Toezicht op voedselveiligheid op vissersboten en bij aanlanding 2017-2020

U leest op deze pagina meer over de voedselveiligheidscontrole in de eerste (primaire) fase van de visketen: van vangst tot en met de aanlanding in Nederland. Hierbij wordt specifiek ingegaan op de voedselveiligheidscontroles op fabrieksvaartuigen, vriesvaartuigen en overige vaartuigen. Daarnaast worden de inspecties bij aanlanding van vis en garnalen beschreven.

In Nederland worden de volgende soorten gevangen en aangeland:

  • Schaaldieren: noordzeekrabben, wolhandkrabben, grijze garnalen, kreeften en Noorse kreeften/langoustines;
  • Schelpdieren:
    • Tweekleppige weekdieren zoals mosselen, oesters, kokkels en Sint-jakobsschelpen
    • Mariene buikpotigen zoals wulken en alikruiken
    • Koppotigen: inktvissen
  • Vis: zoutwatervis en zoetwatervis

Tweekleppige weekdieren, met uitzondering van pectinidae (waaronder Sint-jakobsschelpen), mogen alleen gevist worden in aangewezen gebieden en mogen levend alleen in de handel worden gebracht via een verzendcentrum. Andere dieren, zoals mariene buikpotigen en Sint-jakobsschelpen mogen gevist worden in aangewezen gebieden en daarbuiten. Zij moeten worden verhandeld via visafslag, verwerkingsbedrijf of een verzendcentrum.

Op deze pagina wordt niet ingegaan op levende tweekleppige weekdieren die gevist zijn in geclassificeerde productiegebieden, zie Toezicht op voedselveiligheid tweekleppige weekdieren in productiegebieden, en vis en schaaldieren die worden gekweekt (aquacultuur), zie Toezicht op productiebedrijven in aquacultuur Nederland.

Regelgeving voedselveiligheidscontroles

Met betrekking tot het toezicht op voedselveiligheid zijn met name Europese Verordeningen als de Algemene levensmiddelenverordening (Verordening (EG) nr. 178/2002), de hygiëneverordeningen: Verordening (EG) nr. 852/2004 en Verordening (EG) nr. 853/2004) relevant.

Aandachtspunten voedselveiligheidstoezicht

De meeste bedrijven in de visketen hebben een erkenning nodig voor het uitvoeren van de activiteiten die ze doen. Bedrijven moeten er daarnaast voor zorgen dat wordt voldaan aan verschillende hygiënevoorschriften en beschikken over een voedselveiligheidsplan. Ook moeten de levensmiddelen correct geëtiketteerd worden, onder andere voor de traceerbaarheid van de producten.

Erkenning

Bedrijven die levensmiddelen produceren, bereiden, opslaan, verhandelen en transporteren moeten in alle gevallen beschikken over een erkenning en/of een registratie van de NVWA. In de primaire fase geldt een erkenningsplicht voor bedrijven die levensmiddelen koken aan boord, bijvoorbeeld garnalen (fabrieksvaartuigen), en het invriezen van visserijproducten (vriesvaartuigen). Wijzigt er iets in bijvoorbeeld de bedrijfsactiviteiten dan kan het nodig zijn om dit door te geven aan de NVWA, omdat er mogelijk een andere erkenning of registratie nodig is. Dit geldt ook bijvoorbeeld bij wijzigingen in bedrijfsnaam en/of kvk-nummer.

Hygiënevoorschriften en HACCP

De NVWA houdt toezicht of bedrijven zich houden aan de algemene en specifieke hygiënevoorschriften. De basis hiervoor is HACCP (Hazard Analysis of Critical Control Points) waaronder een risicoanalyse en het benoemen van kritische controlepunten is voor elk bedrijf verplicht. Daarmee worden relevante gevaren onderkend en voorkomen, geëlimineerd of tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht. Dit kan met een eigen HACCP-plan of door gebruik te maken van een goedgekeurde hygiënecode.

De algemene hygiënevoorschriften zijn de zogenoemde 'basisvoorwaarden'. Het zijn basale voorwaarden waaraan een bedrijf moet voldoen om hygiënisch te kunnen produceren. Dit betreft onder andere eisen aan bedrijfsruimten, uitrusting, opslag, afvalverwerking en persoonlijke hygiëne en opleiding van de medewerkers van het bedrijf. Daarnaast zijn er specifieke hygiënevoorschriften zoals bijvoorbeeld de microbiologische criteria voor levensmiddelen, de vereisten voor temperatuurbeheersing en beheersing van het koelcircuit.

Tracering en etikettering

Bedrijven moeten beschikken over systemen of procedures waarmee kan worden vastgesteld welk bedrijf de grondstoffen heeft geleverd en aan welk bedrijf de producten geleverd zijn. Levensmiddelen moeten met het oog op traceerbaarheid adequaat geëtiketteerd of gekenmerkt worden.

Risico's voor de voedselveiligheid

De risico's van voedselveiligheid bij aanlandingen van verse en diepgevroren visserijproducten zijn laag. Overlast van bijvoorbeeld vogels zou wel tot een risico kunnen leiden. Hun uitwerpselen kunnen de producten vervuilen. Als zo'n vervuilde partij in de handel wordt gebracht voor menselijke consumptie, is er mogelijk een risico voor de volksgezondheid. Daarnaast is het belangrijk dat de koelketen zo kort mogelijk onderbroken wordt en producten dus niet te veel opwarmen.

Maatregelen zoals koelen of een verhittingstap zorgen er voor dat verse en diepgevroren visserijproducten langer goed blijven, mits ze correct worden toegepast. Hierbij is het belangrijk om alle stappen op de juiste manier uit te voeren, zodat onder andere geen nabesmetting of bacteriegroei kan ontstaan. Nabesmetting ontstaat onder andere door gebruik van apparatuur die niet correct is schoongemaakt, of door de producten na verhitting met vuile handen of apparaten te verpakken.

De groep geregistreerde vissersvaartuigen wordt nauwelijks geïnspecteerd op de regels voor voedselveiligheid. Het gaat daarbij om dagverse producten, waarbij de risico's over het algemeen laag zijn. Wel is het belangrijk om ook hier aandacht te hebben en te houden voor risico's bij specifieke vissoorten.

In bepaalde vis-, schaal- en schelpdiersoorten worden hogere gehaltes bacteriën, parasieten, chemische contaminanten of andere stoffen of ziekteverwekkers aangetroffen. Hoge concentraties kunnen ook op specifieke plaatsen in visgebieden aanwezig zijn. Bedrijven zijn verantwoordelijk om er voor te zorgen dat risico's verkleind worden. Wanneer bedrijven niet de relevante gevaren in kaart brengen kunnen ook geen passende maatregelen genomen worden om de risico's op die gevaren te verkleinen.

Inspectieresultaten

Toezicht op voedselveiligheid op vissersvaartuigen

Elk jaar vinden er inspecties plaats op vissersvaartuigen. De inspecties vinden voornamelijk plaats bij de erkende vaartuigen (fabrieksvaartuigen en vriesvaartuigen). Aan boord van fabrieksvaartuigen worden schaal- of schelpdieren gekookt, voornamelijk garnalen. Aan boord van vriesvaartuigen wordt de gevangen vis direct ingevroren. De overige vaartuigen betreft geregistreerde vaartuigen zoals bijvoorbeeld vaartuigen waarmee tong, kreeft of mosselen worden gevist. Veruit de meeste inspecties vinden plaats op fabrieksvaartuigen (circa 85 procent van de inspecties in de periode 2017-2020).

Aantal inspecties per jaar uitgesplitst naar vaartuig

Aantal inspecties per jaar uitgesplitst naar vaartuig figuur 1
FabrieksvaartuigenVriesvaartuigenOverige vaartuigen
2017182192
2018150172
201967121
20203820

In november 2021 waren er in Nederland circa 900 vissersvaartuigen met een registratie als vissersvaartuig bij RVO. Hieronder vallen 201 erkende fabrieksvaartuigen, en 11 erkende vriesvaartuigen.

NVWA Brontabel als csv (116 bytes)

Bedrijven die zich bezighouden met levensmiddelen moeten er voor zorgen dat de levensmiddelen veilig zijn. Eenmaal aan boord moeten de producten beschermd worden tegen verontreiniging van buitenaf. Daarom moeten ruimten, inrichting en uitrusting schoon zijn en makkelijk schoon te maken. Producten moeten, tenzij ze levend worden bewaard, zo snel mogelijk gekoeld worden. Als dat niet kan, moeten ze zo snel mogelijk aan land worden gebracht. Levend bewaarde producten (bijvoorbeeld levende kreeften en levende wulken) moeten bewaard worden bij een temperatuur en op een manier die de voedselveiligheid of houdbaarheid niet aantast. Een eventuele koel- en/of vriesruimte moet de producten gekoeld houden op de juiste temperatuur.

Wanneer een bedrijf zelf onvoldoende maatregelen neemt, dan nemen wij handhavende maatregelen vanuit het interventiebeleid van de NVWA. Dit kan zijn in de vorm van een (schriftelijke) waarschuwing, een rapport van bevindingen (rapport op basis waarvan een bestuurlijke boete wordt opgelegd) of een proces verbaal. In tabel 1 staan de totaal aantal inspecties en de handhavende maatregelen per jaar vermeld. Er zijn in de periode van 2017 tot en met 2020 geen processen-verbaal opgelegd.

Totaal aantal inspecties en handhavende maatregelen per jaar

Totaal aantal inspecties en handhavende maatregelen per jaar figuur 2
2017201820192020
Totaal aantal inspecties2031698042
Totaal aantal schriftelijke waarschuwingen471842
Totaal aantal rapporten van bevindingen0121

De meeste overtredingen werden geconstateerd aan boord van fabrieksvaartuigen (93 procent), echter dit is ook de categorie vaartuigen waar de meeste inspecties plaatsvinden. Wat betreft de type constatering worden de meeste handhavende maatregelen voor de hygiënevoorschriften, voornamelijk over de staat en onderhoud van de bedrijfsruimte en de uitrusting (in totaal 58 procent van de handhavende maatregelen), zie figuur 3. Het gaat dan over bladderende verf of ongecoate oppervlakten of roestvorming. maar ook over de aanwezigheid van schimmel, productresten en vervuilde apparatuur. Het aantal handhavende maatregelen neemt, net als het aantal inspecties, af.

NVWA Brontabel als csv (168 bytes)

Handhavende maatregelen per onderwerp en bedrijfscategorie

Handhavende maatregelen per onderwerp en bedrijfscategorie figuur 3
2017201820192020
Fabrieksvaartuigen:
Erkenning0101
HACCP9312
Bedrijfsruimte en uitrusting361030
Levensmiddelen (bescherming)1000
Vriesvaartuigen:
Bedrijfsruimte en uitrusting0410
Levensmiddelen (bescherming)1110
Overige vaartuigen:0000
Totaal aantal handhavende maatregelen471963

Tussen 2017 en 2020 zijn geen overtredingen geconstateerd bij de overige vaartuigen. Deze worden echter maar weinig geïnspecteerd, waardoor we eigenlijk niet kunnen beoordelen of deze groep de regels goed naleeft.

NVWA Brontabel als csv (350 bytes)

Toezicht bij aanlanding

Naast het toezicht op de vissersvaartuigen vindt er ook controle plaats bij aanlanding, zowel bij diepgevroren visserijproducten als bij verse visserijproducten.

Aanlanding diepgevroren visserijproducten

Er worden jaarlijks 150-200 inspecties gedaan op de aanlanding van diepgevroren visserijproducten. Er wordt tijdens een aanlandcontrole gekeken naar de partij, maar ook naar de omgeving. Zo wordt er onder andere ook gekeken of producten niet te lang op de kade blijven staan tijdens het losproces. De partij zelf wordt gecontroleerd op identificatie, geur, kleur, temperatuur, verpakking, verontreinigingen en de aanwezigheid van de vriesverklaring. Bepaalde visserijproducten zoals haring die bestemd zijn om rauw te worden gegeten moeten worden ingevroren bij een bepaalde temperatuur en tijdsduur om ervoor te zorgen dat levensvatbare parasieten worden afgedood. Een ondernemer moet het aantoonbaar maken dat het invriezen op de juiste wijze heeft plaatsgevonden, dit kan door middel van een “vriesverklaring”.

Aanlanding diepgevroren vis

Aanlanding diepgevroren vis figuur 4
2017201820192020
Totaal aantal inspecties190203166150

De meeste opmerkingen tijdens de aanlanding van diepgevroren vis gaan over overschrijding van temperatuur van producten die te lang buiten de vriescel blijven staan, beschadigde pakken of overlast van meeuwen. Over het algemeen worden er weinig afwijkingen gevonden, slechts een klein percentage voldoet niet, zie figuur 5.

NVWA Brontabel als csv (67 bytes)

Percentage voldoet niet bij aanlandkeuring diepvriesvis

Percentage voldoet niet bij aanlandkeuring diepvriesvis figuur 5
2017201820192020
Identificatie partij0,70,500,3
Organoleptisch - geur0,20,20,30
Organoleptisch - kleur0,20,200
Temperatuur1,40,82,12,1
Verpakking3,43,22,72,2
Vriesverklaring1,60,82,10,6
Verontreinigingen1,21,20,50,5

Wanneer er afwijkingen worden geconstateerd bij een inspectie, kan er een herinspectie volgen. Over het algemeen worden de afwijkingen (snel) opgelost. Deze herinspectie op aanlanding kan ook plaatsvinden door middel van een reguliere voedselveiligheidsinspectie/audit bij het betreffende bedrijf.

NVWA Brontabel als csv (259 bytes)

Aanlanding verse visserijproducten (vis en garnalen)

Het aantal inspecties op de aanlanding van verse visserijproducten is erg afgenomen, van 434 inspecties in 2017 naar 30 inspecties in 2020, zie figuur 6. Een inspectie bij aanlanding van verse vis en garnalen wordt gedaan op de aanlandlocaties, vaak is dit bij een visafslag. Tijdens de inspectie wordt er onder andere gekeken naar etikettering, verontreinigingen, temperatuur en bij garnalen, of de garnalen afkomstig zijn van een erkend fabrieksvaartuig.

Aanlanding verse vis en garnalen

Aanlanding verse vis en garnalen figuur 6
2017201820192020
Totaal aantal inspecties43424511430

Over het algemeen worden weinig afwijkingen geconstateerd, slechts een klein percentage voldoet niet (figuur 7), en zijn deze snel opgelost.

NVWA Brontabel als csv (66 bytes)