Maatregelen tegen Q-koorts

Houdt u schapen of geiten? Als houder bent u vaak verplicht om maatregelen te nemen tegen Q-koorts. Daarmee helpt u een uitbraak en verspreiding van de ziekte te voorkomen. Lees voor wie de maatregelen verplicht zijn, en wat de maatregelen inhouden.

Welke maatregelen moet ik nemen?

Als u schapen of geiten houdt, kunt u verschillende maatregelen tegen Q-koorts nemen. Daarmee voorkomt u dat de ziekte zich kan verspreiden. Veel maatregelen zijn verplicht.

Hieronder ziet u welke regels voor u gelden.

Behoort u niet tot een van de genoemde groepen? Heeft u bijvoorbeeld een bedrijf met vleesschapen of een kleiner bedrijf? Dan bent u niet verplicht om preventieve maatregelen tegen Q-koorts te nemen.

Wat houden de maatregelen in?

Hierboven kunt u zien welke maatregelen verplicht zijn in uw situatie.

Laat uw schapen en geiten vaccineren

De vaccinatie zorgt ervoor dat uw dieren niet (ernstig) ziek worden als ze in contact komen met de bacterie die Q-koorts veroorzaakt. Daardoor is er ook minder risico op verspreiding van de ziekte. Ook voorkomt u dat mensen besmet raken. Maak voor vaccinatie een afspraak met de dierenarts.

Vaccinatie is vaak verplicht. Lees meer over de (verplichte) vaccinatie.

Registreer de vaccinaties bij RVO

Bent u verplicht om uw dieren te vaccineren? Registreer de vaccinaties dan ook in het identificatie- en registratiesysteem (I&R) van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Verder moet u ervoor zorgen dat al uw schapen en geiten in het I&R-systeem geregistreerd staan. Dit is altijd verplicht, wat uw situatie ook is. Dus ook voor schapen- en geitenhouders die geen preventieve maatregelen tegen Q-koorts hoeven te nemen.

Laat geen bezoekers bij de schapen en geiten als er lammetjes geboren worden

Zorg ervoor dat bezoekers niet in contact kunnen komen met de dieren als ze aflammeren. Bij de geboorte van lammetjes komen veel Q-koorts bacteriën vrij, en daardoor is er meer risico op besmetting. Dit is ook het geval als een schaap of geit een miskraam krijgt.

Laat de melk van uw schapen en geiten controleren op Q-koorts

Houdt u 50 of meer schapen en/of geiten voor de productie van melk? U moet de melk maandelijks laten onderzoeken op de aanwezigheid van de bacterie die Q-koorts veroorzaakt. Dit heet ook wel tankmelkmonitoring. De controle is verplicht.

Kijk voor meer informatie over tankmelkmonitoring op de website van de Gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD).

Voer mest af volgens de voorschriften om Q-koorts te voorkomen

Houdt u 50 of meer schapen en/of geiten voor de productie van melk? Na het uitmesten van de stal moet u de mest direct luchtdoorlatend afgedekt opslaan op uw eigen bedrijf. Pas na 30 dagen mag u de mest afvoeren of uitrijden.

Een andere optie is om de mest rechtstreeks te vervoeren naar een erkend composteerbedrijf of een erkende composteerinstallatie. Ook bij dit vervoer moet de mest afgedekt zijn.

Controle op maatregelen tegen Q-koorts

De NVWA controleert of houders van schapen en geiten de verplichte maatregelen naleven. We houden risicogericht toezicht. Dit betekent dat we vooral controleren bij bedrijven of in situaties waar meer risico op een overtreding is. Daarnaast doen we steekproeven Onze inspecteurs gaan langs bij verschillende bedrijven. Bijvoorbeeld bij bedrijven met melkschapen en -geiten en ook bij bedrijven waar publiek komt, zoals kinderboerderijen. De inspectieresultaten publiceren we ieder jaar op deze website.

Waar letten we op?

Wij controleren onder meer of u uw schapen en geiten op tijd heeft laten vaccineren, en of u deze vaccinaties tijdig heeft vastgelegd in het identificatie- en registratiesysteem van RVO. Ook kijken we of de mest op de juiste wijze is opgeslagen of afgevoerd.

Hoe handhaven we?

Als we zien dat een bedrijf zich niet aan de wettelijke eisen houdt, treden we op. We handhaven volgens ons interventiebeleid. We kunnen verschillende interventies toepassen, en bijvoorbeeld een waarschuwing geven of een boete opleggen.