuur 1
Schakel in de ketenSubketenschakel20162017201820192020
VisserijZie Samenstelling en grootte Nederlandse vissersvloot 2016-2020
AquacultuurErkende aquacultuur-productiebedrijven (kwekerijen)*55 (31)54 (30)51 (31)51 (29)51 (25)
Erkende aquacultuur-productiebedrijven (weekdieren)113108110117117
Erkende put-and-take bedrijven6565656565
Visafslagen1313131313
Visverwerkende bedrijven364390401417421
Viswinkels944962959942947

* De cijfers in dit overzicht betreffen alle bedrijven met een erkenning. Voor erkende bedrijven bestaat geen afmeldplicht. Als gevolg daarvan is niet uitgesloten dat het genoemde aantal bedrijven deels bestaat uit non-actieve bedrijven. De cijfers tussen haakjes zijn aan de NVWA verstrekt door de Nederlandse Vereniging van Viskwekers. Deze vereniging beschikt over informatie van bedrijven die al dan niet actief zijn. Met ingang van 2022 wordt overigens een afmeldplicht bij de NVWA ingesteld (Artikel 172 Vo. 2016/429 en Artikel 180 Vo. 2016/429.

NVWA Brontabel als csv (481 bytes)

Primaire fase

Visserij

In de visserijsector maken we onderscheid tussen beroepsvissers en sportvissers. Wij houden alleen toezicht op de beroepsvisserij en de sportvisserij op zee. De beroepsvisserij kan worden opgedeeld in kust- en binnenvisserij, en zeevisserij. Zeevisserij kan vervolgens worden onderscheiden in pelagische visserij (visserij in de waterkolom op soorten die in scholen zwemmen) en demersale visserij (bodemvisserij). De pelagische visserij richt zich onder meer op haring, blauwe wijting, makreel en horsmakreel. Belangrijke demersale soorten zijn garnalen, tong en schol.

Aanvoer van vis
figuur 3

Demersale visserij

De Nederlandse demersale vloot vist op de bodem van de zee en bestaat uit ongeveer 800 beroepsvaartuigen. In Nederland gaat het hier om ongeveer 450 kotters en 360 kleinere vissersboten die het hele jaar door visreizen maken, en een restgroep bestaande uit kotters die slechts enkele visreizen per jaar maken. In de demersale visserij wordt gevist met behulp van verschillende vistechnieken op grond waarvan de boomkorvisserij, de bordenvisserij en de flyshoot worden onderscheiden. Er wordt in de demersale visserij veelal specifiek gevist op soorten als garnalen, tong, schol of Noorse kreeft. Een klein deel van de vloot richt zich op ongequoteerde soorten zoals mul, poon en inktvis. Meer informatie over de vlootsamenstelling vindt u op de pagina Samenstelling en grootte Nederlandse vissersvloot.

Pelagische visserij

Trawlvisserij is een vorm van zeevisserij op pelagische vissoorten waarbij men sleepnetten gebruikt. In tegenstelling tot de kottervisserij blijven trawlers vaak voor langere periodes op zee, van weken tot zelfs maanden. De vangst wordt aan boord verwerkt en ingevroren. De Nederlandse pelagische vloot bestaat uit acht vriestrawlers (2021). Deze vloot voert in Nederland grote hoeveelheden vis aan. Het gaat om vis die ook in de internationale wateren, ver van Nederland vandaan, gevangen wordt. Nederlandse trawlers landen niet altijd in Nederland aan, maar veelal ook in landen buiten Europa. Evenzo zijn er trawlers die onder de vlag van een andere Europese lidstaat varen of onder een vlag van een derde land (met name Noorwegen en Rusland), die aanlanden in Nederland.

Per seizoen vist de pelagische vloot op verschillende vissoorten in verschillende gebieden. De vangst bestaat uit zowel vis van soorten die per ton veel economische waarde vertegenwoordigen, zoals haring en makreel, als vis van soorten met minder economische waarde per ton, zoals blauwe wijting.

De pelagische vloot is qua aantal vaartuigen minder omvangrijk dan de demersale vloot echter vangt het bijna 3 keer zo veel vis in kilo's.

Aquacultuur

Onder aquacultuur wordt het kweken van vissen, en schaal- en schelpdieren verstaan. Ook rekenen we het kweken van vis, mosselen en oesters in zee of kustwateren tot de aquacultuur. Nederland telt ongeveer 225 aquacultuurbedrijven (viskweek-, put-and-Take- en schelpdierkweekbedrijven). Put-and-Take-bedrijven hebben vijvers waarin forellen of andere vissoorten zijn uitgezet voor de recreatieve visserij. Mosselen en oesters zijn de belangrijkste soorten schelpdieren in de Nederlandse aquacultuur. Europese paling en twee soorten meerval zijn de meest gekweekte vissoorten.

Secundaire fase

De secundaire fase bestaat uit bedrijven die vis van primaire bedrijven kopen en na be-/verwerking, transport en/of opslag, deze vis of visproducten aan bedrijven uit de tertiaire fase verkopen. Bedrijven in de secundaire fase zijn onder andere visafslagen, opslag (koel- en vrieshuizen), be- en/of verwerkende bedrijven, en transport- , import- en exportbedrijven.

Havens en afslagen

Vaartuigen landen de visvangst aan in een van de aangewezen havens. Bij de meeste havens is ook een visafslag aanwezig waar de vis kan worden gesorteerd, op kwaliteit wordt beoordeeld, wordt gewogen en verkocht. De vangst kan ook per vrachtwagen naar een andere visafslag worden gebracht voor verdere afhandeling. U leest er meer over op pagina Aanlandingen en verkoop van vis in havens.

Een visafslag is een onderneming die als intermediair optreedt bij de verkoop van gevangen vis. Dit gebeurt met een veilingsysteem. De afslager begint, namens het bedrijf dat de vis heeft gevangen, met een te hoge startprijs en laat deze zakken tot een opkoper akkoord gaat en de partij vis voor die prijs koopt. Er zijn momenteel 13 geregistreerde visafslagen in Nederland. De Nederlandse visafslagen bevinden zich in Urk (twee afslagen), Zoutkamp, Breskens, Vlissingen, Colijnsplaat, Stellendam, Scheveningen, IJmuiden, Den Helder, Den Oever, Harlingen en Lauwersoog. Ook zijn er locaties aangewezen voor het aanlanden, lossen en overladen van vis. Sommige locaties zijn speciaal aangewezen voor het aanlanden van vis die uit derde landen komt. Daarnaast zijn er ook speciale aanlandplaatsen voor de kleinschalige visserij.

Import van vis

Onder import verstaan we vis uit derde landen (niet EU-lidstaten), want het verkeer van goederen binnen de EU is vrij. Uitzonderingen hierop zijn landen als Noorwegen, IJsland en Faeröer waar de EU afspraken mee heeft. Deze landen worden op dit gebied ook gezien als intra-verkeer (verkeer tussen EU-lidstaten). Wel vallen deze landen onder de EU-regelgeving die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IUU) tegengaat.

Import van vis vindt onder andere plaats met behulp van zeecontainers, in gekoelde vorm via aanvoer op de luchthaven, in diepgevroren vorm op pallets of via aanlanding door vaartuigen die varen onder de vlag van een derde land.

Vis uit derde landen mag alleen de EU binnenkomen via een aangewezen grenscontrolepost, met als uitzondering rechtstreekse aanlanding van verse vis door vissersvaartuigen. Deze vaartuigen mogen binnenkomen in een van de aangewezen havens. Meer hierover vindt u op pagina Aanlandingen en verkoop van vis in havens.

Geïmporteerde vis moet afkomstig zijn uit een toegelaten land. Ook dient de productie, verwerking en opslag plaats te hebben gevonden door bedrijven of op vaartuigen die door de EU erkend zijn. Voor aankomst moet de zending elektronisch bij de NVWA worden aangemeld en uiterlijk op het moment van aankomst moet er een gezondheidscertificaat worden ingediend. De officiële controle op de grenscontrolepost bestaat uit een documenten- en een overeenstemmingscontrole. Steekproefsgewijs worden ook materiële controles uitgevoerd. Bij de documentencontrole controleert de NVWA het gezondheidscertificaat en bij de overeenstemmingscontrole onder andere het etiket. Laboratoriumonderzoek kan onderdeel uitmaken van de materiële controle.

Bij wildvangst behoort een bedrijf naast een gezondheidscertificaat ook over een vangstcertificaat te beschikken. Dit certificaat is voorgeschreven in EU-regelgeving die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij tegengaat. De NVWA is verantwoordelijk voor het toezicht op beide certificaten.

Export van vis

Afhankelijk van de eisen van het ontvangende derde land moet te exporteren vis voorzien zijn van een wederuitvoercertificaat. Dit is om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij tegen te gaan. Op verzoek van bedrijven geeft de NVWA gezondheidscertificaten af. Niet alle landen waar naartoe vis geëxporteerd wordt, stellen een gezondheidscertificaat verplicht.

Transport van vis

Het transport van vis en visproducten gebeurt tussen diverse bedrijven die deel uitmaken van de visketen. De visvangst kan van een haven naar een visafslag worden gebracht, zowel vanuit een Nederlandse als niet-Nederlandse haven. Zo kan vis die wordt aangeland in bijvoorbeeld Polen, Duitsland of Denemarken getransporteerd worden naar een Nederlandse visafslag om daar vervolgens te worden verkocht.

Koel- en vrieshuizen

Koel- en vrieshuizen verschillen in grootte. Er zijn koel- en vrieshuizen waar naast vis en visproducten ook ander voedsel wordt opgeslagen. Koel- en vrieshuizen kunnen tot verschillende schakels van de visketen behoren. Het kan gaan om bedrijven die de verse vis direct na vangst invriezen, maar ook om bedrijven die visproducten invriezen die al eerder een be- of verwerking hebben ondergaan. Ongeveer 58 koel- en vrieshuizen in Nederland vriezen vis in.

Be- en verwerkende bedrijven

De groep van be- en verwerkende bedrijven bestaat onder andere uit kleine visfileerders, producenten van visserijproducten en grote, industriële verwerkers. Bij visbewerkende bedrijven gaat het vooral om relatief simpele taken waarbij de structuur van de vis niet verandert, zoals het fileren van vis. Bij visverwerkende bedrijven wordt de structuur van de vis wel aangepast.

Zuivering- en verzendingscentra

Er is veel (overlappende) handel in levende tweekleppige weekdieren voordat deze uiteindelijk terecht komen in zuiverings- en verzendingscentra. Tweekleppigen zijn filterorganismen, dit betekent dat ze water filteren, maar dus ook vuil verzamelen. Een zuiveringscentrum verwijdert dit (natuurlijke) vuil in een waterreservoir met schoon zeewater. Vervolgens verpakt een verzendingscentrum het product en/of geeft het product een houdbaarheidsdatum.

Tertiaire fase: 'business to consumer'

Na de verpakking van de vis komt deze, via onder andere winkels, restaurants en marktkramen, uiteindelijk terecht bij de consument. De sector kent ongeveer 50 groothandelsbedrijven en 900 viswinkels die zich volledig richten op vis. Verder bestaat deze ketenschakel ook uit restaurants, zorginstellingen, winkels en groothandels die niet gespecialiseerd zijn in vis, maar naast andere producten ook vis aan de consument verkopen.

Viswinkels

Dit zijn winkels die zich specialiseren in de verkoop van vis, schaal- en schelpdieren aan de consument. Dit kan in een vaste winkel zijn of op een markt. Deze winkels moeten voldoen aan strikte normen voor voedselveiligheid. Viswinkels komen verspreid over heel Nederland voor.

Groothandelsbedrijven

Deze bedrijven leveren grote partijen aan restaurants of exporteren en importeren deze vis. Ook groothandels hebben strikte normen voor voedselveiligheid om ervoor te zorgen dat de vis die geconsumeerd wordt veilig is voor de consument.