Import vis uit landen buiten de EU 2016-2020

Op deze pagina leest u hoe wij, de NVWA, de importcontrole uitvoeren van vis en visserijproducten voor menselijke consumptie (hierna; vis) uit landen buiten de Europese Unie (EU), met aanduiding van mogelijke risico's en een overzicht van de geweigerde zendingen.

Veterinaire import in de haven
Beeld: ©NVWA
figuur 1

Met 'import' bedoelen wij de import vanuit derde landen (landen buiten de EU), aangezien er vrij verkeer van goederen is binnen de EU. De EU-regelgeving bepaalt dan ook de wettelijke eisen waar de vis bij import aan moet voldoen. Het doel van de importcontroles is het bewaken van de volks- en diergezondheid van de EU met oog voor dierenwelzijn in het geval van levende dieren. Het publiek belang voedselveiligheid dat hiermee gediend wordt, is een belangrijk onderwerp voor ons. Dit onderdeel is verweven in een groot deel van de keten; vóór het middendeel (verwerking en/of opslag) of voor directe afzet.

Alle zendingen vis mogen alleen via aangewezen grenscontroleposten (GCP's) de EU binnenkomen. Als deze zendingen via Nederland de EU binnenkomen, controleren wij, de NVWA, ze. Importerende bedrijven betalen per zending voor de controle op basis van een kilogramtarief. De import zoals hier beschreven is zeer Europees georiënteerd. Het is daarom belangrijk dat in alle grenscontroleposten verspreid door de EU zoveel mogelijk dezelfde beslissingen worden genomen bij dezelfde omissies en in dezelfde situaties. TRACES (TRAde Control and Expert System) vervult hierin ook een rol. Om de uniformiteit te bevorderen geeft de EU trainingen en is er een goede, laagdrempelige communicatie tussen de lidstaten en met de EU-commissie.

Import uit Noorwegen, IJsland, Faeröer, Groenland, Zwitserland en Liechtenstein zien wij op grond van overeenkomsten als intraverkeer (verkeer tussen EU-lidstaten) op het gebied van vis, en dus niet als derde landen. Vis afkomstig uit deze landen hoeft geen officiële controle te ondergaan op een grenscontrolepost bij binnenkomst in de EU.

De bron voor de gegevens is het Veterinaire Grens Controle Systeem (VGC). Hierin staan alle zendingen van dieren en dierlijke producten die via een Nederlandse GCP de EU zijn binnengekomen. Deze zendingen kunnen, ondanks dat ze voor Nederland bestemd zijn, naar een andere EU-lidstaat zijn gegaan. Andersom kunnen zendingen gekeurd in een GCP van een andere lidstaat naar Nederland zijn getransporteerd. Deze laatste data staan niet in dit systeem. Ook is de aangegeven bestemming niet altijd betrouwbaar.

Wet- en regelgeving importeren vis

Richtlijnen (met implementatie in de Nederlandse wetgeving) zijn steeds meer vervangen door Europese verordeningen die rechtstreeks van toepassing zijn. Met de introductie van de 'Official Controls Regulation' (OCR) op 14 december 2019 en de 'Animal Health Regulation' (AHR) op 21 april 2021 is de wetgeving over de importcontroles gewijzigd. Voorheen stond de basis van importwetgeving van dierlijke producten beschreven in Richtlijn 97/78/EG. De Integrale Ketenanalyse (IKA) vis gaat grotendeels over de periode waarin deze Richtlijn nog van kracht was. Wel staat op deze pagina de huidige wetgeving en de nieuwe terminologie. Een voorbeeld van de verschillen is het nieuwe certificaatmodel voor visserijproducten voor menselijke consumptie.

De OCR en AHR kennen meerdere Uitvoerings- en Gedelegeerde Verordeningen met onder andere de certificaatmodellen en de landenlijsten. Een belangrijke voorwaarde is dat het bedrijf waar de producten vandaan komen is erkend door de Europese Unie. Derde landen moeten ook over een door de EU goedgekeurd 'residuebewakingsplan' beschikken om bepaalde dierlijke producten naar de EU te mogen exporteren. De Directoraat Generaal Gezondheid en Voedselveiligheid van de Europese Commissie (DG SANTE) voert regelmatig audits uit in derde landen om het controle- en certificeringssysteem te toetsen.

Behalve bovenstaande wetgeving bestaat er ook specifieke wetgeving voor bepaalde landen, producten, visziekten of situaties. Buiten deze specifieke wetgeving bevat de OCR een algemeen geldende wetgeving voor import, zoals het verplicht vooraanmelden of wat de opties zijn na weigering van een zending voor import in de EU. De Nederlandse wet- en regelgeving beschrijft onder andere de aanwijzing van de NVWA als autoriteit. Binnen de import is juridisch vooral het bestuursrecht van toepassing.

De vangstcertificaten in het kader van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO, in het Engels; IUU) vallen hier niet onder. Deze worden gecontroleerd door de Douane in samenwerking met ons (Fisheries Monitoring Center en single liaison office IOO te Echt). Wij kunnen zendingen in het geval van een ontbrekend of niet-conform vangstcertificaat op de grenscontrolepost in bewaring nemen.

Grenscontroleposten (GCP's)

Dierlijke producten of levende dieren mogen uitsluitend via door de lidstaten aangewezen GCP's de EU binnenkomen. Een aanwijzing van een GCP moet eerst voor akkoord worden voorgelegd aan de Europese Commissie. Binnen een GCP kunnen meerdere inspectiecentra aanwezig zijn. Nederland heeft 7 GCP's met meerdere inspectiecentra, zo zijn er bijvoorbeeld in IJmuiden en Velsen-Noord inspectiecentra die vallen onder GCP Amsterdam. Een inspectiecentrum is in Nederland een private onderneming waar wij de controles uitvoeren.

GCP's in Nederland
Beeld: ©NVWA
figuur 2

In Nederland zijn er alleen GCP's voor zee- en luchthavens. Niet voor wegtransport, omdat Nederland niet met land aan een derde land grenst. Een GCP is aangewezen voor bepaalde producten en specificaties (bijvoorbeeld een bepaalde temperatuur, wel of niet voor humane consumptie of uitsluitend verpakte producten). Zendingen moeten bij de eerste GCP van binnenkomst in de EU gecontroleerd worden. Bij overlading (transhipment) kunnen ze ook naar GCP's in andere lidstaten en daar voor import gecontroleerd worden of direct door naar een ander derde land. Met de inwerkingtreding van de OCR zijn de termijnen voor overlading verruimd.

Qua gewicht wordt de meeste vis uit derde landen die via Nederland de EU in komen bevroren geïmporteerd via GCP Amsterdam, rechtstreeks van de Russische en Amerikaanse (sinds de Brexit ook Engelse) vries-, fabrieks- en/of transportvaartuigen. Dit wordt gevolgd door bevroren vis in zeecontainers via Rotterdam en gekoelde vis via luchthaven Schiphol. Op Schiphol is er veel import van gekoelde nijlbaars uit het Victoriameer. Vanwege de kleinere hoeveelheden in vergelijking met GCP’s Amsterdam en Rotterdam komt deze niet in de kerndata naar voren. Zouden we naar het aantal zendingen kijken, dan zou dit wel meer het geval zijn. Van de totale import aan dierlijke producten via Schiphol is ongeveer 70 procent visserijproducten voor humane consumptie.

Rechtstreekse aanlanding van verse (niet bevroren) visserijproducten vanuit een vissersvaartuig dat de vlag van een derde land voert, zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten. Zij moeten wel via één van de hiervoor aangewezen havens binnenkomen en door de bevoegde autoriteit, in Nederland de NVWA, gecontroleerd worden. De in Nederland aangewezen havens zijn: Eemshaven, Harlingen, IJmuiden, Scheveningen (dit is de enige haven waar geen GCP is), Velsen en Vlissingen. Tot de Brexit werd geen gebruik gemaakt van deze vrijstelling. De Brexit valt buiten de periode van de IKA vis en wordt daarom verder alleen bij ontwikkelingen genoemd.

Informatiesystemen

In Nederland worden bij het importproces de volgende ICT-systemen gebruikt: VGC en TRACES.

Veterinaire Grenscontrole (VGC); voor elke zending moet een vooraanmelding worden ingediend in het VGC-systeem door een bedrijf (exploitant). Wij kunnen het vervolgens in dit systeem opvragen.

Bij de elektronische vooraanmelding moet als eerste een keuze gemaakt worden tussen 'product' en 'levend' (of levensmiddelen van niet dierlijke oorsprong). Naast onder andere de aard, hoeveelheid en herkomst van de zending moet er een veterinaire bestemming aangegeven worden. De mogelijke bestemmingen zijn:

  • Bestemming EU
    • invoer (interne markt)
    • wederinvoer (retour)
  • Bestemming NON-EU
    • doorvoer
    • opslag (in een erkend entrepot / vrije zone)
    • overlading naar een ander derde land (of naar een andere lidstaat; in dat geval is de uiteindelijke bestemming wel EU)

Bij de IKA vis hebben we ons beperkt tot de eerste opties invoer en wederinvoer en gebruiksdoel menselijke (humane) consumptie. Vismeel voor diervoeder valt hiermee bijvoorbeeld buiten de scope (zie IKA diervoeder).

Voor de beschrijving van de productsoorten wordt er onder andere gebruik gemaakt van een GN-code (gecombineerde nomenclatuurcode). Deze is bij EU-Verordening vastgesteld en wordt door de Douane gebruikt voor de tariefbepaling en controleselecties. Alle verschillende diersoorten en dierlijke producten vallen in een bepaalde categorie en hebben een GN-code.

TRACES is een onderdeel van het Informatiemanagement systeem voor officiële controles (IMSOC). In dit EU-systeem worden alle importzendingen van de lidstaten geregistreerd. Het VGC-systeem wisselt via een geautomatiseerde koppeling gegevens uit met TRACES, inmiddels TRACES New Technology (TNT).

Signalering

Voor de signalering wordt onder andere gebruikt gemaakt van Douanesystemen. De Douane matcht zo veel mogelijk zendingen die binnenkomen en keuringsplichtig zijn met VGC. Als er een mismatch is, dus als een zending niet aangemeld is, worden deze gegevens aan ons doorgegeven. In het geval van aanlanding moet het vangstcertificaat vooraf per mail ingediend worden bij het FMC (NVWA Fisheries Monitoring Center), die het na afhandeling naar SLO-IUU (Single Liaison Office - Illegal, Unreported and Unregulated, in het Nederlands IOO) stuurt. De toestemming om aan te landen wordt pas gegeven wanneer beide akkoord zijn. Ook zendingen die bijvoorbeeld vanuit de Nederlandse pelagische ('open zee') schepen in Marokko aan land worden gebracht, daar in containers worden gedaan en vervolgens via Rotterdam Nederland binnenkomen, moeten een importcontrole ondergaan.

Importcontroles

Ons controleproces bij import van levende dieren en producten van dierlijke oorsprong vanuit derde landen is beschreven in een geaccrediteerd kwaliteitssysteem. Alle zendingen worden bij binnenkomst in de EU in de GCP's gecontroleerd, met uitzondering van persoonlijke bagage die reizigers voor eigen gebruik meenemen. Vis mag in dat geval tot 20 kg onder voorwaarden worden meegenomen.

De officiële controle bestaat uit een documenten-, overeenstemmings- en (steekproefsgewijs) een materiële controle. Gedetailleerde regels voor de werkzaamheden, die moeten worden uitgevoerd tijdens en na deze controles, zijn vastgelegd in een Uitvoeringsverordening.

Documentencontrole

Iedere voor de EU bestemde zending ondergaat een documentencontrole. De bevoegde autoriteit in het derde land certificeert de zending en geeft daarbij de door de EU gevraagde garanties af. De verklaringen in het certificaat bestaan onder andere uit een deel volksgezondheid en een deel diergezondheid; dit laatste is alleen op aquacultuur (kweek) van toepassing. Het gezondheidscertificaat wordt door de exploitant bij de Douane ingediend.

Bij de GCP's Amsterdam, Harlingen en Eemshaven verrichten wij zelf de documentencontrole. Tijdens deze controle wordt onder andere beoordeeld of het gezondheidscertificaat van de autoriteit afkomstig is, voldoet aan het model en de invulling dat de EU voorschrijft, of de zending uit een toegelaten land en van een door de EU erkend bedrijf afkomstig is. Tevens worden de gegevens in het certificaat vergeleken met de elektronische vooraanmelding in VGC.

De Douane voert de documentencontrole uit onder onze verantwoordelijkheid. Dit vindt plaats op basis van een overeenkomst tussen de Ministeries van LNV en Financiën. Wanneer er onregelmatigheden worden gevonden, draagt de Douane de zending aan ons over. De afdeling falsificatie van de Douane beoordeelt achteraf steekproefsgewijs of bij twijfel van echtheid een deel van de certificaten op authenticiteit.

Van sommige derde landen zijn er echtheidskenmerken van het certificaatmodel, lijsten van geautoriseerde inspecteurs met eventueel handtekeningenlijsten, stempels, lijsten met afgegeven certificaten en aanwijzing van de bevoegde autoriteit bij ons bekend. Soms kan op een website geverifieerd worden of het certificaat daadwerkelijk afgegeven is met overeenkomende kenmerken, bijvoorbeeld bij Brazilië. Rusland stuurt regelmatig een update van namenlijsten van bevoegde inspecteurs met handtekening en stempel. In het geval van eerste (rechtstreekse) aanlanding mag de kapitein in bepaalde gevallen het certificaat ondertekenen.

Overeenstemmingscontrole

Bij de overeenstemmingscontrole controleren wij of het gezondheidscertificaat bij de zending hoort en of aan de verplichte etiketteringseisen wordt voldaan. Op het etiket moet bij vis, behalve de productsoort, volgens één van de hygiëne Verordeningen (sectie I, bijlage II) staan:

  • de naam van het land waar de inrichting is gevestigd, voluit geschreven of in de twee-letterige
  • ISO-code
  • het erkenningsnummer van de inrichting

Bij vervoer in zeecontainers (voornamelijk Rotterdam) is het container- en zegelnummer een onderdeel van de overeenstemmingscontrole. Bij vervoer per vliegtuig zijn dit het airwaybillnummer (AWB) en aantal colli (verpakkingen). Bij import via andere zeehavens (onder andere GCP Amsterdam met inspectiecentra IJmuiden en Velsen) vindt de aanvoer voornamelijk rechtstreeks met fabrieks-, vries- of transportschepen plaats, waarbij een tallyman (niet van ons) het aantal colli telt. Er kunnen andere nationale eisen zijn voor bijvoorbeeld houdbaarheid. Deze controle vindt niet aan de grens plaats, maar kan later in bijvoorbeeld de detailhandel plaatsvinden.

Materiële controle

Aansluitend aan de overeenstemmingscontrole vindt bij producten in voorgeschreven gevallen (zie verder; reduced checks) een materiële controle plaats. De materiële controle is met name een organoleptische (op een zintuig uitoefenende) controle waarbij men let op geur, kleur, temperatuur, consistentie, eventueel smaak en productspecifieke eigenschappen. Tijdens deze controle wordt willekeurig 1 procent van de verpakkingseenheden opengemaakt, met een minimum van 2 en een maximum van 10. In bepaalde gevallen kunnen monsters worden genomen voor laboratoriumonderzoek (zie laboratoriumonderzoek bij import uit derde landen).

Reduced checks (RC)

Op geharmoniseerde producten (producten met EU-brede eisen met betrekking tot volks- en diergezondheid) is een verlaagde controlefrequentie voor de materiële controle van toepassing, de 'reduced checks'. Op basis van de GN-code wordt in combinatie met het land van oorsprong bepaald of de producten vallen onder de regels voor RC. In dit geval wordt slechts een bepaald percentage materieel gecontroleerd. Bij het overige deel volstaat een documenten- en overeenstemmingscontrole. Bij vis was het percentage dat minimaal een materiële controle moest ondergaan in de periode die de IKA vis betrof 20 procent en bij bepaalde categorieën, zoals tweekleppige weekdieren, 50 procent. Volgens een Uitvoeringsverordening zijn deze frequenties momenteel vastgesteld op 15 procent resp. 30 procent. VGC wijst steekproefsgewijs aan welke zending een materiële controle ondergaat. Op basis van equivalentie-akkoorden met Chili, Canada en Nieuw-Zeeland liggen de percentages bij deze landen voor sommige producten anders.

De beslissing

Nadat de controles zijn uitgevoerd, neemt de officiële dierenarts of officiële inspecteur (van de NVWA) op het betreffende inspectiecentrum een beslissing over de zending. Dit kan zijn: toegelaten of geweigerd. Voordat de dierenarts zo'n definitieve beslissing neemt, kan een zending, in het geval er een omissie is, in bewaring worden genomen. Als dit herstelbaar is, bijvoorbeeld een niet-essentiële onjuistheid op het certificaat, kan de officiële inbewaringneming weer opgeheven worden. Omissies zoals bijvoorbeeld het ontbreken van de vermelding van het erkenningsnummer of het land van oorsprong op de verpakkingen kunnen niet achteraf hersteld worden. In dit geval volgt er op de inbewaringneming meteen een voornemen tot weigering. Wanneer de zending is toegelaten is deze (veterinair) vrij voor de hele Europese Unie.

In het geval een zending geweigerd wordt, kan de exploitant kiezen voor retour land van oorsprong, retour naar een ander derde land of destructie. In sommige gevallen vervalt de keuze en is destructie de enige mogelijkheid. Bij retour naar het land van oorsprong verklaart de exploitant de autoriteit in dat derde land op de hoogte gesteld te hebben. Bij retour naar een ander derde land moet er een acceptatieverklaring rechtstreeks van de autoriteit komen. Tenslotte moet er na vertrek een bewijs van uitvoer overlegd worden.

De voor de zending verantwoordelijke exploitant ontvangt op het inspectiecentrum waar de zending is afgehandeld een door de officiële dierenarts afgehandeld GGB (Gemeenschappelijk Gezondheidsdocument van Binnenkomst, gegenereerd uit VGC, het Engels; CHED) waarop de aanmeldingsgegevens en de definitieve beslissing staan vermeld. Bij het GGB ontvangt de exploitant ook een gewaarmerkt kopie van het gezondheidscertificaat. Het originele gezondheidscertificaat houden wij achter.

Overige zendingen

Behalve de reguliere import en doorvoerzendingen die meteen doorgaan naar een ander derde land, heeft men te maken met: wederinvoerzendingen (retour; deze zijn na export uit de EU geweigerd in een derde land en komen terug), meercontainerzendingen, doorgereden zendingen (deze zijn zonder de verplichte importcontrole op de GCP doorgereden), samengestelde producten (welke uit zowel een dierlijke als een plantaardige component bestaan), enzovoorts. Zie de voorschriften en procedures hierover op onze website.

Ontwikkelingen

Er zijn meerdere ontwikkelingen gaande binnen de import; dit kan wel of niet naar aanleiding van de publicatie van de OCR zijn:

  • Digitalisering; van certificering en documenten (GGB) die de zending voor en/of na de controle begeleiden.
  • Verantwoordelijkheden; de verantwoordelijkheid voor de eindbeslissing van de zending lag bij de officiële dierenarts. Op basis van de OCR kan voor vis de beslissing worden genomen door personeel dat hier specifiek voor is aangewezen en opgeleid, niet zijnde een dierenarts.
  • Animal Health Regulation (EU) 2016/429 en bijbehorende Gedelegeerde en Uitvoeringsverordeningen met nieuwe certificaatmodellen en landenlijsten; deze is sinds 21 april 2021 van kracht met een overgangstermijn tot afgiftedatum 15 januari 2022 (zie 'wetgeving' hierboven).
  • Brexit; sinds de Brexit 1 januari 2021 moeten alle zendingen levende dieren en dierlijke producten, waaronder vis, uit het Verenigd Koninkrijk (VK) aan de grens gecontroleerd worden. Het VK is namelijk een derde land geworden. Dit betekent veel meer importcontroles. Anderzijds blijkt uit data tot en met 2019 dat veel vis uit derde landen bestemming VK hebben, wat nu na de Brexit als overlading of doorvoer gecontroleerd kan worden in plaats van invoer. Dit valt echter buiten de scope van de IKA vis.
landen invoer vis
Beeld: ©NVWA

figuur 3. Belangrijkste bestemmingslanden voor visserijproducten voor menselijke consumptie uit derde landen per jaar 2016-2019 (gewicht in tonnen kg)

Keuringsresultaten vis

Dit deel van het informatieblad geeft een overzicht van in Nederland geweigerde zendingen vis voor menselijke consumptie met bestemming EU in de periode 2016 tot en met 2020. Dit overzicht is onderverdeeld in landen, weigerredenen en productsoorten.

Er zijn in 2019 23.733 zendingen vis ter controle aangeboden bij de Nederlandse grenscontroleposten met bestemming EU, waarvan er 95 zijn geweigerd. Dit is een laag percentage van 0,4 procent. De databron van de keuringsresultaten is VGC van de NVWA.

Landen

Geografische kaart met het aantal (grootte van de cirkel) en percentage (kleur) geweigerde zendingen vis uit derde landen naar de EU (2016-2020).
Beeld: ©NVWA
figuur 4. Toelichting op de figuur: Hoe meer geweigerde zendingen, hoe groter de cirkel is. Hoe hoger het percentage weigeringen, hoe roder de cirkel. Groen betekent dat er niets geweigerd is.

Uit deze geografische kaart is op te maken dat de meeste geweigerde zendingen uit China, de Verenigde Staten en Azië in het algemeen komen (grootste cirkels).

Overigens zijn er uit de landen met de rode stippen in totaal maar een paar zendingen geïmporteerd in deze 5 jaar, waarvan de meeste geweigerd zijn. Bij het interpreteren van het percentage moet er dus rekening mee gehouden worden dat deze landen daardoor een hoog weigeringspercentage hebben op basis van heel weinig zendingen.

Aantal en percentage geweigerde zendingen per land 2016-2020

Aantal en percentage geweigerde zendingen per land 2016-2020 figuur 5
Land van oorsprongAantal weigeringenPercentage Geweigerd
China640,86%
Verenigde Staten531,25%
Vietnam290,30%
Thailand220,51%
Indonesië222,13%
Rusland180,44%
Japan181,09%
Suriname170,90%
Ecuador140,38%
Canada140,82%
Zuid-Korea133,28%
Bangladesh121,06%
India110,55%
Peru101,85%
Chili101,44%

Alleen de landen met 10 of meer geweigerde zendingen zijn weergegeven. N.B. de volgorde is gebaseerd op het aantal geweigerde zendingen.

NVWA Brontabel als csv (341 bytes)

Weigerredenen

De meest voorkomende weigerredenen met het aantal geweigerde zendingen per reden per jaar.

De meest voorkomende weigerredenen met het aantal geweigerde zendingen per reden per jaar. figuur 6
NVWA Brontabel als csv (15 bytes)

Niet-conforme overeenstemmingscontrole

Uit bovenstaande figuur blijkt dat de meest voorkomende reden van weigering over de hele periode een niet-conforme overeenstemmingscontrole is. Dit wil zeggen dat de etiketten van deze geweigerde zendingen niet aan de EU eisen voldoen of dat de gegevens op het etiket niet overeenkomen met wat op het certificaat staat. De etikettering is belangrijk voor de tracering (bijvoorbeeld nodig bij een recall) en, in het geval van consumentenverpakkingen, de juiste informatievoorziening voor de consument.

Niet-conforme documentencontrole

Het aantal geweigerde zendingen door een niet-conforme documentencontrole nam in 2018 toe om vervolgens weer af te nemen. In 2017 was er sprake van een importtoename, maar de stijging in het aantal geweigerde zendingen is vooral daarna in 2018 zichtbaar. Wellicht kan de toename mede verklaard worden door een verbeterde professionaliteit bij ons en de Douane. De documentencontrole is een zeer belangrijk en vaak onderschat onderdeel van het proces. Veel van de verklaringen die in het gezondheidscertificaat staan, zijn namelijk niet te zien aan het product, zoals of het bedrijf van oorsprong erkend is, of het volgens de Europese normen gevangen en verwerkt is, enz. Zo kun je bijvoorbeeld aan een dier aan de buitenkant niet zien of het gevaccineerd is en of het land waar het vandaan komt vrij is van bepaalde ziektes. De omissies betreffen meestal essentiële onjuistheden of onvolledig ingevulde certificaten, een verkeerd certificaatmodel, nacertificering of twijfel over de authenticiteit van het certificaat. Het originele certificaat is een belangrijk waardedocument.

Enkele keren per jaar komen er falsificaties aan het licht. Bij vis was er in 2018 minimaal één vals gezondheidscertificaat aan het licht gekomen, in 2019 3 valse vangstcertificaten en in 2020 2 gezondheidscertificaten. Deze valse certificaten (of aanvullende verklaringen) kwamen uit China, behalve 1 uit 2020 uit de Verenigde Staten.

Casus: In mei 2020 werd een certificaat van een zending Leuciscus spp (familie Karper) uit China door de exploitant ter controle ingediend op het Douanekantoor in Rotterdam. Het certificaat werd door de Douane aan ons overgedragen wegens omissies in de documentencontrole. Onder andere was het op het certificaat genoemde oorsprongsbedrijf in het derde land niet erkend, dat een verplichting is voor het importeren van visserijproducten in de EU. Wij hebben, behalve om deze reden, de zending in bewaring genomen vanwege het ontbreken van de GN-codes, onjuiste artikelnummers bij de verklaringen en omdat niet elke pagina voorzien was van een handtekening. Tevens werd er, mede door genoemde omissies, getwijfeld aan de echtheid van het certificaat, waardoor het certificaat ter beoordeling aan de afdeling falsificatie van de Douane werd voorgelegd. Het certificaat bleek vals te zijn. De exploitant kreeg de opdracht de zending, die zich tijdens de documentencontrole nog op de terminal bevond of onderweg was, ter keuring aan te bieden op het inspectiecentrum. Hier is het geweigerd met als redenen een vals certificaat en een niet erkend productiebedrijf. De exploitant had de mogelijkheid de zending retour China te verschepen (met acceptatieverklaring China) of destructie. De zending is in juli 2020 ter destructie afgevoerd.

Overig

Onder 'overig' vallen onder andere de zonder de verplichte importcontrole doorgereden zendingen. Over het algemeen zijn dit producten zoals visoliecapsules, vissaus, samengestelde producten of vispoeder (ongeveer 22 zendingen in 2020 die bekend zijn; deze zijn niet allemaal met als reden 'overig' geweigerd). Niet onderschepte of ongemelde zendingen staan uiteraard niet geregistreerd. Oorzaken kunnen een menselijke vergissing zijn of bewust door bijvoorbeeld een andere productsoort op te geven. Vaak worden zendingen bij ons gemeld door de Douane of door het bedrijf zelf. Redenen voor het bedrijfsleven om het zelf te melden kunnen zijn dat men er op het bedrijf van bestemming achter komt dat het gekeurd had moeten worden en/of omdat inklaring bij de Douane niet mogelijk is zonder veterinaire goedkeuring.

Trend

De trend is dat er van 2016 tot en met 2019 een toename is te zien van het aantal geweigerde zendingen (respectievelijk 70, 77, 82 en 95). Hierbij zien wij een verschuiving van omissies in de overeenstemmingscontrole naar omissies in de documentencontrole. Er kunnen verschillende oorzaken zijn; deze zijn niet duidelijk aan te geven (er is behalve tussen 2016 en 2017 geen duidelijke stijging in het totaal aantal geïmporteerde zendingen). Het percentage en aantal geweigerde zendingen zijn te laag om er verdere specificaties op toe te passen of conclusies uit te trekken. In 2020 is het aantal geweigerde zendingen afgenomen (58). Dit is niet te verklaren door covid-19, aangezien de import is toegenomen in 2020 in vergelijking met 2019 en 2018. Mogelijk is er een positieve ontwikkeling dat de kennis in exporterende derde landen en bij exploitanten omtrent de EU-importeisen is toegenomen.

Productsoorten

Aantal geweigerde zendingen vis voor menselijke consumptie per GN-code; 2016 tot en met 2020:

Aantal geweigerde zendingen vis voor menselijke consumptie per GN-code; 2016 tot en met 2020: figuur 7
GN Code per productsoortAantal geweigerde zendingen
0302 - Vers of gekoeld15
0303 - Bevroren47
0304 - Filets95
0305 – Gedroogd, gepekeld22
0306 - Schaaldieren67
0307 - Weekdieren32
1504 - Visolie22
1604 – Conserven en bereidingen53
1605 - Conserven en bereidingen schaaldieren33
Totaal386

Zie voor de volledige omschrijving van de GN-code de Uitvoeringsverordening of deze website.

NVWA Brontabel als csv (319 bytes)

Bij verdere specificering van GN-code 0304, die volgens figuur 7 het meest wordt geweigerd, blijkt dat GN-code 03048 (bevroren filets) en vervolgens 030481 (zalm) de meest geweigerde producten zijn. Dit zijn echter slechts 16 zendingen over 5 jaar, waardoor hierover geen harde conclusie getrokken kan worden. De zendingen kwamen grotendeels uit China, gevolgd door de Verenigde Staten. De voornaamste reden van weigering was een niet-conforme documentencontrole. Van alle geïmporteerde zendingen met GN-code 0304 is 0,3 procent geweigerd (95 in 5 jaar).

Op de derde plaats binnen de GN-code 0304 is GN-code 030475 (Alaska koolvis; Theragra chalcogramma) het meest geweigerde product (23 in 5 jaar). Deze zendingen komen voornamelijk uit de Verenigde Staten en verder uit China en Rusland. De meest voorkomende weigerreden hierbij is een niet-conforme materiële controle. Het laatste komt wellicht door (onderweg) beschadigde verpakkingen.

Na 0304 is de GN-code 0306 (schaaldieren) de meest geweigerde GN-code en met verdere specificering gaat het vooral om 03061 (bevroren) en vervolgens 030617 (bevroren garnalen) gevolgd door krabben. De hoofdreden is een niet-conforme documentencontrole gevolgd door overeenstemmingscontrole en 'overig'. De landen waar deze geweigerde zendingen voornamelijk vandaan kwamen zijn Bangladesh, India en Vietnam. In 5 jaren waren er 18.441 zendingen schaaldieren geïmporteerd (GN 0306 en 1605), waarvan er 100 zendingen geweigerd zijn. Dit is een percentage van 0,54 procent, dat boven het gemiddelde ligt van 0,34 procent (totaal 111.964 geïmporteerde zendingen, waarvan 386 geweigerd).

Levende producten

De import van levende producten zoals levende kreeften, krabben en schelpdieren vindt vooral plaats via luchthaven Schiphol (voornamelijk kreeft uit Canada en de Verenigde Staten). Deze vallen, mits voor humane consumptie, onder (visserij)producten. Bij vervoer via de lucht gelden, naast de algemene importeisen, de Live Animal Regulations (LAR) van de International Air Transport Association (IATA), waar in de transportverordening naar verwezen wordt. Alleen bij levende kreeft kan hierop geselecteerd worden op basis van GN-code (03063210; Homarus spp.), bij de overige soorten is de code voor levend hetzelfde als voor product.

In Rotterdam is er in 2017 wat import van levende kreeft geweest (zie figuur 8 hieronder), maar dit is waarschijnlijk door onder andere de lange reisduur en negatieve ervaringen daarna weer afgenomen.

Beeld: ©NVWA

Figuur 8 Import levende kreeft (in tonnen kilogram) via de GCP's Schiphol en Rotterdam 2017-2020

Het publiek belang dierenwelzijn speelt hierin ook een rol. Er kunnen problemen ontstaan wanneer een zending niet aan de importeisen voldoet en dus de EU niet in kan, maar ook niet terug kan als het derde land deze niet meer wil hebben. De enige optie die overblijft is euthanasie, dat tegen ons beleid in is.

Dit komt op Schiphol gelukkig zelden voor; er zijn in de periode 2017-2020 3 zendingen levende kreeft geweigerd. Wel zijn er bijvoorbeeld 2 kwesties bij andere levende visserijproducten in Rotterdam. Zo moet er altijd een extern persoon bijkomen om de tanks te openen. Bij 1 zending met Japanse oesters uit Nieuw-Zeeland in het voorjaar van 2020 was deze persoon er niet en kon de container die dag niet meer gekeurd worden. Bij de keuring de volgende dag bleken de dieren dood te zijn, dit kon uiteraard al langer het geval zijn.

Bij een andere casus in 2019 betrof het een zending levende krabben uit Canada, waarbij het personeel op de terminal staakte, waardoor de zending later gekeurd werd dan gepland. Tijdens de keuring bleken de dieren dood te zijn. Ook hier is het mogelijk dat dit zonder staking al het geval was geweest.

Met bijvoorbeeld storm, waarbij de containers niet gelost worden, zou zich hetzelfde voor kunnen doen. Er kan gesteld worden dat bij vervoer van levende producten via de zee, dat uiteraard een langere reistijd met zich meebrengt, er meer problemen zijn dan met vervoer via de lucht.

Risico's voor volksgezondheid

Op basis van het percentage geweigerde zendingen vis uit derde landen die via Nederland de EU binnen zijn gekomen, is het risico voor de volksgezondheid klein, aangezien deze zendingen niet op de markt zijn gekomen.

Geweigerde zendingen gaan over het algemeen terug naar het derde land van oorsprong. Het Europese systeem TRACES moet voorkomen dat geweigerde zendingen direct via een andere (Europese) grenscontrolepost alsnog op de Europese markt komen, maar dit kan echter niet uitgesloten worden.

In het gehele traject van certificering, vooraanmelding/signalering tot controle zijn er meerdere ‘kritische punten’ aan te wijzen die tot een volksgezondheidsrisico zouden kunnen leiden. Dit betreffen vooral de bewuste omissies met als doel een niet-conforme zending op de Europese markt te krijgen.

  • Het gezondheidscertificaat; wij vertrouwen op wat door de autoriteit in het derde land wordt ingevuld en verklaard. Het controlesysteem daar wordt door de EU gecontroleerd, maar of alles opgemerkt wordt (bijvoorbeeld bij een aangekondigde fysieke controle van een erkend productiebedrijf in het derde land) is de vraag. Voorbeeld hiervan is de grootschalige fraude met vlees in Brazilië in 2017. Een andere mogelijkheid is dat het certificaat niet door de autoriteit is afgegeven (fraude).
  • De aanmelding; een niet-aangemelde zending of een aanmelding onder een andere GN-code kan bij de signalering niet opgemerkt worden.
  • De controle: niet-conforme (deel)zendingen kunnen bij de controle niet opgemerkt worden om mede de volgende redenen:
    • Bij de overeenstemmingscontrole wordt op het etiket alleen naar het land van oorsprong en erkenningsnummer gekeken
    • Op ongeveer 80 procent van de zendingen wordt geen materiële controle verricht (RC), waardoor hier geen verpakkingen van open gemaakt worden. Dit lijkt geen groot risico te zijn, omdat dit steekproefsgewijs gebeurt en het percentage op basis van risicoanalyse door de Europese Commissie is vastgesteld. Het percentage wordt bijgesteld wanneer daar aanleiding voor is. Als er bij een controle aanleiding voor is, zoals natte dozen, kan de inspecteur er alsnog altijd voor kiezen een materiële en/of uitgebreide controle uit te voeren.
    • Bij de zendingen die wel een materiële controle ondergaan, wordt 1 procent van de verpakkingen geopend. Bij de ongeopende overige verpakkingen kunnen zaken over het hoofd gezien worden, wat vooral bij containers en boten die meerdere dagen aan het lossen zijn waarbij niet de hele zending zichtbaar is, een rol kan spelen.
    • Niet alles is zichtbaar voor de inspecteur. Er zijn meldingen bekend waarbij er in werkelijkheid een andere gelijkende vissoort aanwezig was dan op de verpakking en het certificaat vermeld stond, waardoor onder andere de in het certificaat afgegeven garanties vervallen. Ook zijn residuen of microbiologische verontreinigingen bijna nooit met het blote oog te zien.
    • Bij laboratoriumonderzoek wordt niet gevonden waar niet op onderzocht wordt en niet alle zendingen kunnen immers (overal op) onderzocht worden (zie Laboratoriumonderzoek bij import uit derde landen).

Over het algemeen is de naleving en de kans om niet-conforme zendingen te vinden hoog, onder andere omdat alle zendingen ter keuring aangeboden moeten worden (100 procent controle) en de wil om de wet te overtreden laag is. Ook zijn niet-tevreden klanten (bestemmingen) een reden om het goed te doen. Over het algemeen zijn de omissies niet bewust, maar fouten door onwetendheid, vergissingen of miscommunicatie (onder andere in het derde land).

Aan deze punten wordt continu gewerkt door middel van onder andere een risicoanalyse, inventarisatie import en het Meerjarig Plan Import. Punten die hierin naar voren komen zijn onder andere de zonder importcontrole doorgereden zendingen en signalering in samenwerking met de Douane. Bij de signalering is er bijvoorbeeld extra aandacht voor de juistheid van de opgegeven goederencodes. Vanuit het domein Import is er, net als bij de andere domeinen, regelmatig contact met de brancheorganisaties via het Agrarisch Import Platform (AIP) waar ook de Visfederatie aan deel neemt om informatie te delen en zaken te verbeteren.