Westnijlvirus

Door het westnijlvirus kunnen paarden ziek worden en zelfs komen te overlijden. In Nederland is dat nog niet gebeurd. Het westnijlvirus komt hier dan ook bijna niet voor. Maar de situatie kan veranderen. Meld het daarom bij de NVWA als u denkt dat uw paard misschien besmet is met het westnijlvirus. Wij nemen dan passende maatregelen, zoals het verbeteren van de hygiëne. Daarnaast houden we de verdere verspreiding van het virus in Nederland in de gaten.

Wat is het westnijlvirus?

Het westnijlvirus komt voor bij vogels. De meeste vogels worden hier niet ziek van. Maar bepaalde vogelsoorten zijn er gevoelig voor. Zij kunnen wel ziek worden en eraan doodgaan. Dit geldt bijvoorbeeld voor zangvogels, kraaiachtigen en roofvogels.

Muggen kunnen het virus overdragen op andere vogels, maar ook op andere dieren, zoals paarden, schapen, honden en katten. Ook mensen kunnen het westnijlvirus via muggen krijgen. Het gaat dus om een zoönose: het virus kan overgaan van dier op mens.

Vooral paarden en mensen zijn gevoelig voor een infectie met het westnijlvirus. Zij kunnen er ziek van worden. Het risico dat uw paard of uzelf besmet raakt is momenteel heel klein in Nederland, want het virus komt hier nauwelijks voor.

Hoe wordt het westnijlvirus overgedragen?

De gewone huissteekmug (Culex pipiens) verspreidt het virus. Deze muggensoort steekt vogels en zoogdieren (waaronder mensen). De virusoverdracht gebeurt als de mug eerst een vogel steekt die het virus bij zich draagt, en daarna een ander dier of een mens steekt.

Muggen kunnen het virus niet verder verspreiden vanuit paarden of mensen. Daarvoor is de hoeveelheid virus in het bloed van mensen en paarden te laag.

Paarden en mensen kunnen het virus in principe niet aan elkaar doorgeven. In uitzonderlijke situaties is besmetting wel mogelijk, bijvoorbeeld via een bloedtransfusie of orgaantransplantatie. En via niet goed schoongemaakte chirurgische instrumenten of hergebruik van injectienaalden.

Meldplicht westnijlvirus

Denkt u dat uw paard het westnijlvirus heeft? Bijvoorbeeld omdat het paard symptomen heeft die daarbij passen, zoals koorts, minder eetlust en verlammingsverschijnselen? Meld dit dan bij het Landelijk meldpunt dierziekten op 045 - 546 31 88. Dit is verplicht.

U heeft ook een meldplicht als u andere dieren houdt, en deze dieren mogelijk besmet zijn met het westnijlvirus. Vogels kunnen bijvoorbeeld ook ziek worden van het virus. Op de website van het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) leest u meer over de symptomen bij vogels. Over het algemeen is een besmetting met het westnijlvirus lastig te herkennen bij vogels. Als er plotseling veel vogels doodgaan, kan dit wel een teken zijn dat ze met het westnijlvirus besmet zijn.     

Dierenartsen zijn ook verplicht om een mogelijke besmetting te melden. Net als laboratoria die testen op het westnijlvirus en een positieve uitslag hebben.

Wat gebeurt er met mijn melding?

Wij onderzoeken of het dier het westnijlvirus bij zich draagt. Als het nodig is nemen we wat bloed af, en dat laten we onderzoeken in het referentielaboratorium van Wageningen University & Research.

Laat het onderzoek zien dat uw paard besmet is met het westnijlvirus? Dan bespreken we met u welke maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat andere paarden besmet raken. De maatregelen zijn vooral gericht op steekmuggen. Daarnaast kijken we naar hygiëne, bijvoorbeeld bij injecties en bloedtransfusies. Uw dierenarts en u blijven verantwoordelijk voor de zorg voor uw paarden. Wij kunnen wel advies geven over de behandeling en revalidatie van uw paarden.

Wij proberen te achterhalen wat de bron van de infectie is, en we onderzoeken of het virus zich verder verspreidt. Voor dit onderzoek kunnen we muggenvallen plaatsen op uw terrein.

Hoe herken ik het westnijlvirus bij paarden?

De meeste paarden worden niet ziek van het westnijlvirus. Ongeveer 20% van de paarden wordt wel ziek, waarvan een klein deel ernstig.

Symptomen van het westnijlvirus bij paarden

  • koorts en griepachtige verschijnselen
  • verlies van eetlust
  • sloomheid
  • lusteloosheid
  • zenuwverschijnselen, zoals verlamming

Heeft uw paard klachten die passen bij het westnijlvirus? Neem dan direct contact op met uw dierenarts. Meer informatie over het westnijlvirus bij paarden en het stellen van de diagnose vindt u op de website van de Gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD).

Kan mijn paard overlijden aan het westnijlvirus?

Het is mogelijk dat een paard doodgaat aan het westnijlvirus. Dit zien we in landen waar veel uitbraken zijn, zoals Italië, Griekenland en Roemenië. Maar dit gebeurt bij minder dan 1 op de 100 paarden.

Westnijlvirus bij mensen

De meeste mensen worden niet ziek van het westnijlvirus. Bij mensen die wel ziek worden, gaat het meestal om griepachtige verschijnselen als koorts, spierpijn en hoofdpijn. Een enkeling wordt ernstig ziek, en krijgt bijvoorbeeld een hersenontsteking (encefalitis) of een hersenvliesontsteking (meningitis).

Kijk voor meer informatie over het westnijlvirus bij mensen op de website van het RIVM. Op deze site staat de richtlijn voor deskundigen

Waar komt het westnijlvirus vandaan?

Het westnijlvirus kwam eerst alleen voor in Afrika, maar heeft zich over de wereld verspreid. Nu komt het op veel plekken op de wereld voor, ook in Europa. Bijvoorbeeld in Frankrijk, Italië, Spanje en Portugal. Ook in Duitsland is er sinds 2019 ieder jaar een uitbraak.

Actuele informatie over de verspreiding in Europa vindt u op de website van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC). Op de website staan onder meer kaarten die de verspreiding laten zien.

Westnijlvirus in Nederland

In 2020 is het westnijlvirus voor het eerst aangetoond in Nederland. Het kwam voor bij muggen, enkele wilde vogels en een klein aantal mensen. In 2022 is er een reiger ontdekt die het virus bij zich droeg. Bij paarden is het virus nog niet gesignaleerd.

Tot nu toe levert het virus dus weinig problemen op in Nederland. Maar dit kan veranderen. Daarom houden we in de gaten of het virus zich verder verspreidt. Dit doen we door op verschillende locaties in Nederland te onderzoeken of muggen het virus bij zich dragen. Hiervoor gebruiken we speciale muggenvallen. Ook onderzoeken we meldingen over paarden en soms ook vogels die misschien besmet zijn.

Bij het onderzoek naar de verspreiding werken we samen met Wageningen Bioveterinary Research (WBVR), de Gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD) en het RIVM. Het WBVR onderzoekt bijvoorbeeld dode vogels en het RIVM onderzoekt muggen op de aanwezigheid van het westnijlvirus.