Biogasinstallatie: wettelijke eisen erkenning

Verordening (EG) nr. 1069/2009, de Verordening dierlijke bijproducten, vormt de wettelijke basis voor erkenning van biogasinstallaties.

Verordening (EG) nr. 1069/2009

De erkenningsplicht voor het vergisten van dierlijke bijproducten en daarvan afgeleide producten is opgenomen in artikel 24, onder g), van de Verordening dierlijke bijproducten. De specifieke eisen waaraan biogasinstallaties moeten voldoen zijn opgenomen in artikel 29 en 32 van Verordening (EG) nr. 1069/2009 en in artikel 10 en bijlage V van Verordening (EU) nr. 142/2011 (Uitvoeringsverordening horend bij de Verordening dierlijke bijproducten).

Afhankelijk van het toegepaste proces en afzet van het digestaat hebben de eisen betrekking op:

  • infrastructuur en uitrusting van het bedrijf
  • hygiĆ«ne en werkwijze
  • het proces en de beheersing daarvan
  • de microbiologische gesteldheid van het eindproduct

Op enkele punten mogen de EU-lidstaten afwijken van de voorschriften. In artikel 3.11 en 3.12 van de Regeling dierlijke producten is beschreven wat Nederland toestaat.

Daarnaast bevatten de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 en (EU) nr. 142/2011 ook algemene voorschriften waaraan alle bedrijven die met dierlijke bijproducten of daarvan afgeleide producten werken moeten voldoen. Deze voorschriften hebben onder andere betrekking op de identificatie, handelsdocumentatie en administratie.

Andere relevante eisen

Biogasinstallaties moeten zich ook houden aan milieuregelgeving, in het bijzonder de Meststoffenwet en daarbij behorend het Uitvoeringsbesluit meststoffenwet en de Uitvoeringsregeling meststoffenwet (met onder andere de lijst van toegelaten co-producten in bijlage Aa), en regelgeving op het gebied van afvalstoffen.